Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

dinsdag 31 augustus 2021

April 1931 (2); als niet feminin-geëmancipeerde

Pa en moe maken een wandelingetje en nuttigen daarna het middagmaal:'n Puik tomatensoepje, witlof, vleesch, aard. en jus.' Er schijnt niet veel meer dan witlof beschikbaar te zijn, aan groenten.
Onder het eten memoreren de ouders:
'jullie veelvraterij van vroeger; over de stapels boterhammen en de schalen aardappelen die als sneeuw voor de zon verdwenen. Als er nu tien aardappelen op tafel komen blijft er nog een helft over. Mijn ontbijt bestaat uit één dun sneetje brood en moeder 'n bord pap. We herinnerden ons ook nog dat Adolf vroeger altijd dacht dat hij zoo veel op zou kunnen. Als hij groot was dan zou hij 'n kilo biefstuk voor zich alleen bestellen, of een heel konijn en ik geloof ook nog een heele pot honing.'
In antwoord op een brief uit Indië met de melding dat Frits weer eet als vanouds wordt er nog een schepje bovenop gedaan, want:
'dat wil wat zeggen ZESTIEN sneden brood en overal wat op, nam hij mee Zondagsmorgens naar de padvinderij en vrat - ja, ik zeg VRAT - dan nog van de jongens op wat zij niet opkonden.'
Pieter neemt zich voor om Katy op de hoogte te houden van het Rotterdamse nieuws door haar de Nieuwe Rotterdammer te sturen. Dan kan ze de familieberichten bijhouden en zien 'wie er getrouwd, verloofd, geboren of tot hunne vaderen vergaderd zijn.' De rubriek ongevallen wordt steeds langer en dan vooral met verkeersongelukken. 
Pieter reageert op een brief uit Priaman, waar Frits en Els inmiddels 8 maanden zijn. 
'Als niet feminin-geëmancipeerde schrijf ik maar "Frits en Els"; dat is zooals dat paar in mijn gedachten staat gegrifd. Anderen schrijven "Els en Frits" maar wil je dan konsekwent zijn, dan moet je ook je enveloppen adresseeren: "Aan Mevrouw en den heer".Dus nemen jullie me maar niet kwalijk alsjeblieft, in dit opzicht ben ik in hart en nieren iemand van den ouden stempel.'
Uit Indië is de vraag gekomen wat Pieter voor zijn verjaardag heeft gekregen. Van de loge Drie Kolommen (20 broeders) betreft het een cadeau van over de f60,00: 
'een fob. Je weet wel zoo'n zwart lintje met goud gespje voor horloge en daaraan een gouden balletje van ongeveer 1 1/2 cM in doorsnee, dat opengemaakt kan worden en dan op de zes pyramidetjes waaruit het bestaat verschillende symbolen gegraveerd heeft.' 

Maar dat is nog niet alles: de hele loge Concord heeft meebetaald aan een wortel-notenhouten rooktafel.
'De afmetingen zijn zoowat 62 cM kubiek. Het is een pracht van een artikel. Het is niet zoo zeer een rooktafel als wel een heerentafeltje. Er zijn twee gesloten vakken, voor sigaren, sigaretten, drankjes enz. Open plankjes voor glaasjes, boeken e.d. In één woord prachtig. Helaas wonen we niet zoo dat het uitkomt of tot gebruik komt.'
Het geheel heeft zeker f 150,00 gekost en er mag ook nog een plakette met inscriptie op worden geplaatst. Pieter is 'zeer gegloord'. 'M'n half century was dus voor mij een memorabele.'
Pieter vermeldt ook de verjaardag van Els die eraan komt.
'en dan is het weer de TWAALFDE, een twaalfde met nog meer betekenis dan gewoonlijk. Twee maal twaalf min 1 jaren, als ik me niet vergis, zal mijn schoondochter oud zijn, Mijn wensch: may your happiness endure en wat ik daar aan zou moeten toevoegen zou ik niet weten. Iets heerlijkers en mooiers dan alles en alles voor elkaar te zijn kan ik me niet indenken. Een voortdurende uitwisseling van zorg en attentie zooals die uit jullie brieven blijkt, kan niet anders dan een hechte fondeering blijven voor de vele gelukkige jaren die ik hoop dat nog voor je zijn weggelegd. Amen!'
En oh ja Els, wat een toeval, ze schrijft in een of ander verband over de stof Tobralco* en laat Pieter daar nou de dag na lezing een advertentie over moeten schrijven voor de firma in stoffen Damen.

Dan volgt er letterlijk huiselijk nieuws. 
'De kleinbehuisdheid daargelaten, verlustig ik me iederen dag weer in de rust, het gemak en het knusse van dit kleine huis. Het electrisch licht dat we zeven lange jaren hebben gemist, stemt me elken avond opnieuw weer freudvoll, dat ik me geen ongeluk sta te rillen bij het opstaan en naar bed gaan is een ander vreugdeverschijnsel dat ik me telkens weer bewust maak en waarvan ik geniet op de wijze van iemand die aan tafel gaat met een flinke dosis trek.'
de foto van schoondochter met aap ontbreekt in de brief,dus wie weet hierboven, waarvan hieronder de achterzijde:




De Brockhaus (vast meer dan de afgebeelde twee delen) is naar kantoor verhuisd, de grote kachel is weg, er is een kast doorgetrokken en een modern gasfornuis aangeschaft. ('De onkosten waren weer enorm, dat laat zich denken.')Op het 'miniatuur achterplaatsje' is met resthout van de diverse verbouwingen een schuurtje getimmerd.
'Het zit vol van boven tot onder met koffers, de tooverlantaarnplaatjes, de oorlogsbibliotheek, de mappen vol oude correspondentie uit de kast op de overloop naar mijn studeerkamer, jullie schoolboeken en allerlei andere snarenpieperij, waaronder ik ook nog eens groote opruiming moet gaan houden.'  

* Tobralco was een materiaal dat werd gefabriceerd door de Toyo Rayon Company in Manchester die zich toelegde op de productie van kreukvrije stoffen. De veelal bont gekleurde stoffen met fijne ribbels waren van gemerceriseerde katoen, soms met kunstzijde.
Zien we hierboven Els nou in een dergelijk stofje?

maandag 30 augustus 2021

April 1931 (1); Pasen en meer

Er is weer van alles gaande, zoals een heuse paasbijeenkomst bij de loge met 125 eieren 'om in verschillende prijzen te verdelen' en daarbij nog wat extra geschenken, zoals sigaren en sigaretten. 'De duurste prijzen waren eenige doosjes Boldoot, pedom, 4711 (eau de C. en zeep). Moeder had het liefst 4711'. Pieter doet zijn best om dit voor haar te winnen, en dat lukt hem ook.
Misschien rook ze daar wel naar toen ze samen in het Luxor Theater naar een vroege voorstelling gingen, waar ze de film Hocus-Pocus zagen.*
Met Pasen doet het gezin het rustig aan. 
'Katy verscheen gisterenmorgen tegen 'n uur of 10, nog en profond negligé, ik lag nog heerlijk verscholen achter boek, thee en cigaret en moeder in haar privé vertrek ontwaakte ter zijde. We hebben toen het heele verhaal van Katy's Tätigkeit ten WeeGeeë gedeeltelijk spontaan, gedeeltelijk door vragen aangehoord en bediscussieerd.'**

Er volgt een uitgebreid overzicht van haar achturige werkdagen, met eens per week een dag vrij, al dan niet op zondag. Ze verdient 'na aftrek van alles' f 62.50 per maand en kan uitiendelijk f 90,00 gaan verdienen. Daarbij krijgt ze goed eten, een flinke ruime slaapkamer, een wasservice ('niet van zijden frills en fancies, "undies e.d.') en 'vrije' dokter, apotheker en medicijnen gratis. Er zijn vroege en late diensten. De vroege is van 6.30 tot 11.00 en dan van 14.00 tot 18.00. Om 6 uur 's avonds wordt de avondboterham gegeten - een kwartiertje. Dan is Katy vrij. De late dienst begint om 8.00 tot 13.45 en dan van 17.15 tot 20.00. Ertussen zijn zeer afgepaste tijden voor een ontbijt en/of bakkie koffie ('Katy neemt dan chocolade') en een warm maal (hiervoor is een kwartier tijd). En wat doet de dochter nou eigenlijk?

