Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

maandag 28 februari 2022

Maart 1936 (4); blubbergeluiden avec knaleffecten

'Het wordt deze keer geen lange brief. Ik kreeg n.l. vanavond onverwacht bezoek,' zo begint een nieuwe brief van Pieter. Om niet alles te vergeten wat hij zijn kinderen en andere familieleden wil schrijven, maakt hij notities.
Bovenaan dit korte epistel staat met de hand geschreven:' Niet aan Koo en Mien deze week.' Misschien is dat wel om de opening ervan:
'Ik sta nota bene net in m'n bloote achterste, vanwege w.c.-bezoek (bij negenen) en daar staat plotsklaps mijn werkman-factotum voor m'n neus, met een m'neer bij 'm. Tot overmaat van ramp bevond ik me op dat oogenblik in het achtergedeelte van m'n huis en moest hem vragen mij m'n broek aan te geven alvorens ik tevoorschijn kon komen. Reuze-tableau!'
De man is een onderwijzer en wil graag Engelse les in ruil voor Portugees. Pieter had al eens geïnformeerd in welke krant hij met een dergelijke deal het beste kon adverteren. De afspraak wordt gemaakt om elke avond om 9 uur af te spreken. Elke dag zal meer vrucht dragen dan eens per week, meent Pieter. 
'Portugeesch is een lastig taaltje. 'n Gewoon mensch is gewend aan persoonlijke voornaamwoorden; ik schrijf, hij schrijft, zij schrijft, enz., maar net als in 't Latijn moet je dat in 't Portugeesch uit den vorm van het werkwoord opmaken. En dat zal, vooral met de onregelmatige werkwoorden geen lolletje voor me worden. Ze hebben hier geloof ik ook nog 'n extra naamval - en over de "tijden" durf ik niet eens te denken, want die ken ik in geen enkele taal, althans, niet bij name.'
Net als in Nederland schrijft Pieter en enkele reclametekst (voor zomerreisjes van de KNSM en 'voor de RadioBode van de A.V.R.O. in den vorm van lofzang op hun omroep'). Dit doet hij niet in opdracht.
'Zouden die pogingen wat opleveren dan wordt jullie vader binnenkort de rijke bezitter van een petroleumstel.'
Er volgen in deze brief alleen nog wat opmerkingen over de verzonden spullen, waar de kinderen in hun brieven al voor hebben bedankt. Pieter voegt zijn nieuwe pasfoto toe en vermeldt een week later:
'Zoo, ik ben ingezetene van Portugal met een "Bilhete de Indentidade" dat voor 10 jaar geldig is. (De h na de letter l of na een n wordt uitgesproken als een j.)'

 

Het verkrijgen van het identiteitsbewijs had nogal wat voeten in de aarde, want de eerste pasfoto (met hoed) werd afgewezen, maar voordat Pieter dat begreep, was hij al weer anderhalf uur verder. Daarnaast is de wachtrij bij de 'Internationale Politie' altijd erg lang, omdat ook Portugezen zo'n identiteitsbewijs moeten hebben. En dan moest Pieter ook eerst nog naar de Britsche consul om een bewijs van 'Britsch onderdaanschap' te halen. Daar was hij ook de nodige uren mee zoet. 
'Maar toen ik toen weer ten kantore van de politie kwam met m'n ingevulde certificaat, geteekend door twee Portugeesche getuigen die ik door middel van mijn factotum had opgescharreld, werd mij medegedeeld dat de Consul nu achterop dat certificaat nog moest bevestigen dat ik een journalist was die uitsluitend voor buitenlandsche bladen werkte. Ook dat kostte weer een paar uur. En in dien tusschentijd zit je daar maar op zoo'n bank, tusschen god weet wie. Tegenover me zat een "dame" die haar kind van boven liet laden en van onderen liet lossen, met fikse blubbergeluiden avec knaleffecten er tusschendoor. Frisch! Een dame naast me zat te krabben tot ik er zelf jeuk van kreeg. Bovendien schijnen alle Portugeezen niet van pluisjes in hun keel te houden, zoodat iedereen, van snotaap tot dame, er lustig op los rochelt en de "pluisjes" deponeert in daarvoor overal klaarstaande kwispedoors. Ik dus weer naar de Consul, maar de Vise-Consul die ik sprak vertikte het. Dat is weer wat nieuws en dat zou weer geld kosten ...enne...enfin, hij doe 't niet. Ik mompelde zooiets als een combinatie van stik-barst-dank U-wel en ging weer terug naar de Portugeezen. Maar die bleven ook op hun stuk staan. Vanmorgen dus weer naar het Consulaat, waar de viese-consul gelukkig ziek was en ik de allerhoogste zelf persoonlijk privé uitleggen hoe de vork in de steel zat. Van die kreeg ik dan uiteindelijk het gewensche. Weer terug naar de politie! Door het betalen van 10 Esc. extra kon ik erop wachten - nou, ik moet jullie eerlijk zeggen dat al was het méér geweest ik het ook zou hebben betaald, alleen om daar eindelijk eens van af te zijn en niet herhaaldelijk uren te zitten verknoeien tusschen allerlei elementen die ik liever op eenige kilometers afstand houd.'
 We kunnen wel stellen dat bureaucratie van alle tijden is.  

zondag 27 februari 2022

Maart 1936 (3); dan zegt hij O!

