Tja, als er een brief arriveert van de 'Reparticao de Antropologia Criminal', dan zijn de benedenburen natuurlijk wel even benieuwd.
'Deze keer kwam de oudste slagersknecht met een beteuterd gezicht de post overhandigen. Mijn post die altijd uit het buitenland is, ontlokte nú met een veelzeggende blik de mededeeling: "Uma carta do Porto!" (Een brief uit Oporto) Gelukkig merkte ik direct waar de schoen wrong en kon me later zoo voorstellen hoe iedereen met z'n neus op dat woordje "criminal" had gelegen, denkende dat die oogenschijnlijke 'mijnheer' wie weet wat voor 'n misdadiger was. Ik had de sjoeg om den brief in zijn bijzijn meteen te openen en me nog blijer aan te stellen dan ik door het antwoord toch reeds was. Ik mag n.l. a.s. Dinsdag een interview hebben met Dr. Luis de Pina, den Chef van Dienst. Ik heb deze Zondagmorgen besteed aan het opstellen van een vragenlijst en hoop nu Dinsdag aan een smakelijk artikel te kunnen beginnen.'
Op deze dag gaat Pieter de deur niet uit, hij slaapt uit en houdt lekker lang zijn pyjama aan. Hij leest de post, de Punch, De Groene, de NRC en geniet van de zondagsrust, er worden geen schepen geladen of gelost, er toeteren geen auto's 'en het eenige wat af en toe de rust verstoort is het geknars van een voorbijgaande tram.' Het weer houdt niet over, maar er staat geen wind en 'tegen zonsondergang kwam die warmtebron nog even door de wolken gluren.'
Wat Pieter ook een goed gevoel geeft is het volgende.
'Ik had gisteren inkoopen gedaan op de markt (sinaasappelen, sla, wortelen, noten, vijgen en tabak) toen ik voorbij een automatische weegschaal kwam, waar men zich a raison van 'n halve escudo kon laten wegen. Er rolde na afloop zoo'n kaartje uit, met datumstempel en het juiste gewicht.......maar nee, dát kon niet goed wezen. Een eindje verder, op de Placa de Liberdade bevindt zich nóg zoo'n weeginstrument. Dat toestel is aangesloten aan de radio zoo lang er niet gewogen wordt en gaat er iemand op staan, dan wordt de radio uit- en (ik stel me voor) een inwendige grammofoon in-geschakeld, die niet alleen aan den persoon die óp de schaal maar tevens aan het verzamelde publiek dat er omheen staat met een geweldig geluid vertelt hoe zwaar men weegt. Mijn onzekerheid en ongeloof omtrent het resultaat op die vorige schaal waren zóó groot dat ik ook hier nog eens een halve escudo offerde.
En jawel hoor! Na een oogenblikje zweeg de radio en brulde de stem:"Setente e um kilogrammes e oite cem grammas", hetwelk in onze tale getrouwelijk overgezet beteekent: Zeventig en Een kilogram en acht honderd gram. Dat vorige kaartje was dus tóch goed, of bijna goed, want dat vermeldde: "72"quilos als mijn Peso (gewicht). Om jullie te laten begrijpen hoe ongelooflijk mij dat voorkwam, moet ik vertellen dat ik in den laatsten tijd in Holland moeite had om niet over de 85 heen te komen, waarna ik nog 14 dagen op die schuit ben geweest met niets doen en drie zware maaltijden per dag, zoodat ik best een eindje óver de 85 zal geweest zijn toen ik hier kwam. Morgen is het precies drie maanden dat ik deze woning betrok, dus heb ik er in dien tijd DERTIEN kilogrammen áfgewerkt. Is me dát even een prestatie! Daar ben ik nu echt om in m'n sas.'
Al moeten er inmiddels 'draagbanden' aan te pas komen,
'de afdeeling buik is nog niet heelemáál tot jongelingsproporties teruggekeerd [...] Als ik het nu nog zoo ver kan brengen dat wat ik aan gewicht kwijt raak omgezet wordt in de krullen die ik al kwijt ben en ik ga dan verder zoo voort, dan wordt ik, tegen dat jullie met verlof komen, naar de bewaarschool gebracht.'
Niet alleen heeft Pieter in geen tijden melk, boter, vlees, suiker of aardappels gegeten, hij is ook sinds een week aan zijn nieuwe eetpatroon begonnen, dus dat belooft wat. Hij zal aandacht gaan besteden aan eiwitten en vetten. 'En verder heb ik de actie zoo veel mogelijk geaccellereerd door nauwgezet drie maal per dag, minstens vijf minuten elke keer, ademhalingsoefeningen te doen.' En natuurlijk is hij aan de wandel, wel anderhalf uur per dag. Als een berggeit loopt hij de straten op en neer.