'Ze is n.l. in de afdeeling die de zorg heeft voor het stoffelijk-innerlijk welzijn der pleegzusters. Per dag komen er daar zoo'n paar honderd ontbijten, een koppe koffie halen, middagmalen en het Abendbrot nuttigen. Dat daar het een en ander voor te doen is laat zich denken. Er zijn twee of drie hoofd-opzichteressen, een stuk of acht gewone en vijf adjuncten, waarvan Katy de jongste in dienst maar niet in jaren is. Het leeftijdsverschil geeft haar echter ook een voorsprong in salaris. Bedaagd zijn heeft dus toch een voordeel.'

Er wordt gebeden en gedankt, waardoor Katy zich meteen in haar element voelt (?) en complimenten krijgt voor haar snelle aanpassingsvermogen. De maaltijden worden in de hoofdkeuken bereid en dan in de bijkeuken geportioneerd. In die bijkeuken wordt ook de koffie en thee gezet. Dertien dienstmeisjes zorgen voor het tafeldekken, maar het tafelzilver valt onder beheer van de opzichteressen. 

'Katy's werkzaamheden zijn dus nog al verscheiden. Om een haverklap gaat de telefoon. Dan zijn er boodschappen voor zusters die aan tafel zijn, b.v. dat bepaalde cursussen niet doorgaan, de post voor al die zusters moet gesorteerd worden, want iedereen krijgt daar haar kranten en brieven heengestuurd, enz. Tusschen de maaltijden in is er het noodige te doen aan het bijvullen van alles wat er weggewerkt is. De jampotjes, de botervlootjes, e.d. moeten uit de grote provisiekasten worden aangevuld, de kleinere stukjes kaas die overblijven worden geraspt, het gesneeden brood dat uit de keuken komt moet op schaaltjes worden verdeeld en zoo ga je maar door. Dan moet er extra gezorgd worden voor zusters die het een of ander dieet hebben, zooals bruin brood, of roggebrood, of er moet apart worden gedekt voor zusters die laat uit de operatiezaal komen enz. enz. Dan zijn er nog enkele die vegetarisch eten, zoodat daar ook weer apart voor moet worden gezorgd.' 
Katy krijgt koffie, thee en suiker voor haar kamer - melk moet ze zelf inkopen - en naast het verse brood is ze te spreken over het eten dat altijd voldoende is en afwisselend. Zo at ze al bruinebonensoep, gebakken bokking en roastbief.
En dan heeft Katy nog maar een fractie gezien van het grote complex. Ze werkt dan ook in de 'binnendienst', maar dat kan ooit veranderen. Waar de 'buitendienst' voor staat weet Katy echter (nog) niet. 

* Hocus-Pocus
was een Duitse film (daar uitgebracht - in 1930 - onder de titel Hokuspokus). Een Engelse versie (The Temporary Widow) werd tegelijkertijd gemaakt met Laurence Olivier in de hoofdrol. Het verhaal gaat over een vrouw die terechtstaat voor de moord op haar man, die vervolgens levend en wel opduikt. 

** Het 'WeeGeeë' is vrijwel zeker het Wilhelmina Gasthuis, het ziekenhuis aan de Eerste Helmersstaat in Amsterdam waarvan Wilhelmina - toen 10 jaar - in 1891 de eerste steen legde (het werd twee jaar later opgeleverd). Het hele complex had een dorpse sfeer met veel groen, om patiënten zoveel mogelijk frisse lucht te bieden binnen de oprukkende verstedelijking rondom.In 1925 nam het ziekenhuis de functie van het Binnengasthuis over als academisch ziekenhuis. In die tijd zijn er ook diverse paviljoens bijgebouwd om verschillende klinieken in te huisvesten, waardoor het karakter van het hele complex erg veranderde.

zondag 29 augustus 2021

Maart 1931 (6); even over reclame maken

Pieter heeft net als de instructies over de inhoud van de brieven aan zijn oudste zoon en schoondochter, ook nog wat voor 'Dolfo mio', want het is wel duidelijk dat hij vrijwel alle dagen aan het werk besteedt, maar, vraagt Pieter zich af, wat spookt hij uit in de avonden en op zondag? Adolf geeft les in Hoog-Duits en zoekt ook werk in de reclamebranch. Zo gaat hij op bezoek bij 'de firma Libby', mogelijk met een aanbevelingsbrief van z'n pa. 
Maar de 'advertising-manager' vindt hem nog iets te licht. Waarop Pieter schrijft over zijn vak:

'Toch kan ik me moeilijk indenken dat die mijnheer voor groote advertentie-campagnes alle kwaliteiten die daarvoor noodig zijn in één persoon verwacht. Voor een advertentie komen toch gewoonlijk drie personen kijken: de tekstenschrijver, de teekenaar en de lay-out man.
Neem ik mezelf bij den kop, dan ben ik goed voor de eerste, ik heb kijk en kan aanwijzingen geven voor het laatste en weet niets van het middelste. Voor tekstschrijver moet je in de allereerste plaats psychologie studeeren. Alle menselijke driften, lusten, ondeugden, deugden, neigingen, idealen, eigenaardigheden enz. moet je bestudeeren. Dat moet dan je uitgangspunt zijn ten opzichte van elk artikel dat aan den man moet worden gebracht. IJdelheid, weetgierigheid, pronkzucht, genotzucht, gemak, hoogmoed, voorzichtigheid, angst, bezorgdheid, dat zijn allemaal uitgangspunten voor een op te stellen advertentie, die je ad libitum kunt aanvullen met zindelijkheid, spaarzaamheid, gierigheid, schraapzucht, en wat er nog meer aan bijvoegelijke naamwoorden is die menschelijke eigenschappen uitdrukken [...] Dat merk je trouwens zelf wel bij de zeepadvertenties. Een zeepadvertentie verkoopt niet in de eerste plaats zeep maar als het een toiletzeep is, dan wordt op den voorgrond geschoven het vrouwelijk schoon (factor: ijdelheid) een mooie huid, behoud van de huid, enz. Voor een waschzeep wordt de helderheid van het linnen verkocht, weinig slijtage, minder werk bij het behandelen van de wasch enz.'

Er volgen nog een aantal punten met betrekking tot een grote advertentiecampagne, zoals afzetmogelijkheid en market-analysis: 'moet ik mijn advertentie tekst instellen op intellectuelen, op de massa of op den minderen man?' En dan nog een laatste tip voor Adolf:

'In het moeilijke reclamevak komt geen kennis je te onpas. Alles wat je weet heb je noodig en dan kom je steeds nog een hoop te kort.'

Tot slot enkele familieberichten. 
De tandpijn van Poe is weg en de verkoudheid over. Ze gaat vaak naar diverse doktoren, 'zooals gewoonlijk', maar er zijn geen complicaties.
Katy is veel op stap en vertrekt over enkele dagen 'voorgoed' naar Amsterdam. 'Het baantje zal net een kolfje naar haar hand zijn.'
'De juffrouw die we in huis hebben voldoet moeder goed. Haar kookresultaten zijn zeer eetbaar, ze bakt goed visch en ik zie haar niet dikwijls. Zeer aangename factoren allemaal.'
Helaas verliest de poes steeds meer haar, maar hij kan het goed met de juffrouw vinden.
En met Pieter tenslotte gaat het 'puik'.

 

zaterdag 28 augustus 2021

Maart 1931 (5); een week uit het leven van...