Frits, hier, die na het epistel van Els ook nog wat schrijft. Achterop, in een opmerking van Ma aan Katy, reageert zij op de woorden van haar schoonzoon:
'Wat schrijft die Fissie ditmaal overleuk hè? Zó krijgen we weer eens contact.'
En ze heeft wel gelijk. 
Frits geeft Pa een compliment voor het reisverslag, dat hij volgens plan aan Els heeft voorgelezen - dit is weer zo'n blijk van vertragingen in de postbezorging. We hebben hier al vele blogs eerder iets van meegekregen.
Frits hoopt dat Pa het gepubliceerd kan krijgen. 
'Het is gezellig en onderhoudend geschreven, me dunkt dat als de een of ander aan de hand ervan jullie reis zou willen namaken, hij daar zeker geen spijt van zou hebben. Ik denk dat wij er ons voordeel ook nog mee zullen kunnen doen, al zullen we dan niet letterlijk kunnen opvolgen wat je beschreef. Als we in ons verlof tot reizen komen, zullen dat in den regel vluchtige uitstapjes zijn. De kinderen vormen een factor die we niet moeten uitschakelen. Komen we in October dan is Henkje 4 en Bobbie 1 jaar. En dan is het een toer om ze achter te laten. Komen we niet dit jaar, maar in 1938 dan is Henkeman al 6 en Bobbietje 3 en dan wordt het anders. Als Bobbie dan net zoo'n boef is als Henkje nu wordt het een goed stel voor een bokkewagen. Henkje is in z'n "waarom" periode, vraagt van alles waarom en vindt in elk antwoord aanleiding tot nieuwe waaroms. Er rijdt een auto voorbij. Een vrachtauto. Henkje wil weten waar die heen gaat. Naar Pajakoemboeh. Waarom naar Pjk. Daar woont de chauffeur. O! en dan even later: Waarom chauffeur in Pjk? Daar heeft hij zijn huis. Dan komt een stereotype vraag waarvan de bedoeling me niet duidelijk is. Maar de vraag luidt: thuis van chauffeur van wat? De woorden: thuis van chauffeur kunnen door een willekeurig ander begrip vervangen worden, maar het is altijd: ...van wat? Als je dan zegt: Van hout! zegt Henkje: O! en dan is het raadsel opgelost. Zeg je: van de pappa van de chaffeur dan zegt hij: O! en is het evengoed opgelost. "Van wat" is dus taalkundig gesproken een "onbepaald navraagwoord" een begrip om aan te geven: "Ik wil er nog meer van weten, maar kan m'n vragen niet precies formuleren, vertel er nog iets van!" Dan trekt iets anders zijn aandacht en vraagt hij: "Hondje doet zóó!?" en dan immiteert hij de houding, handeling of 't gebaar dat de "Hond" zoo juist maakte. Koddig is het nadoen van het kwispelstaarten. Dan gaat hij staan in de houding die ze bij schaatsrijden noemen: potje poepen, zoo en dan draait ie met zijn achterwerk om een denkbeeldige staart te laten kwispelen. Als je antwoordt: "Hond heeft plezier! Dan is er direct de vraag: Waarom hondje heeft plezier? En dan moet je soms een eind aan het gevraag maken, anders blijft hij aan den gang.
Bobbietje is een lekkere wurm, met een bolle toet en levendige oogen, vreselijk verheugende gebaren als hij pappa en mamma ziet. 's Middags gaan we altijd wandelen en dan krijgt hij een mooi roze truitje aan met een roze mutsje erg scheef op z'n hoofd, en ziet er dan uit om te stelen. Het blauwe pakje dat PaMa stuurden in het petit paquet is nog iets te groot, maar hij groeit als kool en zal er binnenkort wel in kunnen. Op 't oogenblik ligt hij te kwebbelen en maakt afwisselend proestgeluiden en kraaiende pret-gilletjes. Hij heeft net uitgevonden hoe je mem-mem zegt en ligt dat ijverig te oefenen. Schattig!'
Frits krijgt in oktober salarisverhoging en krijgt dan 'nominaal f 425,-'. Hij denkt dat de verlofvergoeding zal uitkomen op f 315,-, maar 'ik heb het nog niet uitgezocht omdat ik mezelf niet vóór den tijd in een verlofroes wil brengen. Vooral niet nu er kans is dat we het verlof uitstellen.' 
De assistent resident heeft Frits laten weten dat de resident het wel prettig zou vinden als Frits nog langer in het gewest zou willen blijven, 'maar hij kan zich nog niet binden door U een bepaald resort te beloven.' Dus wacht Frits nog even het eind van de maand af en zal hij er de resident dan zelf op aanspreken. 
Frits bedankt vervolgens ook nog eens voor alle toegezonden spullen. 'Reuze leuk vond ik de Masonic Journal van de eerste kwart van zijn bestaan. Die foto van je die erin staat, vader, is de foto die bij Bach gemaakt is, destijds, of is dit een nieuwe product?"*
Ook Frits vertelt over de briefkaarten. 
'Els en ik moeten voortdurend voorlezen wat er op staat. Henkje kent de teksten al vrijwel uit zijn hoofd, maar ieder oogenblik komt hij er weer mee aandragen: Pappa, hier lezen! en dan wijst hij met een dito wijsvingertje aan waar je lezen moet.'
Dan nog even een kort bericht over de 'conduitestaat' die vanmorgen is ontvangen.
'Over het geheel genomen is de beoordeeling gunstig, behalve dat de AR. vindt dat ik neiging heb tot familiariteit tegen ondergeschikten. Correct tegen meerderen maar laat zich tegen minderen niet voldoende gelden. Eindoordeel: Ruim voldoende. De Resident zet als zijn voordeel daarbij: Naar mijn mening is dit eindoordeel niet juist omschreven. De beooordeelde bezit m.i. de qualiteiten om een eindoordeel "goed" te krijgen, doch moet zich daarvoor wat meer waardigheid eigen maken. Alles bij elkaar ben ik er wel tevreden mee. Familiariteit tegen ondergeschikten zal ik zien te veranderen in minzaamheid. M.i. hetzelfde onder een andere naam.
Dad dag, veel liefs van Frits.'

* J.M.M. Bach was een fotograaf aan de Coolsingel in Rotterdam.  


vrijdag 25 februari 2022

Maart 1936 (2 bis); als een wolk

Eindigde de vorige blog met een raadsel over de kwestie kindertal; het vervolg bevat ook weer een vage referentie:
'Verder beschrijft die brief jullie Amsterdamsche en Londensche plannen. Hoe staat het met de milioenen? Ik herinner me dat Ma en ik in die afgebrande kerk geweest zijn toen. Wel moppig om zoo'n lezing erover mee te maken maar veel wijzer wordt je er niet van.'
Ik neem aan dat het hier weer over Neeltje Pater gaat.
Helaas ontbreekt de tijd voor Els en Frits om de documentaire Schoon Insulinde te gaan bekijken en 'Zoo blijven we ook koud van Tholen en van Lier, die in Fort de Kock een kostelijke avond gegeven hebben.*
Overigens zouden we Els, als die er al bij geweest was, dan zonder bril hebben aangetroffen, die draagt ze wel, in verband met vermoeide ogen, maar ze heeft zo haar grenzen.
Voor zover dan eindelijk de beantwoording van alle achterstallige vragen en opmerkingen. Nu nog even een enkele opmerking:
'Bobbie begint er bruin uit te zien vanwege het buiten liggen en ik kan niet anders zeggen, ziet er uit als een wolk, is grooter en ook zwaarder dan het kind van de dokter, die ruim een maand ouder is. [...]
Fisje vertelde me net dat de Hazewinkelman opbelde dat ik ook in Pajakombo ten AR's woning aanwezig moet zijn, met hoed en handschoenen, wat zeggen wil dat er weer een extra jurk gemaakt moet worden. Gelukkig heb ik de lap goed ervan liggen. [..] Ziezoo. Heel erg veel liefs en zoenen van jullie dikke Els.'


* Herman van Tholen en Albert van Lier vormden een cabaret- en varietéduo. Zie hier hoe ze in 1935 werden uitgezwaaid toen ze op tournee naar indië vertrokken, en dit is een proeve van hun zang. Hun liedjes, geschreven door Tholen en gearrangeerd door Van Lier waren altijd actueel. Na hun terugkeer van deze tweede tournee in Nederlands-Indië (in 1936) werden ze een quartet, omdat de vrouwen aanschoven.

Maart 1936 (2); geen beentjes en voetjes

'Beantwoording' staat bovenaan de brief die Els vooral aan haar vader richt. En het is me wat; ze trekt er maar liefst 9 kantjes voor uit. Wat moet dat heerlijk zijn om te ontvangen. 
Ze denkt er ruim de tijd voor te hebben, omdat de djait er is om aan de zwarte receptiejurk te werken, maar die komt al snel melden dat haar kind ziek is, dus moet Els zelf later weer aan de slag. Dat zal ze ook doen, dan stikt ze een paar naden en hangt de jurk uit, 'wat minstens 3 dagen gebeuren moet voor de zoom erin komt, anders rektie daarna en is erg onplezierig.'
Gelukkig gaat al het naaiwerk lekker snel op de Singertrapnaaimachine van mevrouw Claes.
Maar eerst moet er bedankt worden, niet alleen voor de brieven, maar ook voor een pakket. Het wordt al snel duidelijk wat er in zit en dat er nog wel wat te wensen overblijft.
'pakje voor Bobbie en 3 zakdoeken voor Henkje, die er heel blij mee was en trotsch. 's Middags moesten ze alle drie mee op de wandeling en hij heeft er een speciaal doosje voor gekregen om ze in op te bergen, en dat ligt in de kast die ik vooral niet op slot mocht doen. Het blauwe pakje is ín schattig en voor Fort de Kock erg geslaagd. Mocht je Bobbie nog eens een plezier willen doen, dan graag van hetzelfde slag, maar dan korte mouwtjes en géén beentjes en voetjes eraan, maar geknoopt van onder. Die heb je voor Henkje indertijd ook gestuurd en die zijn zóó eenig om 's middags mee te gaan wandelen. Losse broekjes heeftie nu genoeg, ik bedoel dus met watie nog gebruiken kan: gebreide katoenen hantsopjes, en liefst geen rose, maar blauw of wit. Dit voor het geval jullie nog eens wat sturen wilt.'
Het is maar wat fijn, vindt Els dat haar vader zijn werk thuis kan doen, terwijl hij naar muziek luistert op de radio. In Indië is een reclame in de bus gedaan voor 'de nieuwe rimboeradio, kost maar eventjes f 275,- en dan nog kosten voor accu enz. enz. jammer dat dat zoo duur wordt.'* 
Overigens heeft Henkje ook een ansichtkaart gekregen die PaMa uit Duitsland hebben gestuurd. Hij sleept die kaart overal mee naartoe. 
De kleine beetjes informatie worden beantwoord, om te laten blijken dat ze zijn opgemerkt. Griepjes, bezoekjes, werkzaamheden, 'pierewaaien' (tentoonstellingen en themadagen), uiterlijkheden enz. Ik zal ze hier even behandelen:
Ma is niet meer verkouden en is naar de kapper geweest.
'enfin, ik zal dus aan het idee moeten wennen en ja, dan moet ik ook eerlijk zeggen: je kunt toch waarachtig met je eigen kop doen waar je zin in hebt, zeg nou zellef!'
PaMa zijn naar de film over de onderzeeër K VIII geweest, maar Els herinnert zich dat zij er zelf in Indië wel eens een hebben gezien, dat was waarschijnlijk in Pelaboean Ratoe.
'Toen zei je nog dat je Nelson heette en dus wel mocht gaan zien voordat de Admiraal erop geweest was en bovendien was het zóóó leerzaam voor je dochter!'
Het is leuk dat PaMa wel eens bij Heck komen en daar kennissen ontmoeten en maken.** Els wil op verlof ook graag vaak uit eten, als dat met de kinderen te regelen valt.
In Den Haag, tegenover het huis van PaMa wordt de brug vervangen, waardoor het uitzicht vanuit huis (en balkon) er niet beter op zal worden, maar elk nadeel...'als ze nu Pa's zin maar doen en het urinoir verplaatsen, dan heeft het dat voordeel ook nog gehad.' En misschien zullen Frits en Els dan met verlof lekker over een nieuwe brug rijden. 
Over vader wordt ook even geschreven. Daarvan is in Indië inmiddels de opgewekte brief die aan boord van de Aurora werd geschreven ontvangen. Nu maar hopen dat er hij in Portugal een baan zal vinden.
'z'n ondernemingsgeest en moeite verdienen het wel.'
Wat uiterlijkheden betreft:
'Ja hoor, Fisje heeft ook een achteruitpunthoofd, Pa, maar minder rond als het jouwe trouwens, dat van Bobbie begint ook al erg fatsoenlijk te worden.' 
'Ja Pa, ik moet zoo langzamerhand weer eens aan m'n slanke lijn gaan denken en als we in Fort de Kock zijn wil ik Wilmar vragen wat hij denkt van een vruchtenmaaltijd 's avonds, zooals ik voordat Bobbie zich aankondigde ook deed en waarvan ik afviel.'
Het lijkt erop dat de schulden die Els en Frits in 1935 hebben gemaakt bij PaMa, met het toezenden van diverse bestelde spullen, door de ouders zijn weggestreept, want Els bedankt voor het feit dat ze '36 met een schone lei kunnen beginnen. Maar natuurlijk moet dat geen gewoonte worden, want Els wil wel zonder schuldgevoel dingen kunnen laten opsturen. Ze hebben het niet breed, waardoor er niet meer veel op de piano wordt gespeeld. Deze is zeer ontstemd, maar een pianostemmer kost wel 25 gulden en dat nog zonder voorrijkosten. 
Wat Els met het volgende bedoelt is mij een raadsel:
'Kwestie Kindertal van ons is nu heelemaal van de baan gelukkig.'

