Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

donderdag 30 september 2021

Augustus 1932; midden zomer

Er is weer post uit Indië met interessante informatie van Frits. Pieter hoopt maar dat hij aantekeningen maakt van al die zeden en gebruiken.
'B.v. al die adat bij het eten met de handen en dergelijke, als dat nog niet geboekstaafd staat, lijkt het me verbazend belangwekkend om daar het noodige materiaal van te verzamelen. En ook zullen die gebruiken wel verschillen in de dessa's onderling, of bij verschillende stameenheden afwijken. Ik zie jullie al hier met verlof in Nederland met de handen eten. Aan elke vinger van de linkerhand een aardappel, terwijl je met je elleboog een gestoofde paling op de tafel vastdrukt, waarvan dan af en toe met de mond 'n hap wordt afgetrokken. De graatjes worden spugend gemikt in een gezamenlijk kwispedoor in het midden van de tafel. Reuze!'
Els maakt haar schoonvader een compliment voor zijn 'schrijfkunst', maar een handgeschreven brief zit er niet in, omdat hij de anderen (Katy, Adolf en tante Nella) ook op de hoogte wil houden; de kopieermachine is natuurlijk nog niet uitgevonden. 
Over tante Nella gesproken. Die stuurt een kaartje met wat 'politieke beschouwingen over de conferenties te Lausanne en Ottawa (waar ik terloops weinig resultaat van verwacht).'* Daarnaast ook het nieuws dat ze naar Londen zal afreizen. 'Back to civilisation. Maar, tantetje, het klimaat zal je tegenvallen hoor.'
Er zijn diverse jarigen deze maand (Katy, Adolf en Pa). Pieter heeft het plan die van zijn zoon te gaan vieren in Londen, als de financiën dat toelaten.
'Daarom kan ik niet twee dingen tegelijk doen en Zondag ook naar Amsterdam gaan, zooals ik graag had willen doen ter eere van Katy's verjaardag. Dus, kind, wat het zwaarst is moet het zwaarste wegen. Don't take me kweelijk please.'
Pieter verheugd zich zeer op de paar dagen Londen en hoopt dat 'Dolfie' een leuk programma in elkaar zal draaien. 
'Leuk om dat zo uit te spinnen; net als een kleine jongen die voor het eerst uit logeeren mag. Nu nog zooveel nachies slapen........en dan.....Ja, en dan moet je eens zien hoe gauw die dagen omvliegen.' 
Maar Pieter schrijft zijn dochter natuurlijk wel een felicitatiebrief. Eentje met de hand, maar met informatie die hij toch voor de anderen even herhaalt.
'Zoo schreef ik aan Katy: Nog eens zooveel jaren en je begint al naar je pensioen uit te zien en ligt schrijver dezes al kalmpjes uit te rusten onder de groene zoden. Ja, dan is er weer een nieuwe generatie in opkomst en zijn jullie wat men euphemistisch noemt tegen dien tijd "in de kracht van het leven". Vroeger heette dat "meergevorderden leeftijd".'
En dan zoals beloofd wat mopjes voor Solok. Pieter op z'n best hoor, lees maar:
'Man komt bij de dokter en vraagt hem eens te willen onderzoeken, meer speciaal met het oog op zijn duphilis. U bedoelt zeker syphilis, zegt de dokter. Ach nee, dokter, antwoordt de man, ik heb 'm al zo lang das ich nicht mehr syphilis sage. Wir dutzen uns.'
Een kwinkslag zo af en toe mag best, want het zijn zware tijden. Vooral de scheepvaartbedrijven worden hard getroffen. 'Scheepsnieuwbouw is er heelemaal niet meer. De dokken die nog iets te doen hebben teeren op reparatiewerk.'**
Dat er optimisten zijn die een opleving zien aankomen, snapt Pieter niet.
'We hebben van alles niet alleen genoeg, maar te veel. We moeten onze productiemiddelen stop zetten om niet nog meer te veel te krijgen. Verbetering kan alleen ontstaan als er eens eenige millioenen werkeloozen aan den slag konden gaan. Maar dan krijgen we nog eens dubbel te veel van alles. Ergo: opleving - snert.'
Pieter heeft wel een idee wat er zou moeten gebeuren, maar wil niet weer de politiek in 'en wat me natuurlijk heelemaal tegen houdt is het feit dat ik geen Nederlander ben, dus hier niets te vertellen heb.'
Hij heeft wel overwogen zijn oude nationaliteit weer aan te nemen, 
'maar juist de partijen die ik voor mijn inzichten noodig zou hebben zijn zulke baantjesjagers en zulke broeinesten van onderlinge nijver en ongenoegen, dat ik er niets meer van moet hebben.'
Dat klinkt toch weer heel actueel! 

  * De conferentie van Lausanne was een bijeenkomst met afgevaardigen van Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Italië en Duitsland om te anderhandelen over het stopzetten van de herstelbetalingen na de Eerste Wereldoorlog. Dit protocol is nooit geratificeerd, maar er was wel een 'gentleman's agreement' om geen betalingen meer te eisen.
De British Empire Economic Conference (Ottowa Conferentie) tussen Britse koloniën en overzeese gebieden (o.a. Canada, Australië en Zuid-Afrika) werd gehouden om de grote depressie te bespreken en handelsbeperkingen op te leggen aan niet-Britse landen. Dit opheffen van de vrijhandel leidde tot een breuk in het Britse gouvernement.

** De bijgevoegde foto's zijn van 'het crisisstrand' een zandstrook bij de Waalhaven waar tenten en houten huisje waren neergezet om in de zomer in deze crisistijd te recreëren. 

woensdag 29 september 2021

Juli 1932; gezond in lichaam en geest

'De goede berichten over Els en de "Leven"-maker vinden hier gretig onthaal.'
Pieter neemt de vrijheid om wat gezondheidsadvies te geven en wel ademhalingsoefeningen. Een beproefde remedie 'omdat er geen betere manier van bloedzuivering bestaat dan dit verbrandingsproces van vuile stoffen door zuurstof, waardoor de toevoer van gezuiverd bloed, waar de baby op leeft, wordt bevorderd.'
Zou dit een in Brits-Indië opgedane yoga-oefening zijn?
Het proces kan het best drie keer per dag worden uitgevoerd en betreft 10 keer ademhalen, maar niet zoals gewoonlijk. 
'Eerst alle oude lucht er uit. Je buik dus zoo plat maken als onder de omstandigheden mogelijk is. Dan zoo langzaam mogelijk door je neus nieuwe levenskracht opsnuiven, tot elke voor lucht beschikbare ruimte met versche lucht is gevuld. Die adem even vasthouden. In het begin moet je weer gauw los laten, maar een tel of 7 gaat al spoedig heel gemakkelijk. Daarna weer langzaam uitademen.'
Pieter past dit bijvoorbeeld op als hij met de pond de Maas oversteekt. In de 10 minuten dat de overtocht duurt, heeft hij dan precies 10 keer adem gehaald.  
Het doet hem goed, al is er qua gezondheid altijd iets om allert op te blijven. Frits moet aankomen. Hij is weliswaar 1,3 kilo aangekomen, maar zal aan toename Els niet bij kunnen houden. Pieter is zelf 81/82 kilo. 'Dat is volgens mijn lengte 2 á 3 Kilo te veel, maar erg buitensporig is dat toch niet.'