In het vorige deel vergat ik nog te vermelden dat Pieter de 164ste verjaardag van de loge 'De Drie Kolommen' viert met een voorstelling met plaatjes die hij samen met een broeder het jaar daarvoor had gemaakt - waarvan vertelt de historie niet, maar de beelden werden vertoond per 'tooverlantaarn'. Dit medium met glasplaten, zou later vervangen worden door de diaprojector.
Je vraagt je af waar Pieter de tijd nog vandaan haalt om plaatjes te schieten, want:
'Ik verwonder mezelf maar steeds weer op nieuw over de vliedende uren, dagen, maanden en jaren. Met verontrustende snelheid keeren de Zondagen, de Maandagen, enz. terug. In mijn bedrijf, zooals ieder in zijn werkkring dat heeft, keeren bepaalde bezigheden op bepaalde dagen terug. 's Maandags b.v. moet ik teksten schrijven voor de Fa's Hellebrekers en Wigleven. (Drank en zeep) Dinsdags voor Trijbits en Graafland (Werkmanskleeding en fotografie) 's Woensdags voor Aurore* en Juliard (Zuivelproducten en Vulpenhouders). Behalve wat daar zoo tusschen door gebeurt, zijn dat de geregelde karreweitjes [...] Het is soms of ik wel drie maal per week naar Juffrouw Bras toe moet, want zoo als die Zaterdagmiddagen elkaar opvolgen, das ist unter alle Kanonen!' 

En dan de avonden: maandag bezoek aan de loge voor een afscheid '(Malaise - ontslagen bij Ford)', woensdag een lezing voor de 'English Conversasion Club' (hij bespreekt Kim **van Kipling, maar komt maar tot de helft) ongelukkig genoeg op dezelfde avond dat Pieter met moeder zou gaan rijsttafelen in Caland.***

Donderdag logevergadering met een lezing van een broeder over het gevangeniswezen, Pieter wel bekend, omdat hij daar zelf ooit een lezing voor gevangenen heeft gegeven. Vrijdagavond bezoek van de man die zulke mooie stadhuisconcerten geeft. 
Zaterdag eerst naar huis om een warme jas aan te trekken 'in plaats van m'n demietje' dan in de bittere kou naar juffrouw Bras, waarheen geen tramverbinding is, 'dus moest ik doen waar ik een reuze-puist aan gezien heb - loopen. Brug open, hagelbui, maar de juffrouw is blij met de meegebrachte chocolade-eieren en 'zeer verheugd dat er in Priaman aan een Braillebrief is begonnen.' 
En dan de voornemens:
'om wat meer tijd te reserveeren voor blijvend werk [...] ik heb nog zooveel te sorteeren, te schrijven en te doen, dat ik wel een jaar achtereen thuis kon blijven met een achturige arbeidsdag en dan nog niet gereed was. Ik heb de geschiedenis van de loge nog te schrijven voor zoover ik die uit de oude notulen kan opdiepen. Ik moet een album maken van de foto's die we genomen hebben; ik heb m'n bibliotheek van m'n tooverlantaarnplaten nog te ordenen, het boek dat ik indertijd in 't Engelsch schreef, zou ik verbeterd in 't Hollandsch willen omzetten en uitgeven - en zoo voort, en zoo voort. Bergen van werk.'
Ondertussen is de 25ste brief uit Priaman ontvangen, met diverse foto's. Maar de hand van Pieter is niet snel gevuld:
'Neem je ook foto's van bizondere dingen die je zoo wel eens moet opknappen, zooals b.v. een moordperkara, of een zelfmoordgeval of zo'n wegversterking en rivierbeddingverlegging? Apenberg, vuurtoren, muziek- en vischonderzoek zijn allemaal dankbare onderwerpen voor beschrijving en illustratie. Het aanteekenboek over adat, taal enz. vind ik een uitnemend idee.'

*Over Aurore hebben we eerder gelezen. omdat Pieter daar een baantje probeerde te ritselen voor Katy. Het was een zuivelfabriek (opgericht in 1900), in 'het witte huis'; het hoogste pand van Rotterdam. Het bedrijf werd onder meer groot door de wereldwijde export van gecondenseerde melk. 

** Kim is het populairste boek van Rudyard Kipling, uitgegeven in 1901 en zich afspelend in India, toen nog een Engelse kolonie. Pieter was een groot fan van Kipling en diens 'leerling' Guy Boothby. Hij leerde zichzelf Engels door Guys werk Pharos the Egyptian te lezen. 

*** Zoekend op 'Caland' op internet, stuit ik als eerste op een citaat uit een brief van de schrijver Menno Ter Braak aan een vriendin in Parijs. 'Gisteren hadden we in Caland weer een rijsstafel, wat voor Jo Otten altijd weer een motief is, om geheel rood te worden.' 


vrijdag 27 augustus 2021

Maart 1931 (4); malaaaaise

Het zal de doorwerking van de crisis uit 1929 zijn, die velen nu parten speelt.
'Van malaaaaaise beginnen almählig de gevolgen ook tot den middenstand door te dringen,' 
schrijft Pieter en somt een aantal zaken op: Rosmulder de bakkerij en lunchroom, Grol, die lekkere winkel op de Coolsingel, de klant van het kantoor Bos de Prez: een hele oude firma in 'porcelein en aanverwante snarenpieperijen' en ook nog de firma Viertelhausen.*
De concurrentie van de Bijenkorf speelt diverse zaken ook parten. 
Dan zijn er nog allerlei bedrijven die enorme verliezen lijden, zoals de Holland-Amerikalijn die 2 miljoen gulden verloren heeft en kapiteins op straat moet zetten. 
'De weduwe van Nelle is weer op een andere manier achteruit gegaan. Dat was vroeger een eerzame weduwe, zij het dan ook op de Schiedamsche Dijk, en nu is het een lichtekooi in het Westen.'**
 Zie foto hieronder.

Ook de scheepswerf Wilton, in '27 gefuseerd met diens concurrent Feijenoord, verkeert in zwaar vaarwater, omdat er geen orders meer binnenkomen. Daar werd in '30 2 miljoen minder loon uitbetaald dan in '29.
Maar in huize Deijs prijkt een nieuwe 'electrische hanglamp in de huiskamer, met drie bovenlichten en een kap in brons met gebrand glas; het geheel hangende aan vier zwarte koorden.' 
Het is een vorm van betaling voor al het logewerk. Pieter wil dit aanvankelijk niet accepteren, zeker niet nadat hij in december al iets ter waarde van 60 gulden had gekregen, maar tegenspraak wordt niet geduld. 
Zelf investeert Pieter 32 gulden in lopers en zeil, want
'In ons gangetje van 80 cM breed was een bruin geschilderd paadje, dat sedert 1 Febr. als loopertje dienst deed, maar toch voor moeder een doorn ten ooge was.'  

* De firma Vierhausen (hier op de foto) had een zaak in haarden en kachels. Het porcelein van Bos de Prez wordt nog steeds te koop aangeboden. 

** De koffie-, thee- en tabaksfabriek Van Nelle was een fraai staaltje van het nieuwe bouwen, maar kon Pieters goedkeuring kennelijk niet wegdragen. Luchtbruggen vervoerden grondstoffen en eindprodukten van en naar de opslagruimten. Om het licht optimaal te laten doordringen, werden rond het betonnen karkas vier glazen wanden geplaatst met een vertikale raamindeling om het uitzicht niet te belemmeren. Dit zou de arbeidsvreugde en dus de produktiviteit ten goede komen, `o meende de directie. Het verhaal gaat dat de vrouwelijke werknemers een jaar vóór en een jaar na de verhuizing zijn gewogen. Uit het feit dat de meeste dames enkele kilo's waren aangekomen, concl;udeerde de directie dat de nieuwe werkomgeving het personeel goed deed. 
Na het overlijden van Johannes van Nelle in 1811 zette zijn weduwe de xzaak voort, en die heette dan ook officieel 'De Erven Wed. J Van Nelle/NV.
In 1931 bracht Le Corbusier een bezoek aan dit bijzondere gebouw. 
Nooit geweten!