* Door de lange golf radioverbinding werd het mogelijk om in Indië Nederlandse uitzendingen te beluisteren. Dit was tussen de twee Wereldoorlogen een goede manier om de banden met de koloniën te versterken. Een studie hiervan toont aan dat deze radio-uitzendingen in Indië de kloof tussen Westerse en Oosterse identiteiten vergrootte.

** Heck's lunchroom was een (keten met wel 14 vestigingen verspreid over Nederland.  die later Cafetaria Ruetck's zou gaan heten. In Den Haag zat deze op de Spuistraat. Het voorbeeld kwam van de Lyons in Londen. Met goede waar, service en een prima prijs-kwaliteit-verhouding, hielp het de Nederlander te wennen aan uit eten gaan. Er stonden huzarensalade, biefstuk, aardappels en uitsmijters op de kaart, en natuurlijk ijscoupes.

woensdag 23 februari 2022

Maart 1936 (1 bis); kers-versch uit Neptunus

Het is een lange brief die Pieter aan zijn kinderen schrijft. Hij heeft veel over zijn nieuwe omgeving te vertellen. We lazen al over de vrouwen. Katy heeft gevraagd hoe de stad eruit ziet, maar daarop kan Pieter nog niet goed antwoorden. 
'Ik moet de stad eerst eens gaan bekijken van den anderen oever af, want als je er zelf in zit heb je alleen last van het klimmen, zonder het genoegen van het geheel te kunnen overzien.
Er is maar één groot plein, het Placa de Liberdade (De c van Placa is c-cedille, maar die heb ik niet op mijn machine) Daar staat de bank van Portugal, de Kamer van Koophandel en verscheidene groote handelsgebouwen. Daar komen verder nagenoeg alle trams op uit (zoowat 18 lijnen) en zijn er voorts enkele standbeelden. 
Breede straten zijn hier maar weinig en mooie magazijnen few and far between. Winkels plenty. Heerenkappers zooveels als sigarenwinkels bij ons. En overal schoenpoetsers. De mooiste geetalleerde zijn waar bronzen en kunstvoorwerpen worden tentoongesteld, maar de voorwerpen zijn zelf uit de Biedermeyer tijd, á la Dresdener en Meissner porceleinwerk. Diana gaat nog op jacht met een snoezig speertje in haar hand achter een teeder bevallige hinde volgens de sculptuur van den overleden heer Phidias. Modernisme geen klap. Alleen zag ik een modern slaapkamer ameublement om van te kwijlen - een prachtige houtsoort, mooie vormen in ornament. A.1.'
Hoe de welgestelden wonen, dat weet Pieter (nog) niet.

En dan heeft de echte Hollander het natuurlijk ook nog even over het weer.
'Als er geen wind op mijn ramen staat is het hier op het oogenblik nog net uit te houden, maar anders......Ik woon 60 stappen van mijn tramhalte af en als ik daar sta zie ik de uitmonding van de Douro in zee. Heb ik dus een Weste[n] wind dan heb ik 'm hier kers-versch uit Neptunus z'n koude vingers en doe dan m'n armzalige nergens passende luikjes dicht, dan giert de tocht nog harder om m'n ooren.'
Ondanks het slechte of koude weer, gaat Pieter er toch veel op uit. Hij loopt wel drie uur per dag en let dan vooral op de goedkope adressen ('Jan Hen kan les bij me komen nemen in deze situatie.')* Op deze dag wordt er voor het eerst, ter begroeting, een hoed voor hem afgenomen; het is de timmerman. 
'De eenige andere beleefde mannelijkheid, maar in casu wat al te opdringerig, was de liftjongen in mijn hotel. Gelukkig was mijn Fransch te beroerd voor zijn conversatie en mijn Portugeesch toenmaals heelemaal nihil.'
De koffieprijzen variëren enorm (8 tot 18 escudos per kilo) en de thee, die niet uit eigen koloniën komt is vrijwel onbetaalbaar, al weet Pieter niet precies hoe duur, want de rpijzen staan niet aangegeven. Maar in ieder geval kost een klein pakje Lipton's al 10 escudos. 
'Mijn eerste koffiezetterij was een paskwil. Ik had gemalen koffie én ik had een koffiepotje. Maar hoe maak je dan koffie? Ik had geen filter. Wel zat er ergens in een van mijn nog ongeopende boekenkisten zoo'n Belgisch filtertje voor 1 kopje, maar ik wist niet in welke kist. Nu had ik wel eens gehoord van koffie filtreren door een flanellen lap. Bon!....maar waar haal je díe zoo gauw vandaan? Toen zag ik een wollig soort pyamabroek voor me, schoon uit de wasch, waar ik geen jasje meer bij had. Schaar opgescharreld en 'n stuk pijp afgeknipt. Dat in de koffiepot met een elastiekje om de rand en klaar was Kees.'
Overigens rijden de trams elke 10 minuten en stap je voor in en ga je er achter weer uit, 'waarbij het publiek er op getraind is de deuren weer achter hun boeren-achterste te sluiten, zoodat de achtergebleven den niet wegwaaien van de tocht.'
Dat was het weer even. In de volgende brief zal Pieter verder vertellen en voor elk van zijn kinderen een persoonlijke boodschap toevoegen. 

* Jan Hen is de schertsende benaming voor een man die bij zijn vrouw onder de plak zit. Het is een sul. De naam stamt al uit de 17de eeuw en wordt ook door Wolff en Deken in hun werk gebruikt. Mogelijk is Hen een verbastering van een Hannes, een man van niks.