Het feit dat Frits vermeldt dat Douwes Dekker ooit Solok heeft aangedaan, maakt dat Pieter zich voorneemt toch eens aan Multatuli te gaan beginnen 'alleen omdat jullie daar zitten. Er zal natuurlijk veel bij zijn dat nu uit de oude doos is, maar toch ook veel dat niet veranderd is en toch in elk geval geschiedkundige waarde heeft.'*

Het maandelijkse uitje van vader en Katy was deze keer in Den Haag, waar Pieter 's avonds toch een afspraak heeft. Ze begonnen met een kopje koffie in Terminus en daarna een bezoek aan de Indische tentoonstelling, die Katy nog niet had gezien (en waar Pieter een kleedje koopt om vrijwel meteen cadeau te kunnen doen).** Vervolgens een strandwandeling en daarna met lijn 11 naar Ma, voor haar verjaardag. Daar waren diverse Indische gasten. 'Tonny begint op zijn vader te lijken zou ik zeggen. Teun lijkt op Els. Annie zag er alleraardigst uit.' Maar lang kan Pieter niet blijven, want hij moet naar zijn volgende afspraak, waar hij onder anderen handen schut met Truusje (?), maar dat is geen genoegen. 
'De handen van Truus zijn niet meer zoo klef als vroeger. Ze zijn nu doodgewoon kletsnat. Ik moest tenminste gauw mijn hand ten broeke steken alvorens de andere gasten te groeten. Zooiets is toch ook een bezoeking. Meer dan één avond zal een lonkend jonker daar ook niet mee uitgaan stel ik me voor.'
Zou er ook iemand met klamme handjes bij de nieuwe bezigheid van Pieter zitten? Pieter gaat namelijk eens in de veertien dagen naar een spiritistische séance.
'Wat ik er tot nu toe van gezien heb boezemt yours truly niet veel vertrouwen in. Er is een medium dat in trance gaat, maar niet heelemaal weg raakt en dus weet wat ze zegt en doet. Daardoor is de zaak voor mij niet betrouwbaar.'
Bij elke geest die ze oproept gebruikt ze dezelfde woordkeuze en gebaren. Maar Pieter geeft haar het voordeel van de twijfel, dus blijft het nog even aanzien om geen 'ontijdig oordeel' te vellen. 'Mocht zich iets bizonders voordoen dan zal ik jullie op de hoogte houden.'
Is het een sapig detail dat Walter Eden (?) plotseling van het toneel is verdwenen en dat hij de kasbeheerder (van een kleine 1000 gulden) van de loge was? 
Dan is het bedtijd, want Pieter komt best wel slaap tekort. Hij kon vroeger op zondag nog wel eens uitslapen, maar als hij bij de familie Chambers op Heyplaat is, dan wordt hij daar lekker vroeg door het zoontje wakkergepord.
'Uncle Peter! Uncle Peter! Will you read to me out of my new picture book. En wat kan poor Uncle Peter dan anders doen, als er een schat van een joggie iets zoo vriendelijk vraagt, dan je oogen uitwrijven, je bril van het nachtkastje snorren en voorlezen van rabbits and mice and kings and queens and fairies. Laatst moest ik hem plotseling de tafel van 13 overhooren en aangezien ik die zelf niet ken moest ik het hem niet zóó vlug laten doen dat ik niet telkens 13 bij het vorige getal kon tellen.'

* In het Verzameld werk van Du Perron wordt melding gemaakt van Douwes Dekker die inderdaad naar Solok zou gaan, maar in een niet zo frisse geldkwestie verwikkeld zou zijn. Het gaat hier te ver om daar verder over uit te wijden, maar e.e.a staat hier.  

** De Indische tentoonstelling werd op 14 mei 1932 geopend door prinses Juliana. Klik vooral op de link. Leuke informatie, die ik hier niet ga herhalen.
Hier nog een filmpje met archiefbeelden, vertraag de beelden en zie Katy met haar vader slenteren. En dat met de gebeurtenis in Parijs van een jaar daarvoor! Bergen zijn er verzet voor 'Hollandsch' glorie.

p.s. Tonny (Antonie Pieter Cornelis Nelson) was de 14 jaar oudere broer van Els. Hij was getrouwd met Annie (Anna Marie Martina van Leeuwen) en samen hadden zij een zoon, Teun.


dinsdag 28 september 2021

Juni 1932; een bossie rode rozen

Pieter geeft ons een situatieschets nadat hij op zaterdagmiddag achter de schrijfmachine duikt, het is al laat, want hij is opgehouden. 'Such are the drawbacks of being what people call "gezellig".'
Vader ziet de zon weldadig schijnen op de plek in de voorkamer waar Sophie die stralen zo kon koesteren. Door de ramen van de achterkamer heeft Pieter zicht op het groen van de oude bomen, waarvan het blad in de zon flikkert. De vogels zijn bewegelijk en luidruchtig. Alleen het geluid van motoren en de tram herinneren eraan dat we hier midden in de stad zitten. Voor de levendigheid (het is niet mogellijk er een huisdier op na te houden) heeft Pieter  - nu de bloemen toch heel goedkoop zijn - een 'graanumpie" op een kleine tafel bij het middenraam gezet en een begonia in zijn kille en vochtige slaapkamer. Middenop tafel een bos heerlijk geurende rozen die een geschenk zijn van vrienden. En dan nog een eigen aanschaf van wel 25 cent voor een bosje rose-lila lathyrus, die in een pikzwart kannetje op de schoorsteenmantel staan; voor de spiegel, waardoor het boeketje dubbel zo groot lijkt. De boekenkast is een gezellige wanorde. Bij het kopje thee trakteert Pieter zichzelf op een gezellig knabbeltje. Hij hoeft maar naar de hoek te lopen voor een maaltijd. 'Wiener Schnitzel, met gebakken aardappelen en doperwtjes - 90 ct. Voor dat bedrag kan ik zelf de moeite en drukte er niet van op me nemen.'

Om toch wat op te ruimen, heeft Pieter met 'de kantoorlooper' afgesproken. Die kan dan ook de opstapeling van kranten en melk-, spuit-, vermouth- en wishkyflessen de deur uit doen. Het is een verzameling van maanden, waar nog 'staangeld' voor te krijgen is. 
Helaas hebben de nodige rekeningen zich ook opgestapeld. 
'Plotseling kwam de kolenman mij op m'n dak met 1 1/2 jaar rekening waar ik niet op gerekend had. Oude schuld moet nog bij de wascherij worden vereffend en zoo zijn er nog enige gevalletjes die afdoening eischen. Enfin, zoo langzamerhand begin ik nu licht te zien in het Oosten. Als de zaken maar een beetje beter wilden loopen dan ging het vlot genoeg, maar het is overal zòò intens belabberd dat ik moet roeien met de stompjes riem die ik heb.'
Misschien biedt een nieuwe potentiële klant uitkomst, een grote importeur van bananen.
'Er moet een schema worden uitgewerkt voor reclame omvattende: window-display, tram- and busadvertising, bill posting, newspaper- and magazine advertising, booklets, etc. for Holland, Belgium, France, Switserland, Austria, Hungary, Jugo-Slavia, Czecho-Slovakia, Poland, Germany, Denmark, Sweden and Norway. A gigantic job, whilst the work may all or partly be for nothing. If it should go through, wordt het een aardig postje. Dus leven we weer in hoop.'

Helaas heb ik geen idee welke firma het hier betreft, maar bijgevoegde reklame stampt wel uit 1932. Er ontbreekt sowieso informatie in deze maand. Dat maak ik op uit het bericht: 'doordat ik de laatste weken nog al eens manu propria heb geschreven is Tante Nella al een poosje zonder zendbrief geweest.' Maar er schijnt in de tussentijd niets noemenswaardigs te zijn voorgevallen.  


Het wordt echt zomer in Rotterdam. 
'Nee hoor, als ik dat weer zoo aan den lijve voel dan kan je Indië van mij cadeau krijgen. Ik ben gisteren even naar huis gegaan om droog ondergoed aan te trekken. Ook hebben wij geen witte pakkieans in deze lage landen bij de zee  - ook niet op mijn verzoek ontwoekerd aan de golven, zou De Genestèt zeggen (Die lage landen dan altijd)'*

* Het kan heel goed dat Pieter op het gedicht Boutade doelt. Dat is in 1851 geschreven door dichter en theoloog Petrus Augustus de Génestet (1829-1861).


maandag 27 september 2021

Eind mei 1932; informatiebommetjes

Soms schuilt er een wereld aan informatie in een woord of een zinssnede. Niet voor niets is 'close reading' een vak. En dan zijn er nog de mogelijke 'cliff hangers'. Zo schrijft Pieter: 
'Dat muisje zal nog wel een staartje hebben.' Dat moeten we nog maar bezien, natuurlijk, net als de opzet van die nieuwe krant, maar het intrigeert wel. 
In dit geval gaat het over een lezing die Pieter onder enorme belangstelling bij de loge 3 Kolommen heeft gehouden over 'De Dictatuur van het verstand'. Waarbij hij het idee heeft gelanceerd van 'mijn Naamlooze Vennootschapsvorm als Regeeringsstelsel'.

Helaas zullen ook zaken die benoemd worden, niet meer te specificeren zijn.
Zo stuurt Pieter aan Adolf wat 'schoenenreclames' door, waarvan ik me meteen afvraag:
Welke, Pieter? 
Zelf gecomponeerd of van collega's? 
Alleen de afbeeldingen of met tekst? 
Ben jij het die op de slagzin 'fleurig als de lente' is gekomen?
We kunnen het niet meer vragen, alleen maar gissen en een beetje hineininterpretieren. En het nodige vanuit onze luie stoel opdissen, zoals bijgevoegd plaatje als leuke illustratie (zonder familieverband, voor zover ik weet).