donderdag 26 augustus 2021

Maart 1931 (3); M'Griep

'De groote, groene, gevaarlijke, West-Afrikaansche geest, the Swift Walker, M'Shimba-M'Shamba, die dwars door de oerwouden heenloopt en de zwaarste en taaiste boomen omwortelt en omgooit, diezelfde M'Shimba-M'Shamba heeft hier in Europa een evenknie. Dat is M'Griep.'*

Het zou een mooie dood zijn, bedenkt Pieter zich als hij enkele dagen aan bed is gekluisterd door de griep. 'Zelfs deze taaie die nooit iets mankeert, of althans het altijd nog kan doen voorkomen dat hij niets mankeert, kreeg Dinsdagmorgen zoo'n geweldige opstopper en voelde zoo ten lappenmande, dat hij uit eigen beweging om den dokter stuurde.'
Pieter sleept zich toch even uit bed, voor een belangrijke avond bij de loge Concord, maar daardoor wordt hij alleen maar zieker.
Nu hij dit schrijft (op vrijdag), is hij koortsvrij en heeft hij alleen nog last van een zenuwontsteking in zijn nek. De periode in bed heeft hem wel aan het denken gezet. Het lijkt hem wel wat om "in 't harrennas gesturreve" te zijn, zonder pijn en anderen tot last te zijn geweest.
'Maar wat me ook prettig doodgaan lijkt is eenige dagen hooge koorts, jezelf heel moe voelen en als maar weg voelen zinken en dan zoo zaliglijk moe op engelenvleugelen ins Blaue hineingetragen zu werden.'

Pieter is niet de enige met koorts. Er heerst een griepepidemie. Een natuurverschijnsel dat, zoals een vitale boom door een paar miljoen bladluizen kan worden geveld, ook mensen door een X aantal microben aanvalt. Om maar te zwijgen van de slachtoffers van de cholera- of pestepidemiën in Brits en Nederlands-Indië.
'Daar gaan de menschen met duizenden per maand.'
Hoe het mogelijk is dat er mensen zijn die bij 'dergelijke natuur-massa-moorden nog aan een bestierende Voorzienigheid kunnen geloven', dat heeft Pieter nooit begrepen, nou ja, nooit, in ieder geval zolang hij zelf kan denken.

Op zondag gaan Pieter en Moeder naar Den Haag op bezoek bij 'de nieuw gedolven nicht [...] en nieuw-bakken tante Cor', die de dag daarvoor met Katy naar een schouwburgvoorstelling is geweest. De dame blijkt in een heuse kunstenaarsomgeving te wonen, met allerlei bezienswaardigheden en bezittingswaardigheden: klokken ('zooals de onze maar dan mooier'), pendules, schilderijen, oud glas, porcelein, aardewerk, 'soap-stone bij de vleet', wapens, kleden doeken, enzovoort. Ze bezoeken ook het atelier van de overleden man van tante Cor, 'zeer bekend kunstschilder geheeten Van Rhijnnen.'**
Tante Cor probeert 'in haar volle kracht als verkoopster' wat kleine paneeltjes te slijten 'die dan "Zoo aardig waren tegen St.Nic. of Kersttijd en die dan voor 'n gulden of vijfentwintig gingen - dat kan IEDEREEN nog wel eens doen."'
Pieter die het 'als heer vermomd' aanhoort, kan niet weigeren en koopt een aardig werk. 'Alweer paradoxisch gesproken zou ik hier met Adolf durven zeggen dat die doeken je doen ondergaan de WERKING van RUST.
De goede man 
'behoorde tot de Haagse School en heeft nooit meegedaan aan de vele "ismen" waar de kunst mee geplaagd is geweest, of -misschien - kon ik beter zeggen: een van de "ismen" die de kunst van heden, als zoovele kinderziekten, noodzakelijkerwijze begeleiden op haar weg naar de kunst van morgen.'
De brieven uit Londen en Indië worden voorgelezen. Katy brengt ze vervolgens naar de Conradkade (de foto is van het uitzicht daar) voor de ouders van Els.

*de legende van de Swift Walker is opgetekend in een verhaal van Edgar Wallace (gepubliceerd in 1912), journalist en (veel)schrijver van misdaadthrillers. Het behoort tot een reeks die hij schreef met Afrika gerelateerde detective verhalen (de Sanders serie). Het verhaal begint als volgt:
'THEY have a legend in the Akasava country of a green devil. He is taller than the trees, swifter than the leopard, more terrible than all other ghosts, for he is green - the fresh young green of the trees in spring - and has a voice that is a strangled bark, like the hateful, rasping gr-r-r- of a wounded crocodile.'

** Johannes (Jan) van Rhijnnen (1859 - 1927) was een schilder, tekenaar, etser en aquarellist. Opgeleid in Den Haag werkte hij daar, in Scherpenzeel (wij noemden dat vroeger 't Schaerepedaerp') en Scheveningen en op diverse plekken in het buitenland. De schilderijen en aquarellen waren vooral van duinlandschappen en bos- en riviergezichten. Het werk van Johannes wordt wel gerekend tot de 'nabloei' van de Haagse School. Er worden nog steeds stukken te koop aangeboden/geveild. Het schiderij hierboven afgebeeld is van Johannes' hand.
   
 


woensdag 25 augustus 2021

Maart 1931 (2); koud!

Het is bitterkoud, de Schie is stijf dichtgevroren en diverse ijsclubs zijn geopend. Er wordt sneeuw verwacht en daarmee ook een zware maand voor huizen Deys; bij deze kou kijken de firma's die voorjaarsstoffen aanbieden de kat eerst uit de boom. Er komen vrienden over om het nieuwe huis te bewonderen en een 'cognakie' te drinken (voor de dames is er nog een staartje advocaat).Pieter komt dus even niet aan het schrijven toe, maar dan:
'Gij, vleesch van mijn vleesch en been van mijn been, een snerpende Oostenwind gaat op het oogenblik door het merg en been van huizen en mensche. Het achterhoofd Uws ouden heers is reeds etterlijke dagen pijnlijk aangedaan en de kopeken die menigeen reeds op zij had gelegd om eens naar een voorjaarsstofje te gaan kijken worden te voorschijn gehaald om nieuwe steenkolenvoorraad op te doen.'
Pieter en moeder zijn verhuisd. Deze brief is geadresseerd: Schiekade 156. Mogelijk zijn ze kleiner gaan wonen nu alle kinderen het huis uit zijn.De huiskamer heeft drie ramen die alle op het oosten zijn gericht.
'Door ieder reetje en kiertje komen kleine, vinnige, ijskoude luchtstroompjes, waartegen onze haard bijna tevergeefs zijn best doet.'
Toch is het minder bibberen dat in het vorige huis aan de Maas, waar ook wel eens een raam sneuvelde in een storm en vervolgens een zak moest worden gebruikt. De wind die de laatste dagen stevig waait, levert ook een grappige situatie op als Pieter met een vriend wat zit te drinken bij Loos*.
'during a lull in the conversation kijken we beide naar buiten en zien hoe iemands hoed afwaait, de brugleuning over en de Schie in. Achter het slachtoffer liep een opgeschoten knaap zich zeer te verkneuteren over het geval (of is het: verkneukelen?) en rrsssst,,.......komt tweede windstoot en neemt hoed des verkneukelende jongelings ook mee auf Flügln des Gesanges, de andere achterna en ook ten Schie-e. De bestudeering van dat gelaat was een kwartje waard. Da haben wir unmenschlich gelacht.'
Het is niet alles rozengeur en maneschijn. Een vriend die met 'Agina' in bed ligt en geen hap door zijn gezwollen keel kan krijgen, maar er niets aan kan doen, zet Pieter aan het denken:
'Machteloos sta je bij alle zielsconflicten en geestelijke ellende van al je medemensen en dikwijls ook van jezelf, machteloos sta je bij alle ziekte en pijn die zoo rijkelijk overal door velen wordt geleden en even machteloos kijken we toe hoe de wereld een economische ellende doormaakt zooals er waarschijnlijk nog nooit is geweest. Wat zijn we dan met al onze kennis en al onze machtige hulpmiddelen en veroveringen op de natuurmachten en krachten toch eigenlijk een ongelukkig stel stoethaspels. Van alles hebben wij overvloed en door dien overvloed, gebonden aan ons tegenwoordige economische systeem als wij zijn, is er juist aan alles gebrek.'
Pieter spreekt er schande van dat juist zij die voor die welvaart hebben gezorgd, de timmerlieden, metselaars en alle vaklieden in bouwbedrijven, op straat worden gezet.
'Zoodra de wereld voldoende schoeisel heeft is de dankbaarheid van die wereld dat dezelfde menschen die er voor gewerkt hebben op een schoen en 'n slof komen te loopen. Zoodra er voldoende kleeding is komen degenen die dat werk gedaan hebben in de kou en de lompen en deze voorbeelden kan je met X vermenigvuldigen.'
Er is weer bericht over Katy (de foto van haar hierboven afgebeeld, is genomen in 1929, nog op het oude woonadres en met Blasiens). Zij wordt ook bij een 'vischdiner' bij vrienden verwacht, 
'omdat ze dan hier is, alvorens haar taak als adjunct-aspirant-assistent-leerling-op-proef-baantje te Amsterdam te aanvaarden. Pedom, ADJUNCT-OPZICHTERES [...]'
Pieter zou graag zien hoe Adolf, die inmiddels ook verhuisd is, er nu bij zit in Londen, maar de financiën laten een bezoek niet toe. Vader wil proberen weer een vrije overtocht te ritselen, maar kan zijn zoon niets beloven. 
Hij sluit zijn brief af met:
'Maar nu mijn kroost, maak ik werkelijk Schluss. Ik eindig met een Mohammedaansche zegebede á la Kipling:
The blessing of God and his Prophet be on thee. Glory and honour on thy house till the ending of the years and a tent in the borders of Paradise.'

