Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

dinsdag 30 november 2021

November 1934 (5 bis); handen, zoenen, stompen

Er volgt nog een heel stuk over Paul Julien (de 'woudloper' zoals zijn uitgever hem noemde) dat ik te lang vond om in de vorige tekst op te nemen, maar het is interessant genoeg, naar mijn mening, om achterwege te laten. Dus:


De woede over de 'onderdanen' is nog van het handschrift van Frits af te lezen en Pieter foetert nog even mee.
'Die Inspecteur van Poliesje is zeker ook een half-bloed, zoo'n geelvink, zoo'n überbeleuchtete, zoo'n touch of the tar brush. Geef ze op hun mooiesieter! Ik ben blij dat je werkverschaffing werkt. Als die Niasser het er goed afbrengt zal dat voor de andere mij dunkt toch ook wel een aansporing zijn om hun best te doen.'
Nogmaals dringt Pieter erop aan om op tournee toch vooral gewapend te reizen. 'Dat zou me een weinigje geruststellen wanneer ik je in gedachten volg bij je peregrinaties.' Hoe was het met die revolveroefeningen die Els ook deed? 'Kan je op 10 meter afstand iets raken?' Het gaat natuurlijk niet om die moeilijke mensen waar Frits mee van doen heeft, maar om de tijgers. Het is maar goed dat Frits bij de padvinderij heeft meegekregen hoe je tijger- en hertensporen kunt ontdekken, aldus zijn vader.
Ondertussen zit Els duidelijk thuis met de nodige 'koekbakprestaties' en de opvoeding van de twee-jarige.
'De verhalen over mijn kleinzoon (geitenuier en kapotte maan) zijn allerdoddigst. Daar heb ik van gesmuld. Ik had een lief dubbeltje gegeven om dat bij te wonen. Dat moet bijna ontroerend zijn geweest om die kleine hummel boven op zijn stoeltje naar de stukkende maan te zien grijpen. God, ja, en hoe dikwijls grijpen we zelf nog naar onbereikbare manen!'
Die geit is er dus, maar geldt dat ook voor de papegaai 'die je van de ZOO te F. d. K. zou krijgen?'
Misschien komt er een antwoord, maar dat is er nog niet.
Pieter sluit zijn lange epistel af, na wederom een Mae West mop, met:
'Zoo, nu ga ik opruimen, bed opmaken, vaten wasschen, aankleeden en vanavond kaarten bij kennissen. Allemaal hoopies h.z.s. en een "stukkende maan"-knuffel voor Henkie.'


maandag 29 november 2021

November 1934 (5); daar is 'ie dan

Els schrijft over de begroting van verlofsuitgaven en Londensche plannen. Pieter:'(heb een goed boardinghouse adres voor jullie: 4/6 bed and breakfast, 77 Gower street; very central; noteer dit in je adressenboekje)'.
[Inmiddels zit op dit adres het Arran House Hotel.] Met de lage stand van de pond, moet het lukken. Ook België en Frankrijk zijn goed te doen en 'als Duitschland met z'n marken zoo blijft is dat ook bizonder goedkoop.' Van een tientje per dag, moeten ze dik overhouden. 
'Taartbeschrijving zeer duidelijk. Wat 'n werk. 't Is toch maar fijn Frits als je een vrouw hebt die haar genegenheid in zulke schoone, tastbare en heerlijke vormen weet te uiten en wil uiten. Ja Salomo, met al zijn ervaring op vrouwengebied, weet ook de werkelijke huisvrouw te waardeeren.'
 En....daar is 'ie dan eindelijk. Adolf heeft Frits en Els geschreven en Daisy zelfs ook. Ik denk dat ze Frits en Henk hebben gefeliciteerd met hun verjaardagen. 
'Ik ben daar erg blij om want dat wil toch duiden dat hij der familie nog niet geheel en al is afgestorven. Dan is er nog hoop op de toekomst [...] En dan zag ik nog een prachtzin in Esje's brief. "We hebben hier in Indië allang afgeleerd te veroordeelen of te oordeelen!" Dat is een stuk wijsheid dat vele menschen op zeer late leeftijd deelachtig worden. Maar als je dat al zoo jong te pakken hebt is dat een niet te versmaden aanwinst.'
Pieter schrijft uitgebreid over de reis van de K XVIII*:

Het was in deze tijd dat 'donker Afrika' nog vrijwel geheel gekolonialiseerd was door West-Europese mogendheden die veel missionarissen uitzonden en dat Paul Julien (1901-2001) op expeditie ging naar dit werelddeel. Hij zou tussen 1926 en 52 bijna dertig reizen maken. Daarbij trok hij met een karavaan van inheemse dragers het oerwoud in om antropologisch onderzoek te doen (onder andere naar de oorzaak van slaapziekte). Na de Tweede Wereldoorlog zou hij met zijn verslagen heel bekend worden. Hij was de eerste die onderzoek deed naar de verwandschap onder pygmeeën, hun levenswijze en wereldbeeld. 
Eind november 1934 gaat Pieter naar de laatste lezing van een cursus over Afrika die hij volgt aan de Rooms-Katholieke Volksuniversiteit. 
Deze lezing van Paul Julien zal gaan over pygmeeën.
'Die man gaat telkens een half jaar naar Afrika en komt dan weer een half jaar naar Utrecht om de resultaten van zijn werk vast te stellen. Hij maakt schedel- en neusmetingen en neemt bloedproeven. Van elke gemeenschap brengt hij 1000 bloedproeven mee terug, die bij vele stammen, sommige nog kannibalen, heel moeilijk te krijgen zijn. Ik dacht nog aan de vele tochten die Frits daar op tourneé onderneemt in bosch en rimboe [...] Dan is de Uivertocht wel één heldensnelheidsonderneming, maar dat taaie, volhardende trotseren van allerlei ongemak en gevaar staat toch veel hooger als menschelijke prestatie. Alleen de groote menigte weet er niet veel van - of liever heelemaal niet.'


* Deze campagnetocht van 23.000 zeemijlen, was vooral bedoeld om de eer van de marine te herstellen. De innovatieve zwaartekrachtmetingen van professor Venig Meinesz waren een belangrijk onderdeel van de reis. Over de reis is een documentaire gemaakt, 20.000 mijlen over zee.
 

zondag 28 november 2021

November 1934 (4); m'n kachel brandt

De schrijverij wordt even onderbroken, want de groenteman is aan de deur. 
'Gekocht: 1 bosje selerie; 1 knolselderie; een bosje prij; 1 pond uien. Gisteravond had ik spliterwten gehaald en in het water gezet, een heerlijk stuk varkensvleesch staat al op, zoodat ik vanavond en morgen een erwtensoep heb waar je haren van gaan krullen.'
Ook de bakker, de schoenmaker en de deurwaarder zijn langs geweest.
'De laatste natuurlijk met een kop koffie, zoodat de officieele 2 dagen uitstel veranderd werden in 3 weken. Wie dan leeft wie dan zorgt.'
En Pieter maakt zich inderdaad geen zorgen, zo lijkt het:


Katy heeft het wel koud. Ze schrijft over haar afgelopen week, met een jubileum van een 70-jarige bewoner, zwemlessen en een bezoek aan Cineac. 'Wat kost dat nieuws-bioscoopje aan entree, Ka?'*
Dan over die kou. Dat is toch een onaangenaame 'physieke gewaarwording', maar Pieter vindt het moeilijk kiezen tussen te koud of te warm. 
'Als je Palmbeachie als een vaatdoek aan je corpus kleeft, of groote donkere plekken den toeschouwer in staat stellen je rugwervels door je toetoepjasje heen te tellen, als Rembrand-schaduwpartijen onder je armen zichbaar worden en je je liezen af en toe eens moet ventileeren omdat je buik aan je dijbeenen gegomd zit........dat is een omgeving om net zoo hard van te rillen als van de kou.'
Als Katy nog muziek terug wil hebben, moet ze naar Nel (?) die vast geen bezwaar heeft om Katy zangles te geven. 'Ga je voor nachtigaal of middagiaal studeeren? Voor de voorstelling kan je me boeken - stalles.'

* De Cineac was een bioscoop in de Reguliersdwarsstraat in Amsterdam, die in 1934 opende. Het gebouw, in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid of het Nieuwe Bouwen, bestond uit veel glas en staal, naar ontwerrp van de architect J. Duiker. De filmprojectoren op de eerste verdieping waren van buitenaf te zien. De naam is een samentrekking van cinema en actualité. Er werden door het
Handelsblad doorlopend korte filmjournaals vertoond. 
Voor een optimale ruimteopbrengst was de zaal diagonaal geplaatst. De opstelling was als die in een theater, met oplopende vloer en ook een balkon.




zaterdag 27 november 2021

November 1934 (3); vooruit met de geit

En Pieter probeert het maar weer eens: de zoveelste sollicitatie. Dit keer schrijft hij aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant en de hele brief is in het Engels als reactie op een advertentie. Aan de brief voegt Pieter informatie over zijn persoonlijkheid toe, die indien nodig nog verder uitgewerkt kan worden. Wat zijn kwalificaties betreft is Pieter 'rather amphibian in English and Dutch'. Geboren en getogen in Nederland, is hij alweer vele jaren een Britse onderdaan, wat een extra voordeel kan zijn, want zijn Engels is 'undoubtedly very good; I can understand all dialects - even Cockney.'
Pieter kan het dicteren van brieven onnodig maken, want je hoeft hem maar te vertellen dat hij die en die moet schrijven en hij doet dit alsof de afzender hem persoonlijk heeft opgesteld. 
'Moreover, I have a system by which all matters which come up for the attention of the directors are kept in sight until finally disposed of. I am well acquainted with all office systems and routine. I have a happy knack of getting on with a big staff and getting good work out of them.'
Dat is nog niet alles: Pieter kan ook sociale ondersteuning bieden, 'both in case of the factory staff and of clients.'
Omdat hier over een fabriek wordt gesproken, vermoed ik dat het een advertentie in de krant betreft die door de krant zal worden doorgestuurd naar de desbetreffende firma. Hij is in mijn ogen dus niet aan de NRC gericht. 
Erg zakelijk stelt Pieter zich niet op wat salariëring betreft, want hij schrijft dat het hem onverschillig laat. 'I am alone and if I have sufficient to maintain myself in such a way that I can worthily represent you, I shall be quite satisfied.' Met de hoop op een persoonlijke ontmoeting sluit Pieter de brief af.