Pieter stuurt zijn dochter tijdens haar verkoudheid een boek toe. Het is Farewell to Arms, van Ernest Hemingway, gepubliceerd in 1929, over een gewonde soldaat in de Eerste Wereldoorlog die verliefd wordt op een verpleegster. Ik kan me zo voorstellen dat we het, inmiddels als groot meesterwerk, allemaal hebben gelezen. 
Maar zoals we ondertussen wel kunnen stellen, zal Hemingway het in Pieters ogen vast niet winnen van Kipling. Frits' ervaringen met de 'Minangkeb'. herinnert zijn vader weer aan diens favoriete schrijver.
'Frits sprekende met de inlanders en de juiste spreekwoorden op de juiste plaats in toepassing brengende, riep mij het beeld van Stalky voor den geest met zijn soldaten. Die maakte zelf moppen en kwinkslagen in Pushtoo. (Khyber Pass; N.W. Indië).'
Zoekende op het woord pushtoo, kom ik op pasjtoe, een Indo-Europese taal die in Afghanistan en Pakistan gesproken wordt, precies daar waar zich die Khyber pass bevindt. En dan Stalky. Die zit in Kiplings Stalky & Co (1899), een verzameling kostschoolverhalen, met autobiografische elementen en onderwerpen, zoals wraak, pesterij en geweld met wat verholen seks.
Dan de zinnen: 
'Meubel dessin met genoegen bekeken. Rawl-plugs honden baantje. Ik zou er waarschijnlijk geen geduld voor hebben gehad en wat we in Br. Indië noemen den "mistri" hebben bijgehaald. Mitri staat zoo ongeveer voor vakman. Ik heb mij philologisch wel eens afgevraagd of dat nog verband kan houden met "meester" en mysterie".' 

Maar Pieter, wat zijn dan Rawl plugs? Nou, Google het maar achterkleinkind en dan vind je dat het 'gewoon' om pluggen gaat
By the way, overgrootpa, mistri is volgens Wikipedia geen samentrekking, maar een afgeleide (in de taal van de Gujarat) van het Portugese 'Mestre' dat meester of onderwijzer betekent. Dat is aannemelijk als je je bedenkt dat de Portugezen reeds in 1500 al hun stempel op Gujarat drukten. 'Mistri' kan vrij vertaald worden als hoofdaannemer.

Oh ja, en dan hebben we nog de vrolijke noot die ons ook aan de tijdgeest laat ruiken. Het is deze keer duidelijk decent gehouden, opdat de aanstaande moeder ook een lach om de lippen kan toveren.
'Mopje, passend voor den tegenwoordigen Solokschen toestand.
Schoolvrouw roept klein meisje uit de klas en vertelt haar dat zij per telefoon van haar huis bericht heeft gekregen dat moeder door een ooievaar in haar been is gebeten, dus dat ze niet schrikken moet als ze thuis komt en haar moeder in bed vindt. Klein meisje: Schandalig om een zwangere vrouw in d'r been te bijten.' 

 

Dit houdt geen verband met de familiegeschiedenis, maar wat lees ik nou weer voor bijzonder verhaal uit 'jouw' tijd overopa: Eeuwenlang liepen er ooievaars rond op de Haagse vismarkt. Ze pikten daar het afval weg, dus waren zeer nuttig. 's Nachts werden ze in een kooi gezet en 's morgens weer losgelaten. Maar in 1902 besloot de gemeente om de markt met een chemisch middel schoon te spuiten en daar kregen de 'uivers' blaren van aan de poten en ze gingen eraan dood. Een nieuwe poging, met een nieuw stel vogels, mislukte ook, dus werd besloten ze uit te zetten in de Hofvijver, maar daar kregen ze ruzie met een broedend zwanenpaar. Toen zijn ze naar de dierentuin gebracht, waar ze na de Tweede Wereldoorlog zijn verdwenen. Gelukkig zien we ze deze babytansporteurs inmiddels weer veel in het wild. 

zondag 26 september 2021

Mei 1932; brieven schrijven en lezen

Het duurt natuurlijk altijd een tijdje voor de brieven van en naar Indië aankomen. Als een schrijven in 20 dagen aankomt is dat al'niet kwaad'. Dat is wel andere koek vergeleken bij de, laten we zeggen, 2 seconden, die er tegenwoordig wereldwijd mee gemoeid zijn. 
Pieters vaderlijke geweten krijgt 'een opstopper' als Els hem schrijft dat 'Fisje' altijd zo teleurgesteld is als er geen brief van vader is. Dat iemand op bericht van hem zit te wachten, vlijdt hem zo dat hij zich voorneemt de frequentie van schrijven te verhogen. 'Dat ik echter bovendien mijn oudste jongen af en toe teleurstellingen bezorg dat kan eigenlijk niet door de beugel.'
Frits en Els schrijven hun brieven met de hand, waardoor Pieter ook kan zien dat het handschrift van zijn zoon op dat van hemzelf lijkt. En wat streelt dat het ego weer.
'Hieruit volgt dat ik de laatste zal zijn om te zeggen dat Frits geen mooie hand schrijft.'
Els meldt ook nog dat, ondanks het bezit van een typemachine, het schrijven van Adolf bar tegenvalt. 
'We willen hopen dat Esje's aansporing op Adolf dezelfde uitwerking heeft als op de ouwe heer, die oogenblikkelijk naar zijn machine huppelde.'
Naast de vrachtbrieven, is er lucht- of vliegpost en dan zijn er nog 'kabelgrammen', zoals Pieter verstuurt aan Els om haar met haar verjaardag te feliciteren (12.05). Een cadeau heeft Pieter nog niet maar 'Ik was allemachtig blij dat ik er op den dag van je verjaardag aan dacht, Essekind, want ik heb een geheugen voor verjaardagen als een gevilde garnaal.'
En dan zijn er kaartjes over en weer, met name onder de familieleden in Nederland, met korte mededelingen en/of vragen. 
En via de brieven vormen zich de beelden van elkaar. 
'In de visies van oudervreugde, waar Esje zich nog niet al te goed durft inleven, kan ik met jullie meeleven, kinders. Frits zit meer aan de poetische en Esje meer aan de praktische kant. Frits heeft beelden van een troonopvolger - Esje hoopt dat de kleertjes zullen passen. Goed zoo. Dit is een uitstekende sfeer voor de kleine om in te gedijen. Proza en poëzie. Vader en moeder beide vol idealen; twee begaafde menschen ieder naar zijn aard - dat moet een goed resultaat worden. Als nu dat Indische klimaat maar accordeeren wil dan gaat alles goed. Wat zal dat kind een TACT hebben.'
En via de brieven volgen adviezen. Pieter aan Frits bijvoorbeeld:
'Met de zweetdruppels van dynamiet moet je bizonder voorzichtig zijn Frits. Dynamiet is een stopverfachtige samenstelling die uitsluitend ten doel heeft de nitroglycerine minder gevaarlijk in het gebruik en gemakkelijker vervoerbaar te maken. Salpeter, zwavel en kieselguhr als bindmiddel zijn eenige der voornaamste bestanddeelen.
Twee waggons dynamiet, die te veel gezweten hadden, vlogen in 1896 in Johannesburg de lucht, of liever eerst de grond in - en toen er uit. De rails waar de wagens op gestaan hadden leken wel kurkentrekkers. 23 kisten vleesch van menschen, muilezels en honden, in onherkenbare fetzen, hebben we naar de begraafplaats gebracht. So for God sake, be careful my dear fellow. Ik denk dat de pure nitroglycerine uitzweet en dat is verdomd gevaarlijk goedje.'*
Lag deze ramp politiek gevoelig? Het is mogelijk. Over politieke 'intriges' gesproken:
'De geheime stukken en het sturen van spionnen naar vergaderingen herinnerde mij weer levenig aan Kim in the political service of the Indian Government. Je vindt daar zeker wel weer nieuwe dingen in je werk, hè Frits.'**

En al die geschreven, getypte contacten, soms met bijgevoegde kiekjes, boeken en dergelijke, doen Pieter goed.
'Mijn vaderlijk gemoed groeit als kropsla in de manenschijn als ik zoo over mijn kinderen denk. Mijn slordige Frits zet nu de puntjes op de i; de Teetjest die het zoo fijn heeft en zoo goed doet in het W.G., en mijn zoon van 10-jarige H.B.S. die zelfs Duitsche les geeft en zich nu een prachtbaan heeft veroverd waar nog meer perspectief in zit. Het is doodgewoon enorm. Ik heb in dat opzicht ook een gemoed overvloeiende van dankbaarheid en rechtmatigen trots. Wat zou die Poe daarin gegnuifd hebben.'