'En dan heb ik een slasoort ontdekt die werkt als de bekende bruine tabletjes, maar zonder de snijdingen en krampies die daarmee meestal gepaard gaan.'
In de tijd dat Pieter aan het afvallen is geslagen, is hij maar twee keer met een lunch uit de ban gesprongen 'en laatst kreeg ik iets dat ik nog nooit heb gegeten.'
Meneer Nascimento heeft zijn Engelse leermeester gevraagd hoe laat deze eet - waarschijnlijk erg vroeg naar zijn idee, want dat is ''n uur of half 7.'
'Nou, dan moest ik den volgenden dag niet eten totdat hij kwam. Hij zou dan wat vroeger komen en een verrassing voor me meebrengen. En daar kwam hij dan den volgenden dag met een pannetje in een doek, nog lekker warm en toen het deksel eraf ging, zag ik niets dan rijst. Maar daarin bleken stukjes visch verborgen te zitten en wel: lamprei!* Die visch is hier schaarsch en bizonder duur. Eén lamprei kost 20 Escudo. Ik ken de visch niet. Volgens N. heeft het beest geen kop, maar een zuigapparaat waar de keel anders zit. 't Is een riviervisch die in de modder huist en moeilijk te vangen schijnt. Ook is het beest zeer bewerkelijk. Er moet een ader of zoo iets uitgesneden worden die over de lengte van het onderlijf loopt en snijdt men daar per abuis in, dan kan men de heele vsich weggooien. Nou, ik heb de maaltijd alle eer aangedaan; dat snapt men.'
En nog zo'n aardigheid. De dienstbode van beneden, die de post bracht, zag twee broeken van Pieter hangen waar de plooi niet meer goed in zat. Ze bood aan deze er weer in te persen. Pieter vroeg of ze wel zeker wist hoe dat moest (met natte doeken), maar haar 'broekenperskunde' bleek ruim voldoende. Na enige tijd kreeg meneer de bovenbuur zijn broeken, nog enigszins vochtig, maar met prachtig strakke plooi terug.
Daarnaast wilde meneer N. ook nog eens op zondag komen om zijn Engelse leraar mee te nemen naar een plaatsje in de buurt waar een feest zou zijn naar aaleiding van de naamdag van een bepaalde heilige, maar de arme man ziet zijn liefje vaak maar een keer per maand, omdat ze een uur met de trein van Porto vandaan woont ('op een druivenaanplant'), dus Pieter vond dat hij het aanbod niet kon accepteren.
Het is fijn dat Nascimento zegt nu meer van het Engels te snappen dan na vijf jaren les.
'Hij wil in April gaan trouwen en wil dan moeite doen van den municipalen woningbouw een huisje te krijgen en dan wil hij meteen moeite doen voor mij om een huisje vlak naast het zijne te hebben. Z'n a.s. vrouw speelt piano en dan zouden we het eventjes gezellig hebben. Ik zei maar ja en amen, maar als je er dan zelf luchtkasteleelen op na houd is het moeilijk om in lucht-hut van een ander te kruipen.'
De Portugese vriend heeft het qua aanleren van de taal wel makkelijker dan Pieter, vindt deze laatste. Ze zijn bij de werkwoorden aanbeland en daarbij zit het Portugees vol met 'voetangels en klemmen'.
'Behalve onze gewone tijden hebben ze er hier nog een (de conjunctive) waar ik niets van snap, voorloopig althans [...] N. heeft het daarbij verduveld gemakkelijk met I play and I played en de rest is net zoo.'
Tot slot volgen nog bedankjes voor de post (met de tekeningen van de aardverschuiving) en de foto's (Henk met beer en kinderwagen).
'Inmiddels m'n compliment aan de fotograaf die ze genomen heeft. Ik weet niet of het Esje of Frits is, maar ze zijn bi..........zonder! Die binnenopnamen zijn tóch al zoo luizig lastig en de belichting en de nuanceering is excellent. Wat heeft die Henkie 'n hoop verschillende snuiten. Hier is ie weer allemachtig lief op.'
* De lamprei of prik is een parasitaire vissoort die zowel in zoet als in zout water leeft. Zijn Latijnse naam (liksteen) dankt 'ie aan het feit dat hij zich aan stenen, vissen en zelfs mensen kan vastzuigen. Hij voedt zich voornamelijk met spierweefsel en bloed. De Romeinen vonden het een delicatessen en de vis was voornamelijk voorbehouden aan de rijken. De dood van Hendrik de Eerste wordt in verband gebracht met de grote hoeveelheid van deze vrij vette vis die hij nuttigde. De prik wordt ook wel een levend fossiel genoemd, omdat hij vanaf het moment van verschijning nauwelijks is geëvolueerd.