* Het verhaal over de hoeden in de Schie verbaasde me, tot ik ontdekte dat de Schie daar in 1939 is gedempt. Het klopt dus dat de heren de vliegende hoeden vanuit café-restaurant Loos konden waarnemen tot ze in de plomp of op het ijs verdwenen. Het karakteristieke halfronde gebouw stond op een heel druk punt, met aan de voorkant de hoofdweg en tramlijn, smalle straatjes aan weerszijde, aan de achterkant het 'luchtspoor' van de lijn Breda-Rotterdam en daarachter het station, dat vanuit het café via een onderdoorgang te bereiken was.
De wat kale betonnen zuilen en balken in het café/restaurant waren met jugendstilmotieven bedekt, van de hand van Jaap Gidding die ook keramische tegeltableaus naast de buffetten had ontworpen (ze symboliseren begin en eind van de spoorlijn). Overigens is deze Gidding ook de ontwerper van het tapijt van de Tuschinski bioscoop in Amsterdam. 
Na zware beschadigingen van het pand en station door het bombardement van 14 mei 1940, werd het café herbouwd op een andere lokatie. 
In 1988 opende de achterkleinzoon van de succesvolle oprichter (Nelis Loos) dit nieuwe gebouw, geïnspireerd op La Coupole in Parijs. 

maandag 23 augustus 2021

Maart 1931 (1); eten katten spruitjes?

Het is alweer maart 1931 en Pieter ziet de tijd vooruit vliegen, terwijl hij toch vindt: 
'Pas wanneer je vijftig bent kan men zich beschouwen te zijn "in de kracht" van zijn leven [...] Ja, ons rompslompige leven heeft den tijd wel zeer bekort. Ik tracht me nog zoo graag eens in te denken in den tijd toen de postkoets een snel vervoermiddel was en men van vrienden en magen een hartroerend afscheid nam als men op de trekschuit stapte naar Haarlem of Leiden [...] De film trekt maar onophoudelijk voorbij en wij beteekenen in het beeld niet meer dan iemand die toevallig de straat oversteekt terwijl God aan het handle staat te draaien van zijn opnametoestel.'
De brieven van Frits, Els en Adolf als antwoord op Pieters getyp in deze periode, zijn er niet meer, dus moeten we wat zij schreven destilleren uit de reacties. 
'Wat al variatie, ieder in eigen sfeer. Belastingontduikers aan de kaak stellen, zeep helpen verkoopen, huishoudelijke- maatschappelijke- society- en apenbelangen naloopen, talen van andere snoeshanen leeren en weer onderwijzen om scheuren in pantalonica op tijd te kunnen dichten, wegennetten overdoen en gebouwen overnemen, tennisblouses met smaak naar de lichaamsvormen vervaardigen - een warwinkel van activiteit.'
Pieter maakt kennis met een Engelsman, Lloyd Wright, die werkt voor de British Sailors' Society* en als huisadres het Maashotel heeft. 
'Het is hier dan erg up hill work. De Missions for Seamen schenen hier alles in handen te hebben. De arme man kreeg geen leesmateriaal voor zijn zeelieden, voelde zich 'down and out'en dacht erover terug te gaan naar Londen. Maar 'eensklaps bemerk ik dat de goede man "een van ons" is.'
Wright wordt opgenomen in de loge en krijgt ineens 
'een pak lectuur van dezen of gene gestuurd gekregen [...] De man is plotseling omgedraaid als een blad op een boom. Hij is in eene weer vol goede moed. Hij zei: I felt so terrifically lonely and all of a sudden all this has changed.'
Voor de bijeenkomst van de loge waarbij buitengewone leden worden geïnstalleerd (waaronder Lloyd Wright), 
'heb ik nu ingesteld dat iedere bezoeker een goudsche pijp krijgt [...] Die gouwenaars hebben maconnieke koppen, waarop verschillende symbolen zijn ingebakken.'
Pieter laat uitzoeken of het mogelijk is deze kleipijpen niet meer in Engeland te bestellen, maar bij Goedewagen** in Gouda. 
'Als Adolf nu eens een krabbeltje wil maken voor een werkteekening voor een maconnieke tabakspot, dan zal Br. Schippers zoo'n pot op de nijverheidsschool laten maken. Zoo worden nu tradities geboren. Als over enige honderde jaren Lodge Concord zijn notulen nog eens bekijkt, dan zal men daarin kunnen vinden hoe de gewoonte van de goudsche pijp is ontstaan.'
 
Over Katy staat weining in de brieven, maar nu dan toch enige informatie: 
'Ik had indertijd een baantje willen creeeren voor Katy en had daartoe bij "Aurore" eenige voorstellen in verband met hun reclame ingediend, die ik niet doorzette omdat Kathy in gesprek raakte met Wilh. Gasthuis in A'dam. Maar vorige week had ik weer een conferentie met de directie en vertelde ik hem dat mijn dochter niet zu haben was.' 
Omdat de plannen van Pieter toch aangenomen worden, stelt Katy vervolgens voor de baan aan Stien Zillesen (?) te gunnen, met als resultaat 
'dat Stien thans een vrij tramabonnement heeft, f 100,- in de maand en een aardige ambulante betrekking.' 
Katy is in ieder geval ook in de buurt, want ze krijgt van haar vader een elektrische behandeling tegen'griep, bacillen, pijntjes, snoo en de verdere onaangenaamheden aan die kwaal verbonden.' 
En dan het relaas niet over Katy, maar dit keer heet de poes 'kat':
'We aten spruitjes. Kat uitgerammeld of alzoo voorgevende op de stoel naast me. Eerst meegedaan aan de soep en de balletjes. Toen vijf wazemende spruitjes ten schotels. Nou! We zeiden al tegen elkaar daar hadden de jongens een dubbeltje voor over gehad om de krabbe-krabbiens in actie te zien. Eerst met zoo'n beetje bestudeerde, scheeve, overdenkende kophouding de verzameling damperienies aangekeken. Langzamerhand wijzigde de houding, de rechterpoot kwam de hoogte in en floeps! Een spruit ten gronde. En zo vervolgens alle vijf.'