* Een van de grootste Zuid-Afrikaanse rampen vond in 1896 plaats in Braamfontein. Daar stond een trein met 8 wagons vol dynamiet te wachten om te worden getransporteerd naar de mijnen. Maar omdat de opslagruimtes voor dynamiet al vol waren, werd de trein op een zijspoor in de branden zon 'in de wacht gezet', drieeneenhalve dag lang. Toen hij eindelijk kon worden uitgeruimd, werd 'ie met een locomotief verplaatst of botste deze op de wagons en daarbij explodeerde het geheel en werd een krater geslagen van 60 bij 50 meter in omtrek en 8 meter diep. De knal werd op 200 kilometer afstand gehoord. Drieduizend mensen verloren hun huis. Het is niet precies duidelijk, maar er zijn hierbij waarschijnlijk 70 mensen overleden en 200 gewond geraakt. Het exacte aantal doden is niet bekend, omdat sommigen gewoon in de as verdwenen, bovendien stond het station in een van de armste woonwijken van Johannesburg. De precieze oorzaak van deze ramp is nooit helemaal boven water gekomen, maar er wordt wel melding gemaakt van een omgeving van 'concessies en politieke onderstromen'. 
De president, Kruger, huilde. Hier meer info.

** Pieter refereert hier aan Kim, de roman van Kipling. Waarschijnlijk wel een prachtig boek om eens te lezen. Pieter was in ieder geval een fan en het verhaal klinkt intrigerend.

p.s. de briefkaart uit Londen is zoals te zien, in mei 1911 door Poe aan Frits (in Johannesburg) geschreven. Ze zal dus 'even' op stap zijn geweest in die tijd. Hier opgenomen als voorbeeld van het sturen van berichten. 

zaterdag 25 september 2021

Begin mei 1932; groot nieuws!

Het is zondag 8 mei. Pieter is alleen thuis en hoort om 7 uur 's morgens reeds het belletje van de postman. Hij vermoedt een brief van Adolf, dus 'Sierlijk, slank in mijn allerbeste blauw-wit gestreepte pyama ben ik toen omhoog gestegen , op hope van zegen........Geen brief van Adolf, MAAR.......... TWEE VLIEGBRIEVEN UIT SOLOK.' Pa en Ma waren al ongeduldig geworden en hadden een kaartje gestuurd om te vragen of er al iets door te zenden was. Op de mat vallen een brief van Frits, eentje van Els en eentje van hun samen. In de brief van Frits zit een plattegrond van het huis en bijgebouwen en een opmerking over het feit dat Frits' huidige baas hem nog als kind heeft gekend, maar:
'Bij het nieuws uit die laatste verloor al het andere zijn belangrijkheid [...] dat er een bewoner op komst is waarvoor het licht van eenden, katten, klimmiens gaat tanen, dát was een stuk nieuws, astronomisch gesproken van de 1ste grootte. Also DOCH!'

Katy had zich al eens afgevraagd of het houden van apen geen negatieve invloed op de vruchtbaarheid kon hebben. En, al vond hij het toch ook wel tijd worden, daar gelooft Pieter niks van. 'Wat kan nu in Godsnaaam een aap, buiten aan een paal, te maken hebben met de meest natuurlijke der menschelijke functies.' En 'Aan uitlatingen van Esje kon ik wel vermoeden dat er geen opzet in het spel was, dus dacht ik : no issue, wegens onbekende oorzaken.'
Pieter hoopt natuurlijk dat de komende maanden zonder lijdensweg zullen verlopen. 
'God, kinderen wat zullen jullie je gelukkig voelen. Mijn laatste ervaring op dat gebied ligt nog geen 25 jaren achter me en ik weet nog ieder tafeleel, iedere angst, al moeders geestkracht en al het geluk bij ieder van jullie drieën.
Bij geen van drieën ben ik een ijdel toeshouwer geweest, of iemand die in de andere kamer zat te wachten tot alles klaar was. Bij Katy's geboorte heb ik en niet de dokter een vloeiing gestelpt; Frits heb ik zelf, heelemaal alleen, eigenhandig gehaald en bij Adolf heb ik de chloroform toegediend terwijl de dokter zijn instrumenten hanteerde. Het is telkens weer een gebeurtenis waar je met blijde verwachting tegenop ziet. Ik wil hiermede alleen maar zeggen dat ik niet ten halve maar ten heele jullie toestand realiseer omdat ik er nooit, zooals vele husbands, afzijdig van gestaan heb, maar alles intensief heb meebeleefd.'
Iedereen is verheugd over het bericht. Ook Pa en Ma 'die er reeds lang op zaten te vlassen, maar het is niet de eerste keer dat zij grootouders worden [...] Toch is dit de eerste gebeurtenis bij hun eenige dochter.'
Nu is de vraag natuurlijk 'hoe eventueel zich de physische en psychische gaven die DEYS-NELSON hereditair hebben meegebracht, zich zullen ontwikkelen en mengen.'
Katy, die al voor zoveel kinderen 'pseudo-tante' is, is natuurlijk ook 'gek mee' en zal de 'tante-titel' extra op prijs stellen. 
En Adolf:
'...zet zijn twee voeten in zijn nieuwe waardigheid [als oom] nog een ietsje steviger op den grond en zegt, zoowezooiens, oomeoomiens, nah, proer, ik zal er nog een beetje mee wachten voor en aleer ik jou ook oome maak, maar desalniettemin, evenwel en nochthans van heeler harte geluk gewenscht en nog vele na deeze.'
 Pieter vindt zich voor de titel grootvader nog wat jong, maar is toch heel verguld en leest die blijdschap ook in de afsluiting van de brief door Els: 
'TWINTIG ZOENEN [...] nee kind, het is TE veel. Je overstelpt me met weldaden. Noch NIE dagewesen. Maar het is dan ook voor een gelegenheid die nog NIE dagewesen ist. Als je nu bij de tweede gebeurtenis maar niet afzakt naar vijftien of tien dan heb ik er vrede mee. Deze twintig zijn inmiddels dankbaar geïncasseerd.'

vrijdag 24 september 2021

25 April 1932; Fisje en Elsje en hun kindje

Uit de oude doos komt een brief van Els en Frits met groot nieuws. De brief is op flinterdun luchtpostpapier geschreven, aan twee kanten, waarbij de inkt is doorgedrukt, dus het geheel is moeilijk te lezen, maar het is gelukt. De brief gaat als volgt:

Solok 25 April ’32

Lieve Teestjes,

Dit is nu een brief voor jou alleen en dan nog wel een vliegbrief, maar dat komt, we hebben zulk groot en heerlijk nieuws, dan dat dat niet anders dan per vliegbrief kan. Heb je ’t al geraden: Nog een half jaartje is het bij ons: Fisje en Elsje en dan wordt het Fisje en Elsje en hun kindje. Is dat niet heerlijk. Volgens berekening komt het zoo wie zoo in october. Je weet niet hoe gelukkig of we zijn. We verlangden zoo naar een kleintje maar hebben dat mogelijk nooit geschreven, zijn er es in Priaman wel voor naar een dokter gegaan die constateerde dat ik prachtig gebouwd was voor baby krijgen en ik moest dan maar wat geduldig zijn want als je pas 8 maanden getrouwd bent en nog geen baby gehad had, was dat helemaal niets om je ongerust te maken. En nu is ’t werkelijkheid Teetjest wordt nu tante Teetjes een echte tante van ons eerste kleine kindje. We hopen op een jongen maar ik denk, nee weet zeker dat een meisje even welkom zal zijn. Ik kan ’t me nog niet helemaal goed indenken, hoewel we ’t al een tijdje vermoed hebben. Op 17 februari had ik eigenlijk onwel moeten worden, maar toen dit niet kwam weten we het aan de plotselinge grote schok. Toen ’t echter ook in Maart weg bleef begonnen we te vermoeden en te hopen en besloten we te wachten met dokters onderzoek tot April. En zoo zijn we gisteren dan naar Sawah Loento gegaan, waar de dokter me onderzocht heeft. Over 1 1/2 maand moet ik terugkomen, dwz. hij heeft gezegd zodra ik leven voelde.

