Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

zaterdag 6 november 2021

Eind augustus 1934 (2); zijden ondergoed

'Lieve kinderen, Mijn zonsondergangen zijn hier nog steeds een bron van het hoogste genot. Iedere avond hangt God hier een ander schilderij voor me op - dan eens woest en dreigend, soms majestueus, machtig, groots, dan weer lief en vredig, maar altijd onovertreffelijk mooi. En die Maestro heeft een kleuren op z'n palet en 'n streek in z'n penseel.......dat kunnen alle maestri van alle musea bijelkaar nooit benaderen.'
En terwijl Pieter de lucht rood ziet kleuren, zit hij ook achter zijn schrijfmachine, om zijn kinderen te danken voor hun 'Missive N0.201 dd 3/8/34', die er dus 20 dagen over heeft gedaan. 
Eindelijk schrijft Frits hierin iets over de kiekjes die hij van zijn vader toegezonden heeft gekregen. het zijn waarschijnlijk collages met oude foto's van de kinderen ('uit jullie prille jeugd'), want Pieter legt uit dat hij uitsluitend duplicaten heeft verknipt, dus dat ze zich niet beledigd hoeven te voelen over deze ontering van fotografisch materiaal (mijn woorden). Als dat tenminste de reden is waarom de kinderen er maar niets over schrijven of zeggen. Pieter schrijft er nog bij dat hij nog veel goede prenten en vergrotingen van zijn kinderen heeft.
Ondertussen is vader bezig met de verkoop van boeken, prenten en 'schund', dat niet heel veel opbrengt, maar 'Als ik het zoodje naar Berkelouw had gebracht had ik er geen f 5,- voor gekregen en op mijn manier heeft 't nog 'n gulden of veertig opgebracht.'
Ik neem aan dat Berkelouw een (joodse) opkoper is geweest.
Hij stuurt ook nog een 'kinder-versjesboek' naar Indië. 
'Je kunt wel zien dat we er altijd erg zuinig op geweest zijn. Ik hoop dat Henkie er net zooveel plezier van zal hebben als mijn drie-tal er van gehad heeft. 
En nu, de onthulling van de huidige standplaats van vader:
'Ja, dit huis bevalt me reusachtig. Om de rheumatiekresten van het vorige huis te verdrijven slik ik nu elke morgen trouw twee aspirientjes en hoop zoo langzamerhand weer de oude, of liever: de jonge te worden. Zooals Frits' topografisch memorie goed heeft onthouden zijn er van de tunnel drie blokken huizen voor je aan dat grote stuk open land komt waar de Heemraadssingel recht op uitloopt.'

Dit alles is ten zuiden van Blijdorp, onder het spoorwegterrein. Het plantsoen is inmiddels een speeltuin. 

Er is nog wat nieuws over HP, die waarschijnlijk aan het praten is geslagen. Op de foto uit 1934 is hij op bezoek bij tante Koos in Solok.
'Het gehoor van vader en moeder is het anders niet eens over de etymologie van paard. Volgens Frits is het 'aate' en volgens Esje 'tati. Ja, kijk eens hier, als jullie bezig bent om mij een nieuwe taal te leren haspel dan geen Velapuk en Esperanto doorelkaar. Ik heb al veel stijds tusschen nieuwe wereldtalen meegemaakt en verlang nu naar eenige uniformiteit.'
En ja, 'die eterij van Henkie aan z'n privé tafeltje zal me een geklieder wezen - dat kan ik me voorstellen. Maar gelijk heb je. Hij moet 't toch leeren en dan maar hoe eerder hoe beter.'

Pieter correspondeert met Els over het verzamelen van postzegels, dat bij zijn eigen zoons nooit is aangeslagen, 'wat ze er indertijd nog aan hebben gedaan ging onder vaderlijke drang - zoo niet dwang.' Zelf vindt hij het een reusachtige bron van kennis, bijvoorbeeld van de Amerikaanse presidenten, alle staatshoofden van Europa, 
'elk snert-republiekje in Z. Amerika, wist wie Bolivar was en dat er prachtige papagaaien uit Guatemala kwamen. [...] Zoo kwam ik er onlangs nog door een nieuwe postzegel achter dat er in Palestina een nieuwe republiek is gesticht: Republique Libanonesque of zoo iets.'*

Els schrijft levendig over aankomst van een pakket van Pa en Ma:

'waarin o.a. zijden ondergoed, dat direct aangetrokken moest worden. Goed zoo. Frits ik heb schik in je. Ja, een vrouw moet er van onderen minstens zoo smaakvol, zoo niet smaakvoller uitzien als boven. Een vrouw die dat onthouden kan, kan een man vasthouden. Zoodra een vrouw in het stadium komt dat ze zich alleen nog maar voor de buitenwereld, dus aan den buitenkant toonbaar maakt, begaat aan haar huis een misdaad. 't Is maar een mop, maar toch, hoevele gezinnen zijn er niet waarin het gaat als bij Moos, die tegen z'n vrouw zei:"Saar, je hep je hemp verkeerd an!" "Hoe weet je dat?" "Nah, ik ben toch niet blind - de poep zit van voore!"'

* In 1934 kwamen veel Joodse vluchtelingen illegaal naar Palesina, met name uit (Nazi-)Duitsland. Pieter doelt waarschijnlijk op de République Libanaise. Na de Eerste Wereldoorlog werden Syrië en Libanon tot 1943 Franse mandaatgebieden. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...