 

* De Sailors' Society is een uit 1818 stammende christelijke liefdadigheidsbeweging die inmiddels in 97 havens over de hele wereld steun biedt aan zeelieden en hun families. Het begon met het uitreiken van boeken, maar groeide uit tot opvang van opvarenden (in de wereldoorlogen), steun aan familieleden bij scheepsrampen en management van een kindertehuis (helaas in 2018 in het nieuws vanwege aantijgingen van kindermisbruik).


** Goedewaagen (de verkeerde spelling is van Pieter) was een pijpmakerij die in 1779 in Gouda werd opgericht en zeer succesvol werd, niet alleen in de vervaardiging van pijpen, maar ook in grof aardewerk. Al gaat het in de 18de eeuw niet zo goed met de pijpenproductie, ze blijven er toch succesvol in door de motieven die ze erin verwerken. Er zijn op internet dan ook nog heel veel afbeeldingen te vinden van kleipijpen (vooral de koppen) met maconnieke motieven.
Door het faillisement van een concurrent, die door Goedewaagen wordt overgenomen, krijgt het bedrijf er nieuwe opdrachten bij waaronder de productie van de befaamde Delfts blauwe KLM-huisjes.Het bedrijf bestaat nog steeds, onder de naam Royal Goedewaagen. De fabriek bevindt zich niet meer in Gouda, maar in Nieuw-Buinen.

zondag 22 augustus 2021

Februari 1931, reflexies en meer

'Om verschillende redenen verging me eensplots de schrijflust. En om nu past history op te gaan halen en nog eens de gebeurtenissen te boekstaven uit een periode die mij verre van aangenaam heeft gedaan, daarin heb ik geen puf.'
Dus zo is het plots medio februari 1931 en schrijft Pieter, die zich inmiddels weer senang voelt, een brief vol bespiegelingen, op zijn eigen briefpapier (?).

'Ik zal deze brief maar als een aanloopje beschouwen voor de epistels die ik hoop henceforth weer getrouwelijk zullen volgen, want waar ik eigenlijk aan beginnen moet met vertellen of beschouwingen weet ik heusch niet. De wereld is vol van gebeuren. Ieder land vermeerdert - ik zal niet zeggen; verrijkt - iedere dag de bladen van zijn geschiedenisboek. Met localere belangen doet iedere stad en ieder dorp hetzelfde en daarnaast....... daarnaast - en voor ons het belangrijkst - vlecht ons eigen geschiedenisdraadje zich mede in het grootsche patroon van groot gebeuren.
Menigmaal vraag ik me dan af hoeveel van die persoonlijke draadjes er in dat groote weefgetouw worden beschadigd, verrafeld, gebroken - soms weer aangeknoopt om ten slotte toch te vervagen zoodra het patroon in andere figuur overgaat.
En toch, hoeveel aangenaams is er dat het leven ons biedt. Nu ik me weer op mijn gemak begin te voelen, begin ik ook weer met mijn oude, beproefde methode om de oogenblikken die ik prettig vind, bizonderlijk te realiseeren. Dan laat ik tot mijn besef doordringen dat ik het aangenaam heb en dat ik weer eens 'n paar blanke schakels in den roestigen levensketting voorbij kom.'
De lezing van brief nummer 20 uit Priaman moet worden onderbroken vanwege het bezoek van Cor van Os. 'Dat is weer een nicht van moeder die ze uit de lagen van het anti-deluviaansche in Den Haag heeft uitgegraven. Een flinke tante! Je hoeft niets te zeggen. Met een belangstellend knikje, of enkel: "ja" of "wel, wel", of "zoo" kan je bij haar volstaan en zij gramofoond door. Maar heus niet ongezellig en zeer hartelijk.' Het feit dat Pieter meldt dat hij een afspraak heeft dus niet kan blijven 'bij het uithalen van oude "koeden"', maakt duidelijk dat moeder/Poe weer thuis is. Uiteindelijk kan Pieter 's avonds toch de brief weer oppakken.
'Bizonder ook gewaardeerd werden 8 velletjes van Els met het meer huiselijke nieuws, waaruit ik o.a. heb kunnen destilleren dat drie manden groenten gelijk staan aan één autotocht Padang-Pariaman.'
Er volgt een uitgebreid verslag van een maconieke ladies night, waarbij Pieter de tafelschikking bepaalt door allemaal kaartjes te laten maken met bekende paren: William - Marie; Anthony - Cleopatra; Napoleon - Josephine etcetera. 'Moeder had Salomo en ik Desdemona [...]Alle stijfheid was verdwenen, iedereen had nolens-volens al met iedereen kennisgemaakt en had bovendien meteen stof tot spreken met zijn of haar tafelgenoot(e). Een typisch paar maakten Douglas Fairbanks en Mary Pickford. Duggy was onze kleine Inner Guard: Gibb en Mary was een kolossus van een kapiteinsvrouw. Ze zat min of meer om hem heen.'
De loge gaf de dames een alleraardigst souvenir: een poederdoos van Houbigant* met lipstick en spiegel, en de naam, logenaam en datum erin gegraveerd. 
Alle toosten zijn uitgebracht, tot en met 'The Tyler's Toast "To all poor and distressed Freemasons, where'er they be, by land or sea, and a speedy return to their native land if they so wish it."'

* Houbigant is een parfumfabrikant, opgericht in Parijs in 1775. Het bestaat nog steeds en is ook nog steeds een familiebedrijf met aan het begin Jean-François Houbigant uit Grasse.In 1882 werd de Fougère Royale geur geïntroduceerd, die nog steeds een van de populairste mannengeuren is. In 1912 werd de eerste geur ontwikkeld die bestond uit een 'blend' van meerdere bloemen (in plaat van een enkele bloem) en essences: 'quelques fleurs'. Het was ook het eerste parfumhuis dat afzonderlijke moleculen kon extraheren uit natuurlijke materialen, in het bijzonder de tonkaboon waaruit een vanille-achtige geur werd 'gedestilleerd'. 



vrijdag 20 augustus 2021

November 1930(1); en dan een tijd stilte

Een nieuwe brief, van 23 november, begint met verwijten, over en weer. 
'Ik begrijp best dat er op zulke buurpraatjes als mijn brieven zijn niet veel te beantwoorden valt. En nieuws is beter dan herhaling. Maar je zou kunnen zeggen: Ontvangen brief No. Zooveel., dan weet ik tenminste welke. 
Niet beantwoording kan me dus niet schelen, maar reprimandes voor NIET schrijven is toch wel het allerminste wat ik verwacht had. Nee, Elske, never whip a willing horse. Toen mijn brief dan toch nog kwam, was er maar EEN velletje! Ja, zie je, dat zit zoo. Ik moet de kost verdienen, schulden afdoen, connecties aanknopen en degenen die ik heb warm houden.[...] Ik heb dat koud waterbad dus even met een rillikie over me heen laten gaan en verder gebeden: - O vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.'
Vervolgens somt hij op wat hij in de tussentijd allemaal heeft uitgevoerd. Het betreft heel veel maconieke bijeenkomsten en vergaderingen. Berichten over poes, die het goed maakt, nu vaak direkt op Pieters schouder springt en verzot blijkt op Leidse kaas - een cadeau van de directeur van Swift (ik vind dit alleen als Leidse wielervereniging). Moeder/Poe is nog steeds in Lugano en maakt het goed (de foto hierboven is daar waarschijnlijk door haar van Katy genomen). Het zijn de vrienden die Pieter een 'allerheerlijkste verjaardag' bezorgen (dit schrijft P. medio februari '31). Als de grootte van hun waardeering mag worden afgemeten naar de waarde van de geschenken die zij mij hebben gegeven, dan sta ik inderdaad in de pas.'