Verder had ik de laatste tijd een grote honger maar bepaald tegenzin in eten. Ik moet zoveel mogelijk eten en 2 blikjes melk per dag drinken en levertraan + kalium innemen. Maar dat heb ik er allemaal voor over, dat begrijp je wel. En nu ben ik aan ’t verzamelen geslagen van baby kleertjes en patronen. Als jij nog wat te pakken kunt krijgen of zelf leuke ideetjes hebt houd ik me heel erg aanbevolen ook voor eventuele raadgevingen hoor, dat mag jij als tante. 

Wat jammer dat Poe dit nu niet meer heeft mogen beleven, wat zou ze trots geweest zijn op haar eerste kleinkind. Weet je, die kantjes van Poe wil ik nu ook gaan gebruiken ,hè kon ze dat nu nog maar zien. 

Ik voel me gelukkig goed ’s morgens wel misselijk maar het overgeven bedwing ik door op bed te blijven en daarna pas op te staan [plusminus] half 8. Fisje is zoo schattig voor me en als ik een vuile boel gemaakt heb ruimt hij het voor me op. Ik geloof niet dat er veel mannen zoo zijn. 

We sturen vader en Adolf  en Pa en Ma ook een vliegbrief dus deze hoeft niet door. Wel kreeg ik graag van jou per vliegkaart of brief bericht hoe je ’t wel vond om deze brief te krijgen. Wat fijn die promotie van Adolf, wat zal hij daarmee in de wolken zijn. Ik ga ’t hem nu vertellen en tegelijk gefeliciteerd met de vooruitgang. Nu, dag Teetjest, tante. Erg veel liefs en zoenen van je Els


25-4-’32 Solok

Dè Teetjest

De kleine Fistjest krijgt van Esje een babytje, voor zijn verjaardag, want tusschen 20 en 27 October komt ons kindje. Vind je het niet heerlijk. Ik weet haast geen raad. Op straat wil ik het aan iedereen vertellen , maar dat gaat niet. Arme Poetje, hè, dat ze dat nou niet meer heeft geweten. En dan nog daarbij dat Esje voor het eerst niet onwel werd op 17 Februari. Is dat toeval, of …….? Ik weet het niet. Alleen weet ik dat we samen razend gelukkig zijn. Weet je nog dat je me voor mijn verjaardag ’s schreef dat je hoopte dat er het volgend jaar een kleine Fistje bij zou zijn. Nou, dat gebeurt dan hoor. Fisje toch sóóó blij. Ik kan Esje maar het meest laten schrijven want die kan het meeste plaats  gebruiken natuurlijk, maar ik ben toch net zoo gelukkig. Dè Tante Teentjes, veel poenen en heel veel liefs van je broer die vader wordt.

Frits.


April 1932; maar twee brieven

Van deze hele maand zijn er slechts twee brieven en de eerste is ook nog eens opmerkelijk kort.
Pieter is bij Katy geweest, die ook een heel attent kaartje stuurt om voor het bezoek te bedanken. Pieter bevestigt nog maar eens dat hun maandelijkse 'deal' door zal gaan, dus reserveert 1 mei voor het volgende contact met zijn dochter. Maar we zullen zien dat er nog steeds wrijving is tussen de twee.
Het is druk, niet alleen op het werk. Pieter is een weekend naar Antwerpen geweest, daar heeft hij mensen poker-patience geleerd, is hij even de stad in geweest en op zondagmiddag met de auto naar Brussel gereden, door het Bois de la Cambre, de groene long van Brussel.
In België is medio april de zomertijd al ingegaan, waardoor Pieter al vroeg uit zijn bed moest. 'Brrr'Ik heb er van alles gehad en genoten, behalve van te veel slaap.'
Nog even over drukte op het werk: 'I am what you call "in trek". De een voor en de ander na sla ik af en dan blijven er nog zooveel over.'
Maar als zijn plannen doorgang willen vinden, zal Pieter dit werk toch moeten opgeven. 
'Ik verkeer n.l. in den laatsten tijd in een toestand tusschen hangen en wurgen: die Engelsch-Amerikaansche krant oprichten in een commercieel slechten tijd en mijn schepen achter me verbranden, maar dan ook weer vrij man, zelfstandigheid zonder de kleineerende burgerman om mijn vleugels en denken te kortwieken OF doorsjokken in een eveneens slechten tijd met een achteruitgaand budget en in gezelschap van een sociaal onmogelijk mens.'
Pieter is aan het wikken en wegen en neigt 'naar het aanpakken, maar dan flink, van het nieuwe.' Hij heeft zelfs al een toezegging tot een investering gehad van f3000,- en dat van een 'zeer invloedrijk man'.
Maar vooralsnog blijft het bij een plan. Dat betekent ook dat Pieter de uitnodiging van 'Dolfke' om met Pinksteren naar Londen te komen moet afslaan.
'Bruin kan het niet trekken. De zaken zijn niet rooskleurig en ik heb nog verschillende schuldjes (mijn eeuwige metgezellen) zoodat het onverantwoordelijk zou zijn om mijzelf voor mijn genoegen in verdere schuld te steken. Dat mag ik heusch niet doen jongen.'
Maar als het wat wordt met de krant dan zou het zomaar kunnen dat Pieter voor diverse contacten in Engeland moet zijn. Het spijt hem wel, 'want een beetje hartelijkheid van dichtbij is toch altijd nog 100% boven alle vriendschap van vreemden.'

Er is bericht vanuit Indië dat Frits is overgeplaatst naar Solok, in hetzelfde district als Taloe, maar Pieter heeft nog geen details, behalve dat 'Gefeliciteerd met je ééne gebroken glas', vast op de verhuizing slaat, want 'Ik zie nog mijn heele kist met Japansch servies in gruzelementen op de kade van Durban vallen.'

Als Katy op de eerste mei komt, kan ze maar beter niet blijven slapen, want dan moet er in huis veel geregeld worden. Ze zullen op die zondag op de thee gaan bij de heer en mevrouw Chamers in het dorp Heyplaat.*
Misschien heeft Katy wel wat aan tips voor het wassen van het wollen ondergoed. Dat doet Pieter met de hand om krimp in de was te voorkomen.  Hij is al wel een hele expert en'anybody wanting any hints on the correct washing of woollens can apply to me [...] de werkster houdt de boel knap, althans voor het bloote oog, zoodat ik gelukkig altijd iemand kan ontvangen.'
Dan ontdek ik dat de eerste brief op de achterzijde nog doorgaat, daarop onder andere:
'Een naschriftje alleen voor Katy, dat dus niet op de andere brieven voorkomt.'
Het komt natuurlijk in de beste families voor: gedonder over de erfenis.  Katy en Pieter hebben erover gecorrespondeerd en duidelijk ook gesproken:
'Wij bespraken wie dit of dat zou krijgen. Dat kwam doordat jij moeders ring met de turkoois reeds GENOMEN, althans aan je vinger had gedaan.' Vader doet daar uiteindelijk niet moeilijk over. En dan ging het nog alleen over de sieraden, die niet zoveel voorstellen.
'Ik bedeelde Adolf al vast met het gouden Afrika'tje en zei dat ik voor Els nog wel een en ander zou uitzoeken.'
Aan het eind van het gesprek vraagt Pieter aan zijn dochter of ze moeders bontmantel wil hebben, waarop Katy zegt dat ze dat nog niet weet.
'En ik weet dat nog zoo bizonder goed omdat toen later eenige mijner grieven in een gesprek met Adolf naar voren kwamen ik nog zei: Wat ik haar niet gaf neemt ze en wat ik geef weigert ze.
Begin maar met aan te nemen dat alles in huis, behalve je boeken en een paar privé eigendommetjes, van mij is en dat IK en niemand anders daarover beschik. Wat we dan naderhand in vriendelijke stemming regelen zullen we nog wel zien.'
 
