Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

zaterdag 27 november 2021

November 1934 (3); vooruit met de geit

En Pieter probeert het maar weer eens: de zoveelste sollicitatie. Dit keer schrijft hij aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant en de hele brief is in het Engels als reactie op een advertentie. Aan de brief voegt Pieter informatie over zijn persoonlijkheid toe, die indien nodig nog verder uitgewerkt kan worden. Wat zijn kwalificaties betreft is Pieter 'rather amphibian in English and Dutch'. Geboren en getogen in Nederland, is hij alweer vele jaren een Britse onderdaan, wat een extra voordeel kan zijn, want zijn Engels is 'undoubtedly very good; I can understand all dialects - even Cockney.'
Pieter kan het dicteren van brieven onnodig maken, want je hoeft hem maar te vertellen dat hij die en die moet schrijven en hij doet dit alsof de afzender hem persoonlijk heeft opgesteld. 
'Moreover, I have a system by which all matters which come up for the attention of the directors are kept in sight until finally disposed of. I am well acquainted with all office systems and routine. I have a happy knack of getting on with a big staff and getting good work out of them.'
Dat is nog niet alles: Pieter kan ook sociale ondersteuning bieden, 'both in case of the factory staff and of clients.'
Omdat hier over een fabriek wordt gesproken, vermoed ik dat het een advertentie in de krant betreft die door de krant zal worden doorgestuurd naar de desbetreffende firma. Hij is in mijn ogen dus niet aan de NRC gericht. 
Erg zakelijk stelt Pieter zich niet op wat salariëring betreft, want hij schrijft dat het hem onverschillig laat. 'I am alone and if I have sufficient to maintain myself in such a way that I can worthily represent you, I shall be quite satisfied.' Met de hoop op een persoonlijke ontmoeting sluit Pieter de brief af.

Ik lees nog steeds niets over of van Adolf, al geeft diens vader wel toe 'ik raak luizig achter met mijn correspondentie.' Maar er is een brief met vier velletjes van Frits en achttien (!) van Els. 'Mijn hemel wat een boekdeel; daar ben ik echt eens voor in mijn gemakkelijkste stoel gaan zitten.' In de brieven uit Indië staan de nodige berichtjes over verhuizing van de Van Kriekens, wat echt jammer is, bezoek aan een lezing en 'de vooruitgang van Henkie in zijn vocabulair en in zijn plasjesplegerij, zoomede dat hij een geit voor zijn verjaardag zou krijgen. Ik hoop dat jullie een geschikt klein en goedaardig diertje hebben gevonden.' 
We zien het verjaarscadeau samen met Henkje in de achtertuin van het huis in Bangkinang. Het dier staat vastgebonden aan een rubberboom (zo staat achterop geschreven). 
Els is naar Fort de Kock geweest, samen met haar zoon, want schoonpa vraagt: Hoe heeft zich de eenkennigheid na zijn bezoek aan F.d.K. ontwikkeld?'
Mogelijk is Van Krieken naar Fort de Kock verhuisd. Hij was een collega van Frits en hij en zijn vrouw werden goede vrienden van Els en Frits.
Over Jörg en 'Marietje' waar Frits iets over schrijft, heeft zijn vader nog wel wat te zeggen.
'God, ja, dat was me ook een span. Als ik ooit iets heb gezien dat de essence van twee maal overgehaalde parvenu-achtigheid was, dan was het dát geval. 'Marietje'! Save the pieces. Good lord. Jezus, wat 'n benadering van een polderjongen in rokken was dat. En hij, met dat end vooruitstekende buik, waarop een soort ankerketting en vette dikvingerige pootjes vol met gouden ringen...bah! Wat 'n treurige opscheppers. Tjasses, wat een span.'
'Ambrozijn voor de dorst van mijn vaderstrots' noemt Pieter het feit dat Frits al 11% van de belastingen binnen heeft en daarmee vooruit loopt.  
En er volgt nog meer van Pieters ongezouten mening: 
'Evenzoo deed het me goed te vernemen dat je dat halfbloedige gebroed eens goed den toetoep had uitgeveegd. De luie lamlenden. Ja, daar mogen de christenen löllen wat ze willen, maar ik houd het maar aan Kipling's "East is East and West is West and never the twain shall meet."* Je kan ook zeggen: and the twain never OUGHT to meet. Intussen doen ze dat toch en het resultaat is de sinjo - de Eurasian - de mulat - en hoe die verderfelijke, uitsluitend zinnelijke mixtura's verder heeten moge.' Van twee volbloed kanten worden deze lieden 'verguisd of geminacht of gewantrouwd. Daartegen wapenen zij zich met gelijke wapenen, plus slinksheid, bedrog, geveins, gevlei of getrap; maar zuiver geloof ik niet dat er veel zijn.'
Om bij die lamstralen te komen moet Frits wel een 'pesttocht' ondernemen. 
'3 maal zwemmen en 1 maal tot aan je oksels door het water waden is nou niet precies wat je noemt een lolletje. pas maar op dat je je geen ziekte op de hals haalt, want dat zijn alle werkeloozen van Padang niet waard. En als je dan bovendien de kans hebt een tijger tegen z'n snorharen aan te loopen, wat zoo'n beest begrijpelijkerwijze irriteert, dan vind ik het heelemaal geen karrewei voor een bemind man, vader, zoon, broeder om nog niet eens te spreken van een gewaardeerd ambtenaar. Heb je schietgerei bij je op zoo'n tocht door het bosch? Ik zou maar een mitraileurtje op de auto monteeren.'

 * Het citaat van Kipling is de eerste zin van zijn 'The balad of East meets West' voor het eerst gepubliceerd in 1889. Helaas maakt Pieter hier dezelfde fout als velen. Door de regels die volgen er niet bij te betrekken. Het gedicht, over een uiteindelijke vriendschap tussen een zoon van een kolonel en een Raj, begint namelijk als volgt:

'Oh, East is East, and West is West, and never the twain shall meet,
Till Earth and Sky stand presently at God's great Judgement Seat;
But there is neither East nor West, Border, nor Breed, nor Birth,
When two strong men stand face to face, though they come from the ends of the earth.'
Een misverstand zit in een klein hoekje. Hier het hele gedicht.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...