Tot slot:
'Ik heb hier al den geheelen dag een prachtgezicht uit het raam. Recht tegenover de aanlegplaats van de Heen en Weer* n.l. zoo'n grote bak. Het is net een "Roboth", jelui herinnert je zeker wel dat de "Roboth" de z.g.n. mechanische mensch is, die eens in het brein van een novelist is geboren. Daar staat me dat hooge ijzeren gevaarte op twee lange ijzeren beenen, met groote kniegewrichten, geen armen en een lange hals met een grijpkop. Een wezen dat de mensen daar heeft neergezet om eigen armen en beenen te vervangen in werk dat hem te zwaar is of waar hij niet bij kan. 't Is een machtig gezicht. Op het oogenblik brandt er een groot helder licht in de top en is het net een Cycloop.'

* De Heen en Weer was de naam van een rederij, opgericht in 1901 en uiteindelijk beheerd door de gemeente Rotterdam, die zowel voetveren als wagenveren in de vaart had. Allemaal droegen ze de naam Heen en Weer en een cijfer. In 1963 werden alle schepen door de scheepvaartinspectie afgekeurd. Enkele bleven, na reparatie, nog varen tot ze met de komst van de metro (1968) sowieso overbodig zouden worden. 
In 1973 schreef Drs. P. het lied 'Veerpont' geïnspireerd op de naam van de rederij. Hij studeerde in de oorlogsjaren in Rotterdam en schreeft diverse teksten over deze stad.





donderdag 19 augustus 2021

Oktober 1930 (6); London is the place...

Eind oktober is Pieter dan eindelijk in Londen. De overtocht, op de Merel*, die vertrok (om 3 uur) vanaf de 2e Katendrechtsche Haven, was woelig. 'Nergens kon je stilzitten en toen ik na supper, dat met een grote kop scheepsthee met condensed melk eindigde, naar mijn hut laveerde, kletste er theegolfjes tegen mijn maagwand hevelijk op en neer. Zonder er ook maar eenigszins miserabel van te zijn heb ik die overtollige thee even weggebracht en allerheerlijkst geslapen van 8 uur tot 7 uur.' Tegen die tijd vaart het schip al op de Thames. Er wordt thee in de hut gebracht en Pieter neemt een heerlijk warm bad, gevolgd door nagelinspectie aan handen en voeten en dan nog een Engels ontbijt. Om half een legt het schip vlak bij de Tower Bridge aan.
'Hoe blij ik was mijn jongste telg te zien zal ik maar niet probeeren te beschrijven. Een bijbelsche term zou luiden: Mijn hart sprong op van vreugde in mij. Jeeshuis, wat was dat fijn.'
Pieter brengt lekkernijen van moeder Nelson mee, waarvan de mannen samen smikkelen. 'Met inspectie van Adolf's verblijf ging niet veel tijd verloren, want als je in het midden van de kamer staat kan je bijna alle wanden aanraken. Je broek aantrekken moet dan ook gebeuren met raam of deur open en iets anders dan "condensed" milk kan je daar natuurlijk niet gebruiken.'
'Ten tube' gaan de heren het centrum in om diverse musea te bezoeken, waaronder het Museum voor Natuurlijke Historie dat Pieter het meest boeit.'Al die blaaseblaasinies, van muggen tot dinosauri, trekken zulke dierenvrienden als wij zijn toch wel in 't bizonder. Je kunt je geen dier denken van boven, op of onder den grond, geen visch of insect, dat daar niet te vinden is.'
Pieter zoekt met Adolf een leuke bioscoop. Helaas zijn op zondag de theaters daar gesloten, waardoor er voor die filmhuizen lange rijen staan. Dus lopen vader en zoon zich 'de beenen ten heupe', maar herinnert Pieter zich nog een bios in de buurt van Charing Cross. Het programma valt mee en om 11 uur staan ze weer buiten. Pieter boekt een hotel (met ontbijt) in de buurt. De volgende dag (op de eerder besproken verjaardag van Frits) spreken ze af voor lunch met een potentiële nieuwe baas. Dan gaat Pieter naar de kolonisatieafdeeling van de Canadian National Railways, voor eventueel reclamewerk op termijn, want: 'Alle immigratie in Canada is op het oogenblik stilgezet.' 's Avonds gaan de mannen naar de grootste bioscoop in London 'The Plaza' op Piccadilly Circus. Duur, maar met een geslaagde show.'Ook een nummer met heel veel been! Dat zal de duurte wel hebben aangebracht.'

Er volgt nog een dag met bezoeken aan enkele bedrijven, het kantoor van Dolfke en dan wat eten en een bioscoop. Vroeg naar bed. De volgende ochtend is Adolf vrij en gaan ze naar zee. 'Al dat getippel van al die dagen - en wij met onze holle ruggen - werd op het laatst wel merkbaar. Ik was moe tot in m'n merg. Dan gaat Adolf weer werken en Pieter naar de boot. 'Een ondergrondsch afscheid en daar ging elk weer zijns eenzame weegs.'
Eenmaal thuis is er post uit Indië, wel 14 bladzijden van Els en 8 van Frits. En dan ook nog kieken. Pieter wordt zo op de hoogte gebracht van de indeling van het huis (plattegrond) en balkenvernieuwing. 'Dat Esje Morse leert moet ik ten strengste afkeuren. Wat komt er op zoo'n manier van de staatsgeheimen terecht die ik af en toe verplicht ben aan Frits door te geven?'
Er is uit Rotterdam verder niet veel te melden. Pieter voelt zich, medio november niet erg lekker en heeft daarom ook niet veel lust in schrijven. Het Dornier toestel DO-X is in Nederland geweest en weer vertrokken. 'Eventjes weer een geestelijke opwinding over de vooruitgang der techniek, zooals ik dat voelde toen ik de eerste vliegmachine in de lucht zag. En zoo is alles bezig zich te vervormen, langzaam maar zeker, tot een nieuwe wereldorde, niet met heftige sprongen, mmaar geleidelijke overgangen. En ik gaf 5 jaar van mijn bestaan als ik over 2000 jaar een week mocht komen genieten.'


* De Merel was een vrachtschip, gebouwd in 1925. Op 8 december 1939 voer het aan de zuid-oostkust van Engeland op een mijn die de hele voorkant opblies, waarna het binnen 4 minuten zonk. Van de 17 of 18 bemanningsleden zouden er maar 2 mannen levend, maar gewond, door een reddingsboot worden opgepikt. 


dinsdag 17 augustus 2021

Oktober 1930 (5); enge beestjes

De vader van mijn moeders kant beweerde vaak: "Een Trijssenaar is een matig mens," maar Pieter kan er ook wat van.
'Mijn van zorgen doorploegd gelaat zal ik niet meer rimpelloos krijgen, de welving onder mijn vierde vestknoopje naar de verkeerde kan zal ik niet meer in een inham kunnen omwerken, mijn grijze haren zullen den tintelende goudglans van vroeger wel niet meer ervaren, maar dat een matig dieet, zooals dat waar ik mijn corpus nu aan gewend heb, het gestel ten goede komt, geloof ik zeker. 8 uur: 1/2 karafje water; 10 uur: 1 kop melk; niet altijd, maar toch meestal 11.30 of zoo: 'n kop koffie; 1 uur: 1 broodje met een kop yoghurt-melk. 6 uur: 1 1/2 vischje of eten uit blik en voor ik in bed stap nog even 1/2 karafje water. Als ik nu nog mijn ziel op een even karig dieet kon zetten als m'n maag dan vonden jullie bij terugkomst in Rotterdam Pieter Deijs als pilaarheilige midden op het Calandplein.'