*Heyplaat was in die tijd een vrij nieuw gebouwd tuindorp op relatief grote afstand van Rotterdam, aan de zuidkant van de Nieuwe Maas. Het is gebouwd voor arbeiders van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij en werd begin jaren twintig opgeleverd met eigen scholen, winkels een feestzaal en maar liefst drie kerken die in een lijn achter elkaar staan. In 1934 zou Quarantainestation Heijplaat worden gebouwd, voor zeelieden met besmettelijke ziekten (zie bijgaande foto). Mijn oog valt vast op dat detail, omdat het plots weer zo actueel is.










woensdag 22 september 2021

Laatste week maart 1932; ja, de geschiedenis herhaalt zich

Toevallig hadden we het er laatst over: is het nou Deijs of Deys? Zou het door de typemachine zijn gekomen dat het een het ander werd?
Nu begint Pieter er zelf over tegen Frits, omdat er verwarring is op de ledenlijsten van de loges:
'Ze hebben zeker mijn naam met de jouwe verward. We staan gek in de ledenlijst. Op mijn naam wél puntjes en op de jouwe niet. Zoo sta ik bij de i en jij bij de ij.' 
En dat staat dan weer getypt als 'jy by de y.'
Het is in verband met het nieuws dat Frits de loge heeft 'voldaan'en  dat de loge in Padang Frits wilde aanzoeken.
Uit Indië ook het bericht:
'Slangendood genoteerd. Hetgeen me nog aan een moment van trots herinnerde uit mijn jonge jaren. Toen heb ik eens een pofadder die met uitgespreide "hood" op zijn staart tegen me stond te blazen, dwars door z'n venijnige slangenkop geschoten.'
Hij herinnert zich ook de saté waar Els iets over heeft geschreven. 
'Dat Maleische gebruik is indertijd met de gestrafte kettingganger-Maleiers naar Zuid-Afrika overgebracht.* De boerenvrouw noemt die stukkies aan een houtje gebraden vleesch "sasaatjes".'  
 
En dan nog wat landelijk nieuws dat nieuwsgierig maakt. Want Pieter schrijft: 
'Zaak Heyne - Kröller zal wel de doofpot ingaan.' Hiernaast zien we Anton Kröller (1861-1941)
Er is eindelijk een onderzoek gestart door het rijk, schrijft Pieter. Het is een heel wespennest met onderzoek naar ondernemingen in Zuid-Amerika, Zweden, Duitsland en nog meer. Een 'portefeuille' met boekhouding die Price Waterhouse maar liefst 36 duizend gulden per jaar aan accountantskosten opleverde. Pieter denkt dat die ene rijksaccountant daar nooit wijs uit kan worden, al stelt een onderzoek het publiek tevreden. 
'Kröller-Muller hebben al den tijd gehad om te verdonkeremanen of onvindbaar te maken wat hun zou kunnen incrimineren en als die accountants dan een paar jaar aan de gang zijn, volgt het rapport dat alles TE ouden datum is om daar nog goed wijs uit te kunnen worden, waardoor het dept van justitie niet voldoende beslagen ten ijs zou komen om met succes een vervolging te kunnen instellen. Let maar eens op.'**


* Pieter doelt hier op de Kaap-Maleiers, een bevolkingsgroep in Zuid-Afrika die zich onderscheidt door hun godsdienst (islam). De eersten, gevangenen en slaven van de VOC uit de Maleisische archipel, vestigden zich al vanaf 1654 bij Kaapstad. De grootste groep woont daar nog steeds, vooral in de wijk Bo-Kaap (al is - ook - daar intussen wel sprake van gentrificatie).

** Het is heel goed mogelijk dat deze hele zaak met een sisser is afgelopen, want ik vind er alleen dit over. Kröller (in het boek Leven op Krediet ook wel 'een man zonder scrupules' genoemd) zou natuurlijk de geschiedenis ingaan als die van Müller. Wat een bijzondere zijtak toch weer in het familieverhaal dat zich in deze tijd ontvouwt. 

dinsdag 21 september 2021

Bijna eind maart 1932; 's levens tegenstellingen

Voor maar liefst 36 gulden is Pieter weer een paar jaar 'onderdak'. Het moet hem pijn hebben gedaan (in de portemonnee), maar hij had nog maar twee pakken! 'Een in de wasch en een aan de bas.' Dus heeft hij drie nieuwe boorden, drie gekleurde overhemden, drie paar sokken, twee dassen en 'één pak ondergoed' gekocht. Qua beddengoed zit hij voor één persoon goed in de lakens, met handdoeken 'ook plenty', dus daar hoeft hij niks voor uit te geven. 
Het is een aderlating ook gezien de situatie op kantoor, waar hij de afgelopen tijd zoveel rekeningen binnen heeft gekregen 'daar rijzen m'n haren van te berge.' En nu gaat hij ook nog eens naar Amsterdam om Katy financieel wat te ontlasten (de bezoeken aan Rotterdam kossten haar toch zo'n 40 gulden per maand). Dit is de reden die hij zijn andere kinderen opgeeft voor het reduceren van de ontmoetingen tot een keer per maand. Geen woord dus over de ruzies.
Het is dan ook niet gek dat Pieter nog vermeldt dat hij maandag en dinsdag voor 75 cent heeft gegeten, veel. En hij is niet de enige waar het financieel sappelen is. 'De krant heeft elken dag zijn lijstje faillissementen, groot en klein en men zit zich met eenige nieuwsgierigheid af te vragen: Wie volgt?'
Ook in Indië zijn er de nodige problemen. Zo getuigt een antwoord van Pieter op informatie uit Taloe:

Pieter bezoekt de loge waar hij twee heren een tweede graad heeft gegeven en een lezing over psychologie en physiologie bijwoont. Hij bezoekt bekenden en broeders en raakt qua afspraken bijna de tel kwijt. Maar het wordt zeer gewaardeerd.
'Al die vriendschapsblijken zijn me een reusachtig hart onder de riem. And by God, I need it. This house is a lonely and loveless affair. Ik zie onze Fiegie nog maar steeds overal rondstappen, zich aan alles vast klemmende, net als een kind dat weer leerde lopen.' 
Ze komt later in de brief ook weer terug als hij zijn opmerking over haar voorleven in herinneringen weer aanhaalt.
'Zelfs zonder dat je jezelf er bepaald toe zet, zooals Adolf dat laatst eens zoo aardig zei, beleef je je ouders in allerlei dat je doet en denkt. Hij zei:"Ik BEN jullie". En zoo gaat het mij natuurlijk dubbel en dwars die hier in de onmiddelijke omgeving van alle herinneringen zit. Ik heb me gisteravond voor het eerst kunnen vermannen om een contemplative cigaret te zitten rooken in het kleine kamertje......'
Terugkomend op al die bezoeken, die weliswaar zeer welkom zijn, realiseert Pieter zich toch dat hij er eerlijk gezegd geen voldoening uithaalt.
'Ik begin nu in een periode te geraken, gelukkig, dat ik liever thuis ga zitten werken. Ik ben echter nog zóó overstelpd met uitnoodigingen, dat ik al die lieve goedbedoelende mensen niet voor het hoofd wil stooten.'
De voldoening is alleen te vinden in werk, zeker bij alleenstaanden, zoals Katy. Zij schrijft dat ze het erg druk heeft en dat is natuurlijk heel prettig.
En dan moet er ook echt na jaren toch weer eens een bezoek aan Bussum worden gebracht. Pieter vindt het wel een opoffering, tussen dat stel drukke kinderen, maar 'van het nieuwe kind dat naar mij vernoemd is heb ik nog geen wenkkbrauw gezien.'En oom Ko had een hartelijke brief afgesloten met hint:"Nu moet je niet elken Zondag komen".
De brief uit Indië is snel naar de Nelsons gestuurd, omdat er zoveel moois in stond over een welgeslaagde speech, sporten, bezoeken en 'kantoor-improvements'. Er zit kennelijk ook een foto van Frits bij, want:
'Ik ken mijn eigen zoon haast niet terug. Wat een nette kerel is dat geworden - op kantoor. Thuis zorgt Esje er wel voor. Marvellous.'

En wat ook marvellous is, is het bericht van Adolfs '110 percentige sprong naar voren.'
'Ik vind het gewoonweg ENORM. It is a jump from abject poverty to scintillating wealth. Je voorstel is aangenomen, jongen. Je vader komt dezen zomer bij jou z'n vacantie doorbrengen!'