Maart 1936 (1); het corpus delicti

Het zit Pieter niet mee in Oporto. Zijn laatste lot heeft niet opgeleverd en hij wordt bijna afgezet op de markt: toen hij daar - zondag tot 12 uur open - zijn 12 sinaasappels, 12 appels en 6 citroenen kocht (volgens Katy zijn die goed voor z'n nagels), vroeg 'het wijf' er 3 Esc. voor. Toen Pieter daarop die gele vitaminebommetjes weer teurggaf, nam ze gelukkig genoegen met 2. 
Het vloeibare ontbijt van ei met suiker en wijn begint al te wennen, maar wordt nu wel aangevuld met een halve citroen of een hele sinaasappel en iemand heeft hem geadviseerd het aan te vullen met een lepel slaolie, dus dat wordt overwogen. 
'Verder voel ik me min of meer als een der kijkobjecten in een dierentuin. Want behalve dan m'n traditionele blikje sardientjes kan je nu bij mijn vinden: appelen, citroenen, sinaasappelen, vijgen, kastanjes, radijs en uien.'
De prijs van de vijgen loopt uiteen, maar ook hiervoor heeft Pieter een goedkoop adres gevonden. In plaats van 2 escudos voor een pond, betaalt hij, voor wat mindere kwaliteit nu 1,60 voor een heel kilo. 
'Als ik zoo door ga hooren jullie eerdaags ook nog dat ik, als wijlen Johannes de Dooper, aan de sprinkhanen en wilde honing ben begonnen [...] Ik betwijfel niet of mijn eterij is zeer gezond en zal weldra het ontluikende begin van een buikje in de wieg smoren.'
Helaas is er naast de eenzaamheid ('Ik ga 'n dubbeltje als er maar eenvoudig eens een kat hier binnen kwam wandelen om me 'n koppie te geven'), nog iets te betreuren.
'En wat den Zondag nog de deur dicht deed was, dat ik door de volle tasch die ik bij me had mijn guarda ahuva oftewel regenscherm in de tram liet staan. Nu ben je hier zonder parapluie een soort Noach zonder ark. Ik heb dus direct aan mijn werkman-factotum een briefkaartje geschreven en hem gevraagd te probeeren het artikel op te sporen. Ik hoop dat het corpus delicti gauw terug is.' 
Gelukkig is er een brief gekomen van Katy die met haar kromme taaltje een lach op het gezicht van Pieter tovert. Bovendien was het slim van haar om 'meerdere lagen' te opperen en heeft Pieter het met een paar extra wollen sokken om zijn voeten nu wat behagelijker. 
Maar, als het zo koud is, waarom dan toch een 2-persoons bed?, vraagt de dochter nieuwsgierig.
'Wel een zeer intieme, maar overigens zeer begrijpelijke vraag. Het eenvoudige antwoord daarop is dat er nagenoeg geen prijsverschil was tusschen 'n 1 en 'n 2-persoons, verder dat het eerste me wat erg smal leek en ik me voor kan stellen dat wat ik het nu te koud in den zomer meer dan te warm zal zijn, zoodat ik dan de kans wil hebben om z'n ledematen naar alle windstreken te verspreiden. And this, your Lordship, is the truth and nothing but the truth.'
Over de dames bericht Pieter het volgende:
En er is natuurlijk nog veel meer over de nieuwe toestand te vertellen.



dinsdag 22 februari 2022

Februari 1936 (11 bis); m'n fata-morganisch petroleumstel

Het schip waarmee Pieter in Porto is aangekomen, zou eigenlijk diezelfde dag weer vertrekken, maar na veel storm en regen, ligt het na 13 dagen nog steeds aan de kade en toetert, net als andere schepen, inmiddels om een loods. De regen is eindelijk vrijwel verdwenen, waardoor de rivier weer bevaarbaar wordt. Maar als de komst van die loods op zich laat wachten en het tij weer keert, dan moet de mogelijkheid op vertrek weer worden uitgesteld. 
In het vervolg van de brief komt Pieter met een vaag bericht aan Katy. Overigens probeert hij de £5,- voor Kopke via de loterij bij elkaar te krijgen. Ook een manier.
'Wat jammer, Katy, dat die Meulman verder niets van zich heeft laten hooren. Als hij lang wacht wordt het duurder. Begin nu maar met f 150 en elke week méér f 25,- er bovenop, want naarmate hij langer wacht heb ik het minder noodig. HONDERD GULDEN zou op 't oogenblik een fortuin zijn....bijna 1700 Escudos. Ik wou o.a. graag een petroleumstel koopen met een pot en 'n pan om eens iets warms te kunnen maken. Zoolang als ik niets verdien leef ik gezond, behoed voor overdaad en vegetarisch. Ik denk nu wel eens aan mijn kindergebed vóór 't eten: "Leer ons voor overdaad ons wachten" nou, dat behoef ik nu niet te leeren.'
Dochterlief heeft gevraagd wat vader zoal eet en dat is dus heel simpel: 
'Brood met schijfjes appel voor lunch met sardines voor diner. Het diner is mét sinaasappel. Het ontbijt bestaat uit een geklutst ei, met suiker natuurlijk, en het kopje verder vol met wijn.'
Op jacht naar goedkope adressen, kan Pieter nu voor iets meer dan 13 cent een pond suiker vinden en voor minder dan de helft daarvan koopt hij een brood van een half kilo waar hij de hele dag mee kan doen. 
'Dat brood koopen gaat hier leuk. De bakker weegt 't brood en is er iets te weinig, dan snijdt hij van 'n homp brood die bij de schaal ligt het ontbrekende gewicht bij.'
Ook voor de sardines is Pieter op zoek gegaan naar een de goedkoopste. Voor een blikje betaalt hij nu net zoveel als dat brood: 6 cent. 
'Zoodra ik weet wat uien en zout in 't Portugeesch is zal ik daar ook eens wat van inslaan, gezond, goed voor de Wü [?] en [om] gezoend te worden word ik te grijs, dus aan deze gezondheidsmaatregel staat ook niets in den weg. Verder heb ik op de markt radijs gezien en wát ik zeker meermalen zal doen als m'n fata-morganisch petroleumstel werkelijkheid wordt, zal zijn om af en toe eens 'n visch te verschalken, want die zie ik hier plenty. De sardinevangst en conservering is hier ook een groote industrie.'
Samenvattend leeft Pieter op een dag van wat het kost om een postzegel te kopen. En als hij daarvoor naar het grote postkantoor gaat, kost dat een tramrit. Terug, bergaf, is het in een half uur te lopen. En een briefkaart is ook flink duur en '(made in Germany nota bene)'. 
Gelukkig: 
'Krant is ook goedkoop; die kost maar 30 centavos, maar 'n beroerde kleine druk. Toch had ik laatst de satisfactie om voor 2 centen te kunnen ontcijferen dat er in Abessinië weer 412 schoorsteenvegers en orgeldraaiers hun katholieke hemel waren binnengetreden.'*
Helaas is er geen verwarming of 'stookplaats' in huis, dus in deze koude wintermaanden haalt Pieter diverse toeren uit met de warmwaterzak. Zo laat hij die kruik in z'n broek zakken om 'een warmte sensatie' te ondergaan.
Maar er is ook goed nieuws: 
'Een drinkbare wijn voor 8 cent per liter is weer een buitenkansje. Daar is nog eens een goedkoop glaasje bisschop van te maken. Ik heb m'n mandeflesch van 5 liter nu al 14 dagen in huis, is nog half vol. Ik ga van morgen af eens proberen hoe een uitgeperste sinaasappel bij mijn wijn en ei mengsel smaakt.' 
Helaas is er van carnaval op straat niets te merken en kan Pieter uit geldgebrek niet naar de gelegenheden waar het uitbundig wordt gevierd.
Zal er snel een eind komen aan deze krappe tijden?