Ondertussen reageert Pieter op de brieven uit Indië.
'Gegriezeld heb ik van de volgende drie pagina's insectenbeschrijving. BBBBrrrrrrr!! Ik kreeg er jeuk van. Precies Britsch Indië. Daar heb ik ook zoo'n 12-centimeter 1000-poot uit huis gegooid en vraten de witte mieren stapels pakpapier door. De torren herinnerden me weer aan Zuid-Afrika. Daar lagen ze bij 50-tallen dood onder de booglampen van de Dynamiet fabriek*. Zelfs de sterkste schilden vlogen ze stuk tegen de lampen en palen. Precies hetzelfde tuig als door Frits afgebeeld. Laat ze nu nog zo harmless zijn insecten en reptiliën heb ik nu eenmaal gruwelijk het land aan. Het verwondert me nu nog als ik er over denk dat ik eens in staat ben geweest om een pet-cameleon er op na te houden. Die kroop dan met z'n slangenkoude lichaam op mijn hand en deed of mijn vingers boomtakjes waren, waar hij zijn gedrietande poot om heen kon slaan. En dan keek ie met z'n eene oog uit het raam en met het andere keek ie heelemaal naar achteren. Sies!'
Pieter reageert op Frits'relaas over zijn werk en werktijden tot 6 1/2 uur, als hij tenminste niet op tournee is. En dan de grootte van het gebied, bijna als de provincie Utrecht, en daarmee de tweede van het koninkrijk, met een redelijke aantal inwoners.'Frits, dat geeft je een verheven gevoel, hè! Mooi hoor!'
Dat is wel even andere koek dan aan het begin van Pieters werkzame leven.'Toen ik op 13-jarige leeftijd met een grote NUL aan kennis en evenveel ervaring aan de Spoorwegen kwam, zat ik 's morgens al om 7 uur in den trein op weg naar mijn werk en kwam den tr. van 12 uur 's nachts pas thuis, met EEN vrije Zondag in de 6 weken. Mijn God.......! Ik kan soms nu nog hevig in opstand komen als ik naga wat ik alzoo gemist heb.' Maar er zijn altijd mensen die slechter af zijn, zoals Juffrouw Bras, maar dan nog:'zielszorgen - ? Och, die heeft een blinde even goed als de ziende.'
'Keep it quiet' vindt Pieter, net als Frits, wat betreft de vrijmetselarij. 'Ik kan in mijn zaken ook niet rondbazuinen dat ik er bij ben, want dan was ik direct de helft van m'n klanten kwijt.' Of dat ook opgaat wat betreft zijn interesse voor Budda(h) en Omar Khayyan, blijft een vraag. Hij filosofeert er uitgebreid over en zit dan ook zomaar 5 uur achter zijn typemachine. 
Het lijkt erop dat hij een spurt neemt, omdat hij een aantal dagen naar Londen gaat om alsnog Adolf te bezoeken die daar 'een onbetaalbare training doorloopt én op het gebied van reclame én in het Engelsch én in wereldstadervaring'. Bovendien geeft hij er les in het Duits.
Groot lokaal nieuws is de opening van De Bijenkorf, ontworpen door Dudok. 'Dien eersten middag waren er 25.000 bezoekers.[...]Ik heb er vandaag eens met Van Werkhoven doorgewandeld. Er is 3 K.M. verkoopstraat als je alles achterelkaar zou zetten. Een gevaarlijke plaats voor koopzieke vrouwen. Het is een gedurfd maar modern frisch gebouw, dat best een sieraad voor Rotterdam mag worden genoemd. Wij gingen er om tien minuten voor eenen in en het was dik over half twee eer wij eruit kwamen. En we hadden als maar stevig doorgestapt en niet eens elke verdieping geheel bezocht.'

De "strootjes" uit Priaman zijn weliswaar met dank aanvaard, maar 'Tida mao, Me ne likey'. Die'stinkdingen'zijn te branderig en 'Als je er aan blijft trekken zijn ze zoo op en als je niet trekt zijn ze zoo uit.' 


* Omdat er in Zuid-Afrika en met name in Witwatersrand steeds meer mijnen werden geexploiteerd en er steeds dieper werd gegraven om goud en diamanten te winnen, ontstond er grote vraag naar dynamiet, ook voor andere doeleinden. De import daarvan was erg duur, dus werd er door De Beers Corporated Mines, met aan het hoofd Cecil John Rhodes besloten een 'eigen' explosievenfabriek te laten bouwen, in Modderfontein, Transvaal, deze werd in 1896 in productie genomen op een groot terrein ten noordoosten van Johannesburg. In 1953 zou hier een miljoen ton aan explosieven worden geproduceerd.Zie hier voor info




maandag 16 augustus 2021

Oktober 1930 (4); brieven over brieven

 'Die twintigste eeuw is een pracht-eeuw, maar toch ook minus heel veel poëzie.' Maar geschreven wordt er, zoveel dat er extra porto moet worden betaald, maar het kan nog beter: 'Frits, schrijf ook vooral over je werk. Dat vind ik bizonder interessant. Telkens als je een nieuw soort werk bij de kop krijgt, boekstaaf het. Alles wordt zuinig bewaard voor het boek dat je zal schrijven: De Gids voor den Bestuursambtenaar. Juist als baar voel je nog het allerbest wat je in het begin vreemd is en krijg je indrukken en ontmoet je moeilijkheden en onbekendheden waarvan later de herinnering vervaagt.'
Wat zal Frits van zijn vaders raad gedacht hebben? "Ja Pa!"?

Poe en Katy schrijven ook kantjes vol, maar toch is Pieter ongeduldig als moeder haar schrijven niet snel afrondt. 'Toe Sfietje, opschieten!' maant hij haar. Het is in Lugano niet eens zulk lekker weer, dus blijft Poe binnen. Dan kan ze ook haar brieven afmaken toch! Ook in Rotterdam moet de jas aan. Daar bleek bij Pieter de zoom onderuit te piepen, maar Lien (?) zag dit: "Nee, mijnheer Deijs, zo mag ik u niet laten gaan"', dus pakte zij naald en draad en 'ik was weer het heertje.' 

In een aantal brieven verteldt Pieter over juffrouw Bras, die hij bezoekt en dan voorleest. Er wordt niet alleen gelezen, maar ze praten ook bij, spelen een potje dam, of Pieter laat de juffrouw stoom afblazen. Hij laat dat toe, omdat hij toch vooral medelijden met haar heeft. De juffrouw vindt het jammer dat Frits is vertrokken en Pieter laat doorschemeren dat zij waarschijnlijk een oogje op die prachtkerel had. Maar dan blijkt dat dat niet letterlijk kan worden genomen, want als er hulp is geregeld voor de moeder van de juffrouw 'kan ze a.s. Maandag weer beginnen in de werkinrichting voor blinden. [...] Ze glunderde van plezier toen ik haar een complimentje maakte over het krulletje dat ze ingezet had..arme stumper.' Het damspel blijkt voor de helft uit verzonken ruiten te bestaan. De zwarte stenen zijn glad en de witte hebben een spijkertje in het midden. Als juffrouw per ongeluk een verkeerde zet doet en Pieter die wil corrigeren laat ze dat niet toe. "Nee - zei ze - dan moet ik maar beter "uitkijken". Zoo iets is bepaald zielig', schrijft Pieter, maar hij vindt het ook wel weer bijzonder dat zij in het donker gewoon rustig kan zitten lezen, terwijl bij iedereen het licht al uit is. Of dit een soort luisterboeken betreft, vertelt hij er niet bij. 

De zondagmorgen vliegt voorbij met het lezen van brieven uit Priaman en Londen. De kinderen verdienen daarvoor 'goed gevormde gouden pennen  [...] bevestigd aan een multi-kleurig lint. Frits en Adolf speld ik het zelf op de boezem; Voor Els geeft ik Frits hierbij procuratie, dan weet ik dat ik nergens in prik per ongeluk.' Pieter is echt in zijn nopjes en realiseert zich dan waar 'die fijnheid' 'm in zit. Door de brieven, uitgezonderd haastbrieven, leer je elkaar veel beter kennen dan wanneer je bij elkaar bent en altijd wel ergens naar toe moet, 'maar als je ervoor gaat zitten en jezelf den tijd gunt om het GOED te doen, zoals Adolf deze keer nu ook heeft gedaan, donnewetter, dan krijg je toch wel eens hoekjes en gaatjes van elkanders binnenste te zien die anders geen tijd hebben om in het licht te komen. Gossiemoppe, wat is dat fijn.' 


 



1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...