Pieter is inmiddels 3,5 kilo afgevallen en heeft al een tijd pijn achter de ribben. Hij probeert dit te onderdrukken met 'electriciteit en heete kruiken', maar het is hartnekkig. Het is dan ook nog steeds 'Bolsjewistisch koud'. Toch maakt hij zich er niet te ongerust over, omdat hij niet denkt dat het in zijn longen zit.
En dan is er ook nog de begrafenis van schoonvader Van Werkhoven.
'Ik had voor een bloempje gezorgd en op het lint laten drukken "Van de vrienden aan "Opa" [...] Hij heeft niet lang geleden. Hij was opgestaan om zich te wasschen en was een half uur later dood.' 
En vervolgens door naar een verjaardag. 
''s Levens tegenstellingen.'

maandag 20 september 2021

7 maart 1932; tirade

Het zijn drie velletjes. Als je ze helemaal leest zit je met je oren te klapperen. Het is geen kattenpis.
Pieter schrijft aan zijn dochter die op dit moment 27 is en nog steeds in Amsterdam werkt. Het moet op schrift, omdat Katy haar vader anders niet de gelegenheid geeft te zeggen wat hij te zeggen heeft. Hij gaat hiertoe ook over, omdat het de wens van Poe was 'die onze handen in elkaar legde' dat vader en dochter niet van elkaar zouden verwijderen. Pieter heeft over deze kwestie nooit aan zijn andere kinderen geschreven, maar Adolf heeft er wel wat van meegekregen en zijn vader gezegd dat hij zulk gedrag niet meer elke dag zou kunnen hebben.
Aan het begin van de brief wordt al snel duidelijk hoe Pieters pet staat:
'Als je nu eens oogenblik zou kunnen vergeten dat je onfeilbaar bent, dan kan ik daar net even tusschen in slippen om te zeggen wat ik te zeggen heb en dan kun je daarna weer op je troon gaan zitten met je gouden tiara.'
Er zijn in het verleden diverse aanvaringen geweest, blijkt nu, al wordt niet duidelijk welke, omdat Katy natuurlijk wel weet waar hij op doelt. 
'Alle voorafgaande misere, ook van toen, heeft maar die EENE reden en wel deze: dat er met jou niet valt te praten. Je houding, je toon, je overbearing manner........Ik zeg je eerlijk Katy, die is mij teveel.'
Pieter noemt zijn dochter laf, omdat ze misbruik maakt van de wetenschap dat haar vader niets terug zal doen. En hij memoreert dat ze door haar houding ook in haar werk al eens het hoofd heeft gestoten, 'maar dan wordt je al heel gauw verstandig en......lief. En als zoodanig is Katy bekend bij de buitenwereld: "De lieve Katy. Dat is ook correct. Voor vreemden ben je zeer lief.'
Maar Katy dult geen tegenspraak, ze doet nooit iets fout en er is geen twijfel over haar kunnen en kennen, maar'Katy zit Katy in de weg.'
Pieter noemt een paar dingen die hij voor haar heeft gedaan, ondanks 'mijn slechte schooling', maar hij wil het niet allemaal herhalen. 'Indruk maakt zoiets op de VOLMAAKTHEID toch niet. Familiarty breeds contempt. I know. Yet, I will not have it stuffed under my nose.'
Recent is er duidelijk een aanvaring geweest, waarbij Pieter in ieder geval iets heeft gezegd waardoor Katy uit haar slof is geschoten. 
'En dan die verschrikkelijk minachtende mondvertrekking, dat medelijdende schouderophalen, dat met een halve omdraai wegloopen alsof dat zeggen wil, "Ziezoo, de discussie is afgelopen", dat is een behandeling die jij je alleen en uitsluitend tegen je vader veroorlooft en waar je vader even alleen en uitsluitend allerhartelijkst voor bedankt.'
Bij het minst of geringste verandert Katy in een furie en verdwijnt alle lieftalligheid en spraakzaamheid.
'Dat soort liefde begrijp ik niet. Die is mij te moeilijk om mee om te gaan. [...] Ik zou in jouw plaats, als ik mezelf ook maar half zo onfeilbaar zou vinden als jij dat doet, een verstandelijk overlegd respect hebben voor de persoon die mede verantwoordelijk is geweest om zoo menschelijk perfects in het leven te roepen.'
Natuurlijk heeft Katy in haar vaders ogen ook veel goede eigenschappen, 'dat het waarlijk jammer is dat je die IKHEIDS-vlieg niet uit de zalf kunt halen.'
De citaten maken denk ik wel duidelijk dat er iets goed mis is, het wordt Pieter allemaal teveel, dus komt hij met een voorstel, opdat de 'weerziensblijdschap' en lieve vreden bewaard zal blijven. 
In plaats van elke week, kunnen ze elkaar beter op een vaste (zon)dag in de maand ontmoeten. Bijvoorbeeld de 3de april en dan in Amsterdam. Niet alleen scheelt dat Katy weer reiskosten, maar dan kunnen ze ook vieren dat op die dag, 39 jaar terug, Pieter voor het eerst vanuit de hoofdstad naar Afrika vertrekt. Vader kan de stad dan aan zijn dochter laten zien, ze kunnen met het bootje een uitstapje naar Zaandam maken, dan voor de terugweg in een gehuurde wagen een poosje door Amsterdam rijden om vervolgens in de Carlton wat te eten.*

* Het Carltonhotel staat aan het eind van de bloemenmarkt (Singel) op de hoek van de Vijzelstraat. Het werd, in 1926 in de stijl van de Amsterdamse School gebouwd en moest snel af, om er de sporters voor de Olympische Spelen van 1928 in onder te kunnen brengen. Mede hierdoor is het hotel populair geworden bij Amerikanen. Het interieur had aanvankelijk een Lodewijk-XIV stijl. In de Tweede Wereldoorlog werd het pand zwaar beschadigd toen een Engelse bommenwerper werd neergeschoten door de Duitsers en achter het hotel neerstortte. De enorme brand die toen ontstond heeft heel veel panden in de buurt van het hotel verwoest.

p.s.: Ik weet niet zeker of bovenstaand portret wel echt van Katy is, want de datum onderaan lijkt 1915; toen was Katy pas 9 jaar oud. 

zondag 19 september 2021

Maart 1932 vervolg; woorden voor Els, Adolf en Frits

Hoe heeft het leven in Taloe (Talu) eruit gezien? Ik weet het niet precies. Maar het zal er vaak klam en heet zijn geweest. Padang de hoofdplaats, staat bekend als een van de natste steden van Indonesië. 
Een klein tipje van de sluier wordt opgelicht door het antwoord van Pieter op een brief van Els. 
Het sociale leven valt haar zwaar. 
'Ja, kind, ALTIJD visite en dan nog steeds van dezelfde mensen is op den duur zum kotzen.' In zo'n klein dorp is het helaas ook niet mogelijk om net te doen alsof je niet thuis bent. 'opzitten, pootjes geven, conversatie maken, presenteeren' is wat de klok slaat en dan is er geen tijd voor lezen of schrijven. [...] Enfin, zooals je zegt is dit heel wat beter dan de verhouding in Prianan. Houdt dit nog maar een poosje vol met al de takt die jullie eigen is en is Frits eenmaal Controleur dan kan je de omgeving maken zooals je zelf wil.'

Pieter is in zijn nopjes met de aanschaf door Adolf van een typemachine. Hierdoor schrijft de zoon meer en het is ook nog eens zeer leesbaar. 'De fiolen van mijn toorn waren dus spoedig verstopt.' Dat slaat op het feit dat Adolf is ontslagen ' als Mr. blooming Cooper denkt dat je nergens anders terecht kan, wordt het wel langzamerhand tijd er werk van te maken. 
'Als die lui niet zoo intens stom waren zouden ze uit jou veel meer hebben kunnen halen, inplaats van in de veronderstelling te leven dat je niets anders deed dan van hun leeren. SSScheize!'
Pieter komt met goede raad over de werkwijze die Adolf moet hanteren. Hij moet zich storten op het 'op papier gooien' van allerhande types, in plaats van gestyleerd te werk te gaan.
'Wil een Engelsch kantoor zeggen dat je all-round goed bent dan moeten ze bij je kunnen komen en zeggen: Toe Deijs, teeken jij 's effe 'n Chinees, die een paar manden aan een stok over zijn schouders draagt, silhouet op een theeverpakking. Ik noem maar wat. Ik vind je stijf in de scharnieren bij het teekenen uit de vrije hand.'
In het Engels vervolgt hij dat het een lastige klus is, waarbij Adolf zich moet bekwamen in de kunst om beelden op zijn netvlies vast te leggen met de vaardigheid om deze direct te kunnen reproduceren als dat nodig is. 
Adolf heeft een artikel geschreven met een beschrijving van Trafalgar Square. Omdat Pieter daar te goed mee bekend is, kan hij niet beoordelen of het voor een vreemde een goede indruk geeft, maar het is Pieter 'meegevallen.'
Misschien kan een kennis van Pieter diens zoon zo her en der introduceren.
'Don't forget the portraiture.   £ 2.10.- is your price. JE KUNT 't, so don't shirk it.'
(Bijgevoegd plaatje is puur ter illustratie.)