* Pieter doelt hier (waarschijnlijk) op de Italianen, waavan schoorsteenveger, ijsverkoper of ook orgeldraaier naar Nederland kwamen, zoals deze straatmuzikanten (bekend onder de bijnaam 'graaf en gravin Macaroni') in Delft.

zaterdag 19 februari 2022

Februari 1936 (11); 'n parvenue van een mannetje

Geloof het of niet, maar bovenaan de brief van Pieter eind februari 1936 staat een adres: Largo Cais das Pedras. 49. PORTO. En wat schetst mijn verbazing, zoekende naar dit adres op Google maps: Het adres bestaat nog. Op de betegelde gevel staat het jaartal 1878 en wat zit er op straatniveau: een slagerij!
Zou die nog steeds in de familie zitten? Ik heb inmiddels wel een idee hoe het er boven na een flinke opknapbeurt uit heeft gezien.
'Weten jullie wat een FEEST met hoofdletters is? Nee, daar weten jullie geen klap van. Het zij mij vergund dat eens even aan jullie boerenverstand te brengen. Het is FEEST wanneer je drie lange dagen in een vreemde omgeving en vieze rotzooi, met gebroken ruiten, zonder electrisch licht, zonder gas of petroleum, zonder verstaanbare spraak, je hebt gevoeld als een verschoppeling, als een witte kat in een steenkolenpakhuis, verschrompeld van kou en armoe, en je kunt dan aan het einde van dien derden dag tegen witte muren aankijken, over schoone vloeren loopen, gezeepte deuren zonder schurftgevoel aanraken, door ruiten kijken, licht aansteken door aan een knopje te draaien, water koken in een electrische koker, 'n WARM KOP THEE genieten in je eigen schoone kamer, zonder onverstaanbaar gebrabbel en gebaar om je heen. DAT is feest!'
Het volgende nieuws is dat Pieter maar weer een lot heeft gekocht en weer quitte heeft gespeeld. Dus...nog maar eentje!
Dan is er een 'conferensje' met de wijn-connectie. Deze is volgens Pieter nog in een toestand van "the morning after the night before". 
'Hij was erg excited, vond allerlei moeilijkheden, die ik hem de een na de ander weerlegde, wat hem eigenlijk nog méér hinderde. Op een gegeven moment kreeg ik er genoeg van en terwijl hij nog van zijn eigen geluid zat te genieten, stond ik op, knoopte m'n jas dicht, waardoor ie nóg meer ging praten, en zei:"Sorry to have troubled you at all."'
Pieter denkt duidelijk dat hij zich deze houding kan veroorloven, want Kopke, zo schrijft hij, is niet de enige speler. Er zijn er nog een heleboel, en de meesten ook nog eens groter. 
'En als ik verdomme port wil koopen om te verkoopen heb ik hem niet nodig. Hij wou garantie van betaling hebben. Nu was er niets eenvoudiger geweest dan hem te zeggen dat ik met £ 5,- constant [?] bij hem in depot zou geven (dat is n.l. de prijs van een vaatje van 65 Liter) door hem te worden opgestreken voor het geval een bestelling eens mocht worden geweigerd. In elk geval zou ik dan nog bezitter zijn van de wijn.'
De connectie is bang voor veel geld het schip in te gaan als deze nieuwe werknemer zijn wijn wil gaan verkopen in Holland. Hij stuurt dan ook vrijwel meteen een bediende naar het nieuwe adres van Pieter, die met een brief komt. 
Het is een model van wat hij dacht een goede brief zou zijn om uit te zenden en mochten zich nog andere ideeën aan mij voordoen, wij die natuurlijk konden bespreken. Ik heb een dag genomen om een en ander eens kalm te overwegen en zal hem vanavond eens antwoorden. He is of the bullying type - waarmee hij bij mij precies aan het verkeerde adres is. Ook is hij Alwetend. 'n Parvenue van 'n mannetje, met de heilige overtuiging dat áls God iets beters heeft geschapen dan hij is, hij zoo iets nog nooit heeft ontmoet. In ieder geval bespeurt hij nu al nattigheid. Ik zal hem nu zakelijk en goed, maar tegelijkertijd ook heel onafhankelijk beantwoorden, want dat ventje scheen na onze eerste ontmoeting in den waan te verkeeren dat als HIJ me niet hielp mijn gebeente weldra aan de oevers van de Douro zou liggen uit te bleeken. Shit! Excuseer de term, maar past precies. Little runt of an Irishman.'
Als dat maar goed gaat! 


Februari 1936 (10!); geen stuk sjoeg

Oh jee, de twee ontbrekende velletjes van de eerste brief uit Porto, lagen onder het deksel van mijn archiefdoos. Ze zijn terecht, dus we maken weer even een sprongetje terug. Het vergt een flexibele geest, dit blog. 
We zijn nog niet eens van boord gestapt, in het verslag, al schrijft Pieter dit vijf dagen na aankomst, op het eerste moment dat hij geen andere beslommeringen heeft en meer dan de klok rond heeft geslapen na een pure uitputtingsslag, of zoals Pieter het verwoord:


Pieter grijpt ook even terug in de tijd, want hij wil duidelijk wel een volledig verslag worden uitgebracht.

De aankomst in Porto had nogal wat voeten in de aarde, of beter gezegd: in het water. Het opstomen tegen de stroom in is gevaarlijk, dus lag de Aurora stil, terwijl het toch op volle motorkracht voer. 'Je stoomt hier tusschen de heuvels binnen -links Oporto, rechts Villa Nova de Gaya. Dit laatste is het wijncentrum.'
Omdat de waterhoogte erg verschilt, kunnen schepen er alleen voor anker, er zijn geen kades. Met trossen worden de schepen vervolgens aan de wal vastgelegd. 
'Het is een woeste rivier. Terwijl ik zit te schrijven kijk ik er boven op. Zij is nu weer een paar voet gezakt, maar gisteren was er veel angstgetoeter van boten om assistentie. de kade was vol menschen en auto's.'
Door de lastige situatie was het nog een hele toer om de bagage van boord te krijgen. De boel moest ook nog worden ingeklaard. Vervolgens kon Pieter de spullen onderbrengen bij de agent van de K.N.S.M. zodat hij zonder ballast op zoek kon naar een hotel, met een tussenstop bij het postkantoor, waar brieven lagen van Katy en Pa en Ma, 'hetwelk een beetje troost gaf in al het onbekende en onzekere.'
Voor relatief weinig geld wordt een hotel gevonden (voor krap 3 gulden per nacht). 'En het was goed. Flinke groote slaapkamer, electrisch licht en leeslampje. Klein ontbijt op je kamer gebracht (2 broodjes, boter, marmelade, koffie en melk voor 3 koppen).
En verder:
Al is het hotel nog zo goedkoop, Pieter wil er snel weg. Hij is inmiddels naar zijn wijn-connectie geweest en zal die spoedig zijn plannen uitgeschreven voorleggen.
'Die man die in weelde en overvloed leeft had van míjn behoeften geen stuk sjoeg natuurlijk, dus daar werd ik omtrent huis huren e.d. niet veel wijzer.'
Om toch wat hulp te krijgen op zijn zoektocht, schakelt Pieter een werkman van de Aurora in. 'Die vent sprak namelijk 1 1/2 woord Engelsch-Belgisch-Vlaamsch [...] Ik stuurde hem een stadstelegrammetje dat ik hem Zondag om 10 uur verwachtte.' Met een krant met huizenadvertenties zullen ze dan samen op pad gaan. 

Ondertussen maakt Pieter met kunst en vliegwerk duidelijk wat hij zoal nodig heeft, zoals veters, door op z'n schoenen te wijzen. Ahh...curdois.En bij het postkantoor schrijft hij op een briefje wat voor zegels hij wil kopen. 'Zeep wees ik aan in een andere winkel en kreeg van een rood-gelipte dame een aardig vierkant stukje van 50 centaves, dus 3 cent.'




vrijdag 18 februari 2022

Juni 1937; een tussendoortje

Al een aantal malen heb ik teruggegrepen in de tijd, omdat er een brief uit een oude doos verscheen. Ik heb inmiddels ook de twee missende (eerste) bladzijdes van de eerste brief uit Porto weer gevonden, dus die zal ik snel ook behandelen, maar nu maak ik een sprongetje in de tijd vooruit.
Gisteren vond ik achterin een fotoalbum met kiekjes uit Indië, waaruit ik af en toe een foto maak voor dit blog, een handgeschreven brief van 1.6.37 c/o K.N.I.L.M. Sluisburg 2 Batavia. 
Hij luidt al volgt:

