In deze maand plakt Pieter weer heel wat krantenartikelen en weekoverzichten in, vooral uit de NRC. Hij schrijft weinig tijd te hebben gehad om belangrijke zaken op te tekenen en papieren te sorteren. Dat komt mede doordat hij zich waagt aan een lang gedicht voor zijn biljardclubkennis die dit samen met zijn vrouw in een tweegesprek zal voordragen op het 50-jarig huwelijksfeest van een bevriend leverancier in België.* Het is een 'revue' van maar liefst 16 pagina's. Pieter is ermee in zijn sas en zo mede zijn vriend, al is er wel enige wrijving ontstaan. Dat lezen we in een brief die de vriend (A.E. Braat) achteraf aan Pieter schrijft.
'11 Juni '26 Amice,
Hedenmiddag toen ik je sprak, was ik werkelijk geschrokken en drong het op dat moment tot mij door, dat je au fond gelijk hadt en ben je dankbaar dat je me ronduit midden in mijn gezicht geuit hebt en ik was min of meer ontdaan. Eerstens omdat ik voelde dat van hetgeen je zeide jezelf last hadt en ik aangezien werd voor onhartelijk en onverschillig, Deys dit is niet zoo, al is alle schijn tegen mij en dit zeg ik je, dit is onwaar. Een fout heb ik gemaakt en had je natuurlijk even op kunnen bellen, maar hiervoor is ook een excuus [...]'
Braat noemt vervolgens op waar hij de afgelopen dagen naar toe is geweest voor werk en hij vertelt dat hij na vier dagen feesten rond het jubileum 'werkelijk niet tot normaal denken' in staat is geweest.
'Mag ik je dan nu vertellen dat ik met je revue een reuzensucces heb gehad en ik van menigeen en vooral zij die het goed verstaan hebben een handdruk heb gehad voor de geestige en ook nog meer voor de mooie slotwoorden.'
De enorme waardering moet ook spreken uit het feit dat Braat meteen 's nachts het geheel heeft laten drukken, zodat alle gasten mee konden lezen, vooral met 'de laatste wenschuitspreking. Deze was buitengewoon fijngevoelig en vond ik het mooist van alles wat uit je is gekomen.'
Dat de bruid dit ook erg mooi heeft gevonden, blijkt uit een spontane zoen voor Braat. 'Dat deed me goed, al was zij over de 70 jaar, Deys, deze kus hoort jou eigenlijk toe.'
En nogmaals schrijft deze man dat hij er in de voorgaande dagen niet gereed voor was om Pieter officieel te bedanken, iets wat hij niet over de telefoon wilde doen.
'Ik heb er over loopen denken in welke vorm ik je de kus, als symbool van mijn dank kon overbrengen in de vorm van een souvenir en heb dit heden middag eerst vernomen. Ik twijfel niet of je zult me wel voldoende kennen om te weten, dat ik je werk waardeer en zal blijven waardeeren en neem aan, je na dezen brief weer de oude Deys ben. In deze verhouding teruggekeerd wil ik je aanbieden iets wat je als man dagelijks kunt gebruiken en voeg hier nog iets bij wat je thuis kunt gebruiken.'
Helaas is nog niet duidelijk wat de geschenken inhouden, maar Pieter mag een keuze maken uit iets in een koker en dan alles wat hij niet wil hebben, teruggeven aan de leverancier. Vervolgens zal Braat er een inscriptie in laten maken, 'want zonder dat zou het geen waarde hebben'. Dan is hij ervan overtuigd dat de twee vrienden elkaar na brief en cadeau's weer gewoon de hand kunnen geven 'zonder verder omhaal, waarna ik zeker weet, jij Deys blijft, waarvoor ik je gehouden heb.'
Braat hoopt dat Deys nu ook begrijpt waarom hij er bij de ontmoeting zo snel vandoor ging en dat ze elkaar snel weer eens zullen ontmoeten.
Het is wel duidelijk dat deze beste man diep door het stof gaat, waarschijnlijk omdat Pieter hem heeft verweten niet tijdig zijn enorme waardering uit te spreken en Pieter te bedanken voor zijn schitterende werk. We kennen de beste man zo langzamerhand genoeg om ons zo'n scenario te kunnen voorstellen.
Dan schrijft Pieter iets verderop naast het ingeplakte reviueboekje:
'In nevenstaande "Revue" staan veel verminkingen en onbegrijpelijkheden, slechte maten enz. Die zijn er door mijn vriend Braat ingebracht. OP door hem verstrekte gegevens heb ik dit rijmwerk met veel haast gemaakt, niet denkende dat hij het zou laten drukken. Hij heeft er enorm veel succes mee gehad.Gisteren kreeg ik als blijk van erkentelijkheid een zilveren cigarettenkoker, een notenhouten sigaren- en sigarettenkist met koperen banden en 100 cigaretten.'n Beetje veel!'
* Pierre Verstrepen was een steenbakker in Boom België. Als we de referenties hieraan van Pieter mogen geloven, dan was deze Belg zeer succesvol in zijn vak en de eerste die machinaal stenen ging bakken.
Een indruk van de revue:
'Ach mensch, ik sprak niet van kind'ren,
Dat werk heeft hij lang reeds gestaakt.
Mij dunkt dat zou nu slechts hind'ren
Genoeg heeft hij daarvan gemaakt.
Neen, vrouw, ik sprak van steenen,
Die hij machinaal fabriceert;
Veel tijd ging daar vroeger mee henen,
Maar hij heeft 't ze anders geleerd.
Niet minder dan veertig millioenen
Maakt nu de fabriek in 'n jaar
En z'n dochters zijn ook om te zoenen.
Ja, ja, wat Pierre deed was klaar.'
In een archief vind ik dat de steenhouwerij van Verstrepen in 1924 ophield te bestaan door het overlijden van twee broers. Ik denk dat Pierre ook toen al met pensioen was.