Pieter neemt een bescheiden avondeten en gaat naar de loge, maar is toch nog geen 100%, want als hij tegen middernacht weer thuis komt 'moest toen weer hard loopen om m'n diner uit te laten.'
Op zondag gaat hij samen met Katy naar Pa en Ma in Den Haag.
'We hebben heel gezellig gepraat, ge-koffied, gekoffie-tafeld, getheed, gedineerd en weer getheed.' Voor de zekerheid heeft Pieter wel een Norit geslikt en het blijkt te heersen want ook bij Katy is er sprake van 'wind en overstrooming in de benedenregionen.' Gelukkig valt bij Pieter het diner dit keer goed, al eet hij voor de zekerheid maar weinig van ma's heerlijke kookkunst.
Er breekt een nieuwe week aan en wat lezen we dan:
'Zoo, het is goddank weer Maandag en gaat het werk weer zijn gewone gangetje - als ik alleen maar niet tegen dat pestgezicht van m'n Co. behoefde aan te kijken.' 
Die compagnon die ook door de buikgriep wordt getroffen is dus vrijwel zeker Keuzenkamp.

Pieter dankt zijn zoons voor hun hartelijke en meelevende brieven. Door de luchtpost van Frits herleeft Pieter de week voor het overlijden van Poe. Het valt hem zwaar om en in eenzaamheid en in de oude omgeving te zitten, terwijl Frits en Els elkaar hebben en Katy en Adolf weer in hun werkomgeving zitten.
'Ja Frits, kerel, jij hebt de mooiste herinneringen kunnen bewaren. Onze eenige troost is dat haar heengaan voor haarzelf een absolute verlossing is geweest. Zoo'n werkzame geest moet iedere minuut dat beweging en spraak uitgesloten was een marteling zijn geweest. Lichamelijke pijn heeft moeder gelukkig niet geleden, maar als we er aan denken wat het had kunnen worden, dan kunnen we ook MET moeder dankbaar zijn voor het spoedige einde. Het was een verlossing. En hoe mooi, hoe toepasselijk en troostrijk kwam je aanhaling uit "Die Uhr".* Dank je jongen.'
Het leven moet weer door en Pieter moet niet bij de pakken neerzitten, want het koesteren van verdriet kan wel eens tot 'een ritus worden van self pity'.
'Neen, niet zoo. Kinderen laten we voor haar die we ieder op eigen wijze liefhadden en waardeerden een heilig hokje ergens in ons binnenste plaatsen; laat ze daar in onze herinnerng blijven voortleven en terwijl we van tijd tot tijd in stille overpeinzing en terugblik dat hokje dan eens eerbiediglijk openen, moeten we weer gewoon voort. En behalve dat, ieder oogenblik denk je....moeder dit of dat Haar mooiste moment is in onze herinnering.'

* De aanhaling uit Die Uhr betreft vast een passage (het laatste couplet?) uit het gedicht Die Uhr van Johann Gabriel Seidl (1804-1875).


zaterdag 18 september 2021

Maart 1932; wandelende oorworm

'Lieve kinderen, mijn eerste Zaterdagmiddag alleen thuis. Tot nu toe ben ik de woning maar zoveel mogelijk ontvlucht......Edoch, daar moet eens een einde aan komen. Ik probeer zooveel mogelijk te zien wat er staat in plaats van wat er gestaan heeft. Overdag lukt dat beter dan 's avonds.'
Het verdriet is nog rauw. Pieter (het markante portret hiernaast is uit zijn jongere jaren) draait als hij naar de radio luistert nog automatisch de luidspreker moeders kant op. Als hij dat zelf merkt, kruipt hij in bed. Maar wel beneden, want:
'Ik heb n.l. de inhoud van het slaapkamertje naar de verkooping gestuurd - bed, waschtafel en nachtkastje. In dat kamertje staan nu het antieke kastje, een rustbank en mijn rooktafel en toch schimmen daar steeds doorheen de dingen die er stonden.'
Pieter slaapt nu in het kamertje van de huishoudster die hij meteen heeft ontslagen vanwege de kosten 'èn om de eventuele praatjes.' Hij neemt een werkvrouw voor f4,- per week, die elke dag komt, bed opmaakt en stoft, ze houdt de kachel aan, sjouwt met kolen en spoelt een enkel kopje of bordje om. Het is duur, maar bij een hospita gaan wonen gaat Pieter toch nog te ver. Bovendien kunnen zo 'Katy en Adolf zich nog de omgeving van het ouderlijk huis blijven voorstellen.'
De hele week heeft Pieter gebruik gemaakt van de uitnodigingen om te komen lunchen of dineren, totdat hij met een zware buikgriep kamt. 'De sluizen des hemels stonden aan alle kanten open.' Hij gaat een stopmiddel halen en eet deze zaterdag voor het eerst weer vast voer: een kadetje. 'Het is dat je zoo intens belabbert voelt, maar anders zal zoo'n schoonschipmakerij wel geen kwaad doen.'
Pieter schrijft wel eens over meneer Keuzenkamp.* Zo was deze laatst thuis gebleven in verband met pijn in zijn been. De beste man is waarschijnlijk een partner of werkgever/-nemer van Pieter, tenminste, voor zolang als het duurt.
'In de zaken gaat het niet rooskleurig. Keuzenkamp is wandelende oorworm, gedrenkt in azijn en vitriool, geld komt slecht binnen en dan nog een paar slechte betalers en wanbetalers. Nou, en als je aan Keuzenkamp z'n dubbeltjes komt dan raak je aan mèèr dan z'n leven. Het is allertreurigst zooals die man zichzelf en anderen het leven moeilijk en bitter maakt. Die man heeft nu voortdurend de pest in. Laat ik dan een beetje TE gemakkelijk zijn in mijn opvattingen, maar ik schiet er liever bij te kort dan zóó m'n leven te verpesten.'
Dan worden de familieberichten doorgenomen, met het belangrijkste (?) nieuws:
Tante Nel schrijft op een briefkaart dat ze de film Resurrection wil zien.** Haar paarse japon is al mooi donkerbruin geworden. En dat helemaal uit Zuid-Afrika!
Frits schrijft over het einde van de Ramadan en..ze hebben er een aap bij!
''n Siamang is dat 'n Gibbon? [...] Dit is de aap die van zijn keel een soort doedelzak kan maken en dan alleen lange geluiden uitstoot, als ik me niet vergis.' En zal Klimmiens het goed met deze zwarte broeder kunnen vinden? 
Pas maar op met die bijterij dat je geen apophobia krijgt. Woedespeeksel is gevaarlijk. Bij hondenbeten kan men daar hydrophobia van krijgen. [...] Als ze tam zijn wel zachte dieren meen ik. De liefste beesten die ik ooit gezien heb zijn de priesterapen in Britsch-Indië.'***
Wat ramadan betreft heeft Pieter nog een heel verhaal. Zie hierbij:


* De advertentie van Keuzenkamp is van juni 1926 en uit een serie ontworpen en geschreven door Pieter. Ze zouden tevens in pamfletvorm verschijenn

** Resurrection was ook weer zo'n pre-code film en wederom een spraakmakende, naar een boek van Tolstoy. Het verhaal gaat over een meisje dat eerst wordt verleid, maar later wordt afgewezen door een prins, die uiteindelijk in een jury zit die haar moet berechten om een misdaad waarvan hij zich realiseert de aanstichter te zijn geweest. Hij volgt haar naar Siberië om haar en zichzelf te 'bevrijden'.

*** De siamang een inheemse soort voor West-Sumatra. Hij heeft een zwarte vacht en is bijna twee keer zo groot als de gewone gibbon. De 'doedelzak' die zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben, kan zo worden opgeblazen dat 'ie dezelfde grootte als de kop heeft. Andere kenmerken zijn de twee duimen aan elke poot en een membraan tussen de tweede en derde teen. 
'Apophobia' is waarschijnlijk een woordspeling/-grapje. Rabies wordt ook wel hydrophobia genoemd, omdat bij de infectie verlamming optreedt die het slikken van met name vocht bemoeilijkt en het gevoel geeft dat je stikt. Of 'priesteraap' ook een woordspeling is, weet ik niet, ik kan de soort niet achterhalen, misschien refereert hij aan Hanuman? 


1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...