'Dear Mrs. Deys
I have not seen an elephant or a tiger so I did not send you a telegram! I didn't even see a tapir! But otherwise my visit to Sumatra has been entirely succesful. I have really had a most delightful & interesting time that I shall remember always, & one of the happiest parts of it was driving about the Maninjau district with Mr. Deys & then meeting you sitting by the lovely lake having good coffee (& far too many biscuits!) with you both & your beautiful son. And so, because I enjoyed myself so much, I want to thank both Mr Deys and you.
Do not forget that someday you are coming to see me in London, (Flat 3, 133 Pavilion Road, S.W. Telephone Sloane 3846) So even when you have lost my address if you can just remember my name, you will find me in the telephone book or in Who's Who when you come. So I am looking forward to seeing you both you must not disappoint me. With my thanks yours very sincerely  You know in Soengai Poear thy asked if I was Mrs Deys?! Theodora Benson'

Een leuk bedankje voor een geslaagd bezoek dus, maar wie was die Theodora Benson. Nou, zij was een Engelse schrijfster van vele romans en reisverhalen en tijdens de oorlog ook toespraken. Lees hier meer over haar. Onder haar werk vond ik onder andere een boek uit 1938 met de titel: In the east my pleasure lies. Dat zou natuurlijk zomaar na haar bezoek geschreven kunnen zijn.
Dit werk bleek te koop via boekwinkeltjes.nl. Ik informeerde ernaar en werd doorverwezen naar een verkoper in Amsterdam. Nu ging ik gisteren toch naar onze stamkroeg op loopafstand van dat adres, dus nam ik contact op en spraken we af.
Zo ben ik nu in het bezit van dit boek, dat ooit door iemand (onleesbare handtekening) in Batavia is aangeschaft.
Ik heb geen idee of haar bezoek aan Maninjau en de rit met Frits in het verslag zijn verwerkt. In het hoofdstuk over Sumatra schrijft ze over Hollandse mannen en met name de ambtenaren, in het bijzonder de controleurs. Ze heeft het een paar keer over 'the young Dutchmen', maar is niet specifieker, het is me ook niet helemaal duidelijk of ze echt de meervoudsvorm bedoelt. Ik moet het allemaal nog eens aandachtig doorlezen.
Maar leuk verhaal toch?
Ik vraag me wel af hoe dit epistel Frits en Els heeft bereikt, gezien het adres. Zou het via Tony en Annie zijn gegaan?
De foto staat voorin het boek afgedruk met de tekst 'the autor and Max'.

In het boek dat ik in de blog noem, van Miss Benson, wordt Frits wel degelijk opgevoerd.
Theodora heeft het over de Minangkebauwse huizen langs het Toba meer en schrijft dan:
‘The Controleur of Maninjau showed me lovely examples of such houses. He was tall and thin and the nicest of men, loving and knowing his district well. Sometimes we were pressed for tea by the friendly people, but he wanted me to say no because making it always took an hour. I think we were a scandal in one place. The first question that they asked the Controleur was whether I was his wife. He said no, I was an Englishwoman who was travelling. They said: “I see. You’re just travelling together. And do all English women wear trousers?”
He said: “Well no, only sometimes.”
They tactfully left the whole thing at that. 
He was very sweet with his people and clearly fond of them, but he did not speak altogether highly of them. He thought them very selfish and very conceited en verder (zie bijlagen) 

Tot slot wordt er nog gesproken over het schoolsysteem: 
‘It is possible to work up even from the Dessa School to a University in Holland. But the Controleur knew only one boy in his district who had done it. He had gone to Holland to study law, a three years’ course. He had returned in a year, all his money spent.
“Maybe he wasn’t very happy in the alien atmosphere of Europe?”
“He was too happy. He spent his money in the bars of Paris and Berlin. The mercy is that he did not marry a European. For now he is back in the dessa, working in the rice-fields, bare-footed and in a sarong. He can talk Dutch and French and German and I think a little English too.”

IMG_7966.jpegIMG_7967.jpeg
 

donderdag 17 februari 2022

Juli 1932; nagekomen bericht

We gaan even terug in de tijd, want er duikt nog een brief op 'uit de oude doos'. Het is een 'vliegbrief' voor Teetjest, die haar op of rond haar verjaardag moet bereiken. 'Als deze brief heel vlug vliegt, komt hij nog op tijd', schrijft Els. 'In ieder geval, dit vliegend epistel dient om mijn schoonzustjest heel hartelijk geluk te wenschen met haar verjaardag [...] Het is je eerste verjaardag zonder Poe, wat zul je haar missen, maar hoe verschrikkelijk het is we moeten het allemaal meemaken en een groote troost zal je gedachte ook zijn dat je haar altijd zoo trouw geholpen hebt, want geloof me, er zijn niet veel dochters die dat zoo met volle zekerheid van zichzelf mogen zeggen.'
Els neemt aan dat Katy, als ze vrij kan krijgen, haar verjaardag wel bij vader zal vieren in Rotterdam (Frits denkt dat ze naar Els' ouders zal gaan in Den Haag). En dat Poe er in geest in ieder geval bij is om er een blije dag van te maken. 
Het verheugt Els dat Katy 'de kinderen Nelson' heeft ontmoet en dat het meteen zo goed klikte. 
'Ik wist wel dat jullie mekaar direct aardig zouden vinden. Je hoort er trouwens helemaal bij. Pa en Ma vinden het ook zoo prettig zoo goed met jou op te kunnen schieten (aan wie ligt dat!). Ze hebben er door Fisje 2 kinderen bij gekregen en dan komt er nog een kleinkindje bij over een tijdje.'
Els is inmiddels 6 maanden zwanger en schrijft dat ze naar de dokter is geweest, die haar goed gezond en mooi op gewicht heeft bevonden. De ligging is goed. Els denkt nog steeds dat de baby voor de 24ste (oktober?) geboren zal worden 'misschien en week eerder maar dat is maar louter idee hoor.'
Die zelfde dokter heeft gevraagd of Els het niet prettig zou vinden om veertien dagen voor de bevalling bij hem te komen logeren, 'omdat hij dat beter vond, omdat ik dan niet de kans loop hol over bol naar Sawah L. te moeten gaan [..] Ik vind het een reuze prettig en veilig idee. Wat aardig van ze hè.'
Het wordt nu ook duidelijk dat Katy tobt met haar gezondheid, want de vraag is:
'nog steeds onder behandeling? Wat is dat een vervelende geschiedenis, zoo'n abces in je mond. Ik heb 't ook wel en spoel dan maar.'
De andere kant van de brief wordt volgeschreven door broer Frits, die ook over de gezondheid rept.
'Gek toch dat ze niets definitiefs kunnen vinden. Je schijnt een lastig onderzoeksobject te zijn. Eerst die blinde darm die een maagzweer, gal-aandoening of darmverzakking was. Nu dit weer. 't Is raar hoor.'
En ook Frits memoreert de dood zijn hun moeder.
'Het afgeloopen jaar heeft ons een groot verlies gebracht, en dit wordt je eerste verjaardag waar ons Poetje niet bij is. Maar we vinden het toch beter zoo, hè Teetjest. Poe is er toch wel bij in de herinnering en die is mooier dan de werkelijkheid nu geweest zou zijn.'
In de verschillende zinnen staan de nodige familiewoorden en -uitdrukkingen:
'Teetjest krijgt oot een tadootje' en tot slot 'het is al erg laat dus Fisje aap' en nog meer, als het even over Adolf gaat.
'Overigens snap ik niks van hem. We hebben sinds begin Mei of eind April nog niets van 'm gehoord. Over de tleine kindje van Fisje en Esje heeft hij nog niks gezegd of geschreven. Dat hij het druk heeft is een excuus, maar een heel kleintje. Hij zou immers doorslagen maken op zijn schrijfmachine.' 
Het lijkt erop dat de broer en schoonzus van Els in Nederland zijn geweest en daarbij Katy hebben ontmoet. Het zal wel een verlof zijn geweest. 
'Esje is reuze blij dat Tony en Annie zoo in je smaak vielen. Ik zou ze ook zoo graag eens ontmoeten, maar je woont in Indië veel verder van elkaar dan de afstand tusschen Holland en Indië. Je ziet het zelf, je hebt ze nog eerder ontmoet dan wij.'

p.s.: de foto is nog een 'oudje', duidelijk genomen op de Conrad Kade, ik denk net voor het huwelijk. 

woensdag 16 februari 2022

Februari 1936 (10 bis); mijn duurste uitgaaf

Recapitulerend: Pieter is in Oporto aangekomen en kennelijk in een hotel gaan zitten. Hij heeft een factotum die hem helpt met huizenjacht en hij vindt ook een eigen plek. Bij een notaris regelt hij met de huisbazin een huurcontract. Hij heeft ook een identiteitsbewijs of paspoort nodig, dus is daar ook druk mee. En dan moet er nog huisraad worden aangeschaft. Dat komt van een meubelzaak en zal de volgende dag al worden geleverd. 
Er is nog meer, want er zijn geen vaste kasten in het nieuwe verblijf, waardoor Pieter zijn eigen spullen niet kan uitpakken, maar er komt een timmerman voor een plankenwand. Het huis is erg smerig, dus komt er ook nog eens een werkster. 
'Gisteren had ik den geheelen dag een schoonmaakster. Ik was te vies om ergens aan te komen. Enfin, alles wordt opgeknapt. M'n stukkende ruiten worden op het oogenblik al ingezet, zoodat ik niet meer lig te krimpen van de kou en er zal gewit worden. Ik heb achter die tante aangeloopen als een Jan Hen. In iedere emmer water die zij haalde deed ik de noodige soda, want dat vergat ze telkens. Een stuk keukenkast en deuren waarop het vet de schimmel was aangegroeid, heb ik schoon laten schrobben, alle vloeren zijn goed gedaan, zoomede de plinten en voel ik me daardoor al iets behagelijker.'
Als Pieter vanuit het hotel vertrekt, gaat hij met zijn 'mannetje' ook nog wat boodschappen doen. Hij koopt:
'suikerpot, koffiepot, theepot, lepeltje en 'n pak soda [we weten inmiddels waarvoor]: totaal 38.50 Esc (F 2,53) alles emaille. Daarna 2 borden, 2 soepborden, 3 kopjes en schoteltjes, 4 glazen: totaal 33.50 Esc. Daarvan zijn de kopjes het duurst: 5 Esc. per stuk.'
Met deze spullen in de taxi, haalt hij zijn eigen bagage uit het hotel, maar wacht even: onderweg koopt hij ook nog 4 Philips lampjes 'van 50 kaars gekocht à ZES Esc. per stuk, dus heel wat goedkoper dan in Holland en toen met het geheele zwikje - in den regen - naar huis.'
Maar dan zijn we er nog niet, want er wordt meer ingekocht:
De duurste uitgave is dan nog 'een klein artikel: 'n electrisch potje om water in te koken. Want ik heb geen haard, fornuis of petroleumstel. Dat kostte 100 Esc.'
Overigens kan het water uit de kraan niet gedronken worden. 
'Men is hier bezig riolen te openen en te vernieuwen, zoodat typhus dreigt. Nu kan ik m'n water nog niet kooken omdat m'n lichtleiding nog niet is aangesloten. Ik heb van de slager beneden voor enkele dagen een petroleumlamp te leen. M'n eerste dag ben ik dus begonnen met het klutsen van een ei en het bijvullen met wijn. Dat was m'n ontbijt. Voor lunch heb ik genomen: 3 broodjes (in dat 1/2 kilo zaten er 15) en een appel in schijfjes op 2 ervan; suiker op de derde ter afwisseling. Vanavond hetzelfde programma. Daarbij twee glazen wijn om toch eenige vochtdeelen naar binnen te krijgen. De vruchten zijn enorm goedkoop. Ik had 12 sinaasappelen en 6 mooie appelen voor 2 Esc. Dus totaal 18 stuks voor nog geen 14 cent. Zoo zal ik mezelf nu maar een poosje vegetrisch bezig houden en zien hoe goedkoop ik bestaan kan.'
Ondertussen heeft Pieter contact gemaakt met zijn 'wijn-connectie'.
'Ik heb nu de agentuur van een zijner dochter-maatschappijen, de firma Pedro Lopez & Co, in wezen hetzelfde als de groote maatschappij, want alle wijn komt uit één groot pakhuis; ik schrijf 10 à 15 brieven per dag, hij geeft papier, enveloppen, enz. betaalt postzegels, we probeeren het voor drie maanden en hij geeft me een voorschot op commissie van £1,- per week. Dat is dus al eenige houvast. Dat heeft nog heel wat gepraat en gezwam gekost - dat snappen jullie.'
Postzegels voor het buitenland zijn erg kostbaar, bijna net zo duur als sigaretten ('type Camel, maar slechter'), al heeft Pieter nog niet durven vragen naar de prijs van importsigaretten.
Een gokje is nooit we, dus waagt Pieter het erop en koopt hij een staatslot, waarvan elke week een trekking is.
'Daar worden hospitalen e.d. uit bekostigd. Het rijk houdt 1% voor zich. Iedereen, zelfs de armsten spelen mee, of deelen 'n lootje/ Prijs officieel 16 Esc. voor een tiende lot, maar je betaalt overal 18. Dat is de tusschenhandel. Ik ook een lot gekocht. Toen had ik nog geld. No. 02591. Zondags krant gekocht. Hoofdprijs was 300.000 Esc. Dus 1/10 krijgt 30.000. Maar die had ik toch niet. Zelfs niet een van de kleinere. Maar omdat het hoofdnummer met 'n 1 eindigde kreeg ik toch eigen geld. Ik wisselde dus in voor een nieuw lot en zit nu reikhalzend uit te kijken naar a.s. Zondag.'

Noot voor de familie: We kunnen zo langzamerhand wel concluderen dat het archiveren in de genen zit. Al deze bedragen, zo op een rij, een heel archief dat bij vertrek uit Rotterdam verkocht of vergeven is. De reisdata van Katy, vanaf haar geboorte tot aan haar dood, het bijhouden van stambomen, het optekenen van eten en de duivenleg (het aantal eieren dat de duiven in hun hokjes legden)door Henk in het kamp, enz. enz. 



dinsdag 15 februari 2022

Februari 1936 (10); pap in je handen

Helaas ontbreken de eerste twee pagina's van wat waarschijnlijk Pieters eerste brief uit Porto is. In die pagina's moet Pieter verteld hebben over zijn aankomst en het zoeken naar een woning, wat hij samen met iemand (zijn 'factotum') doet, want het derde blad begint als volgt:
'Bij die huizenjacht moesten we telkens hier en daar schuilen als 't TE erg werd. Kon het er weer even mee door, dan maar weer verder. Of we moesten even in 'n café om weer nieuwe adressen in onze kranr na te kijken, want op straat zou die krant pap in je handen zijn geworden. De heele stad door vindt men café's. Op de pleinen en in de centra huis aan huis en die zitten altijd en voortdurend VOL. Voor een kopje zwarte koffie, steeds onbehoorlijk vol geschonken tot aan den rand, betaalt men 60 centaves - 4 cent plus 10 of 20 centvs fooi. Ook hier hebben kellners geen salaris, maar ze serveeren honderden koppen koffie per dag. Op iedere tafel staat een volle suikerpot en waar ik met 2 lepeltjes tevreden ben, zag ik anderen er 'n stroopje van maken. Koffie mét melk kost 1 Esc. Almoces (dat is Port. voor ontbijt) bestaat uit een kannetje koffie, dito melk, genoeg voor minstens 2 kopjes en een paar sneedjes geroosterd brood in reepjes opgediend. Dat kost 2 Escudos.'
Inmiddels heeft Pieter een dak boven zijn hoofd gevonden. Boven een slagerij.
'Nog een halve ochtend bij den notaris voor het huurcontract met m'n huisbazin, een oud schriel, schraperig menschje en heb dus nu 3 kamers, keuken en berghok voor 135 Esc. per maand. Zeg f 9.-. Dat is dus al minder dan 'n derde van hetgeen ik in Rotterdam verwoonde.'
Wat volgt is eigenlijk een lang verslag van alle spullen die Pieter nieuw moet aanschaffen. Helaas heeft hij bij het openen van zijn hoedendoos moeten constateren dat:
'Ja kinderen hoogmoed komt voor de val. Ik had me juist voorgenomen om pasfoto'tje te laten maken met m'n sjieke "barina" op en toen ik hier aankwam mijn hoedendoos openende, zat nog alleen mijn hooge zijden er in, maar de barina was verdwenen. Serves me right, I thought; maar 't speet me toch wel eventjes heel erg., plus f 1,60 naar zijn oude mama. Een troost is dat ze hier weer geen mode zijn. Hier draagt weer iedereen 'n deukhoed - en die heb ik juist niet.'
Hierover schrijft hij verderop in zijn brief nog:
'Tusschen al die bedrijven door zit ik met paspoortformaliteiten e.d. Ik kan echter de deur niet uit vanwege de schilder die hier nu bezig is. Morgen de timmerman. En vanwege mijn ervaring met mijn "baretina" vertrouw ik nix meer.'
Bij tweedehandszaken vindt hij alleen hele meubileringen, terwijl hij vooral op zoek is naar een ledikant. Hij loopt daarom maar een zaak met nieuwe spullen in en vindt daar een heleboel nog niet afgewerkte spullen. Zijn aanschaf is aanzienlijk:


'Dit was totaal 670,50. Ik heb er ook nog een muurspiegel bij bedongen en ben toen met potloodje en een papiertje al lovende en biedende opgeklommen tot 655 Esc. Dus voor 43 en 'n halve gulden had ik weer het begin van een huishouding. Dat grapje moest nog behandeld en gebijtst worden (of is het gebeitst?) en zou den volgenden dag worden bezorgd.'
Dit is na een verblijf in een hotel, waar Pieter nog wel even naar terugkeert, na zijn huizenzoektocht.
'Toen terug naar 't hotel, laatste maaltijd aldaar en laatste goede maaltijd for some time to come.'
Het verslag gaat nog verder, maar dat in een volgend blog.

maandag 14 februari 2022

Februari 1936 (9 bis); "Goeden wijn"

Net voordat hij op tournee gaat, Frits moet morgen uiterlijk om half 7 de deur uit, schrijft hij ook nog aan 'lieve allemaal', maar hij richt vooral het woord tot zijn vader, wiens 'laatste' brief van 22 januari uit Holland inmiddels is aangekomen.
'Vader zit al geruimen tijd in Oporto [...] Padvinders wenschen elkaar bij zulke gelegenheden: "Goed Pad" toe. Ik zou je in dit geval kunnen toewenschen: "Goeden wijn" waar geen water bij gevoegd hoeft te worden. Onversneden, koppig en met bouquet. Eigenschappen die wijn sieren en den mensch, mits met mate eveneens niet tot oneer strekken. Dus nogmaals vader: "Goeden wijn!"'
Dan schrijft hij nog even dat er nog geen zekerheid over Manindjau is. Hij heeft erover gebeld, maar moet nog even geduld hebben. Het is dus nog spannend.
Op de achterzijde van deze brief schrijft Els nog over het pakket dat ze bestelde bij Tony en Annie. 
'Dat is allemaal meer dan eenig uitgevallen, dat van een hoed ook, en eenige handschoenen, kortom keurig. Kregen van Annie en Ton een leuke corsage en Fisje een gramofoonplaat, ik had er n.l 2 besteld als verrassing voor Fisje en ook nog 2 boekjes van Kipling en dat viel erg in de smaak. Het leuke was dat Fisje nog in bed lag toen ik het pak kreeg en gauw haalde ik er de gramofoonplaten uit zonder naar de ander inhoud te kijken. De gramofoon zette ik op de achtertafel en toen Fisje die plaat hoorde spelen vroeg ie: Hoe kom je aan die luizige plaat? Heel Bangkinangsch controleurswoning was in feeststemming vanwege alle nieuwe dingen, dat is eenig en Annie heeft ook erg haar best gedaan en is keurig geslaagd.'

zaterdag 12 februari 2022

Februari 1936 (9); een maildag missen

We blijven nog even bij de pen van Els. Ze zamelt een aantal brieven op om ze in een keer op te sturen. De postbezorging is niet echt betrouwbaar. Er kwamen twee brieven van PaMa heel kort na elkaar binnen; ze hadden er ongeveer 3 weken over gedaan. Er is natuurlijk ook een verschil tussen verzending per 'vliegpost' die, mits op de juiste dag afgeleverd, in 6 dagen de andere kant bereikt, of per vrachtboot. En dan kun je zomaar een 'maildag' missen en duurt het weer een week. 
Het maakt de communicatie er niet makkelijker op, want een antwoord op een vraag of reactie op een gebeurtenis kan dus zomaar anderhalve maand later komen; het is een heel gedoe. De schrijverij moet ook soms gewoon onderbroken worden. We lazen al dat er veel bezoek langs komt en dan:
''t Is weer etenstijd van Bobbie en die laat me dan nooit een paar minuutjes smokkelen. Mijnheer heeft dan teveel eetlust.'
En dan dat aanstaande hoge bezoek:
'Ik zit momenteel met al m'n 100% gedachten bij het naaiwerk van de a.s. receptiejurk want die moet natuurlijk goed zitten en crèpe georgette is nu eenmaal niet gemakkelijk te verwerken. Ik sluit hierbij stalen en model in, dan hebben jullie er ook een klein idee van hoe het worden moet. Gisteren voor 't eerst de djait weer genomen, die me alleen 's morgens van 8-12 helpt, dan ben ik 's middags niet zoo gehaast. Deze methode bevalt me erg goed.' 
Els bedankt haar ouders hartelijk voor het hele leuke liedjesboek, maar ze schrijft er wel bij dat ze het voorlopig nog even opgeborgen heeft, omdat Henkje de laatste tijd overladen is met spullen en 'z'n standaard uitdrukking is: Henkje lief, krijg wel cadeautje en daar willen we nu eens een stokje voor steken.'
Er is ook nog nieuws over een mogelijke overplaatsing. We schrijven 28 februari en de A.R. kwam bij de lunch met wat informatie:
'Hij vertelde ons dat de Resident had gevraagd of hij voor de A.R. Sawah Loento voelde, aangezien de A.R. daar resident van Djambi is geworden. Hij voelt er wel voor en nu hangt het alleen nog van Batavia af. Fisje vertelde hem over de vraag: Manindjau en hij ried hem [aan] om Fanoy (A.R. Fort de Kock) eens te vragen hoe het ermee staat, wat ie woensdagavond deed en toen vertelde Fanoy dat hij vandaag of morgen naar Manindjau zou gaan met de Resident en dat het dan wel definitief gemaakt zou worden wie er dan zou komen.* Weer rees de mogelijkheid van Painan, maar daar voel ik zelf al erg weinig voor vanwege het klimaat + malaria. Bovendien zouden jullie dan niet overkomen en het weerzien weer uitgesteld zou worden waar ik ook niets voor voel. Ma's idee over een woonwagen lijkt ons niet zoo geslaagd, maar we hebben zoo eens zitten uitkienen als we er een kamer bij lieten bouwen, dus een soort pavillioen aan huis van planken gemaakt met b.v. een uitbouwtje voor de slaapgelegenheid, maar een uitgebreid plan hebben we nog niet, omdat alles zoo in de lucht hangt.'
Als er nieuws is, zal Els het melden via de luchtpost. 
Ondertussen zijn er complimenten voor Frits die zo vooruit is met de (rubber)registratie. Dat is te danken aan zijn goede organisatie en aan de heer Willemse die erg zijn best doet, in de hoop op een vaste aanstelling. Helaas acht Els die kans klein, want 'die liggen tegenwoordig ook niet opgeschept.'

Het velletje met patroontekening en stoffenstalen bevat ook nog de nodige beschrijvingen. Els hoopt dat dit ook wordt doorgestuurd naar Katy en vader, omdat die het ook wel 'moppig' zouden vinden. Els meldt ook dat ze wel 'pontifikaal' gefotografeerd zal worden, want dat is leuk voor later en ook voor de familie. En bovenin nog even vermelding van 
'de medewerkers van 't toilet
Weldon: patroon bovenlijf
RdVrouw en Ma: patroon rok [?]
Annie: inkoop goed.
Fisje en Esje: Knippen
djongos: helpen m krantpatroon
djait: rijgen en knippen
Mevr. Claes: naaimachine die stikt netter dan de mijne thuis Henkje 'm "reparerende."'

Achterop nog een toevoeging van PaMa:
'Lieve Katy Goed thuisgekomen? En beter geslapen? 'n Fijn uitje geweest hè! Wat gezellige brief weer niet! Nou, 't beste van PaMa Wat zal Essie er fijn uitzien in haar deftige jurk.'

* J.J. Fanoy was assistent resident van Fort de Kock van 1934 tot 1937.



1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...