Ik lees nog steeds niets over of van Adolf, al geeft diens vader wel toe 'ik raak luizig achter met mijn correspondentie.' Maar er is een brief met vier velletjes van Frits en achttien (!) van Els. 'Mijn hemel wat een boekdeel; daar ben ik echt eens voor in mijn gemakkelijkste stoel gaan zitten.' In de brieven uit Indië staan de nodige berichtjes over verhuizing van de Van Kriekens, wat echt jammer is, bezoek aan een lezing en 'de vooruitgang van Henkie in zijn vocabulair en in zijn plasjesplegerij, zoomede dat hij een geit voor zijn verjaardag zou krijgen. Ik hoop dat jullie een geschikt klein en goedaardig diertje hebben gevonden.' 
We zien het verjaarscadeau samen met Henkje in de achtertuin van het huis in Bangkinang. Het dier staat vastgebonden aan een rubberboom (zo staat achterop geschreven). 
Els is naar Fort de Kock geweest, samen met haar zoon, want schoonpa vraagt: Hoe heeft zich de eenkennigheid na zijn bezoek aan F.d.K. ontwikkeld?'
Mogelijk is Van Krieken naar Fort de Kock verhuisd. Hij was een collega van Frits en hij en zijn vrouw werden goede vrienden van Els en Frits.
Over Jörg en 'Marietje' waar Frits iets over schrijft, heeft zijn vader nog wel wat te zeggen.
'God, ja, dat was me ook een span. Als ik ooit iets heb gezien dat de essence van twee maal overgehaalde parvenu-achtigheid was, dan was het dát geval. 'Marietje'! Save the pieces. Good lord. Jezus, wat 'n benadering van een polderjongen in rokken was dat. En hij, met dat end vooruitstekende buik, waarop een soort ankerketting en vette dikvingerige pootjes vol met gouden ringen...bah! Wat 'n treurige opscheppers. Tjasses, wat een span.'
'Ambrozijn voor de dorst van mijn vaderstrots' noemt Pieter het feit dat Frits al 11% van de belastingen binnen heeft en daarmee vooruit loopt.  
En er volgt nog meer van Pieters ongezouten mening: 
'Evenzoo deed het me goed te vernemen dat je dat halfbloedige gebroed eens goed den toetoep had uitgeveegd. De luie lamlenden. Ja, daar mogen de christenen löllen wat ze willen, maar ik houd het maar aan Kipling's "East is East and West is West and never the twain shall meet."* Je kan ook zeggen: and the twain never OUGHT to meet. Intussen doen ze dat toch en het resultaat is de sinjo - de Eurasian - de mulat - en hoe die verderfelijke, uitsluitend zinnelijke mixtura's verder heeten moge.' Van twee volbloed kanten worden deze lieden 'verguisd of geminacht of gewantrouwd. Daartegen wapenen zij zich met gelijke wapenen, plus slinksheid, bedrog, geveins, gevlei of getrap; maar zuiver geloof ik niet dat er veel zijn.'
Om bij die lamstralen te komen moet Frits wel een 'pesttocht' ondernemen. 
'3 maal zwemmen en 1 maal tot aan je oksels door het water waden is nou niet precies wat je noemt een lolletje. pas maar op dat je je geen ziekte op de hals haalt, want dat zijn alle werkeloozen van Padang niet waard. En als je dan bovendien de kans hebt een tijger tegen z'n snorharen aan te loopen, wat zoo'n beest begrijpelijkerwijze irriteert, dan vind ik het heelemaal geen karrewei voor een bemind man, vader, zoon, broeder om nog niet eens te spreken van een gewaardeerd ambtenaar. Heb je schietgerei bij je op zoo'n tocht door het bosch? Ik zou maar een mitraileurtje op de auto monteeren.'

 * Het citaat van Kipling is de eerste zin van zijn 'The balad of East meets West' voor het eerst gepubliceerd in 1889. Helaas maakt Pieter hier dezelfde fout als velen. Door de regels die volgen er niet bij te betrekken. Het gedicht, over een uiteindelijke vriendschap tussen een zoon van een kolonel en een Raj, begint namelijk als volgt:

'Oh, East is East, and West is West, and never the twain shall meet,
Till Earth and Sky stand presently at God's great Judgement Seat;
But there is neither East nor West, Border, nor Breed, nor Birth,
When two strong men stand face to face, though they come from the ends of the earth.'
Een misverstand zit in een klein hoekje. Hier het hele gedicht.



vrijdag 26 november 2021

November 1934 (2); 35 keer verhuisd

In de paar weken in oktober dat Pieter niet aan zijn kinderen heeft geschreven, is er ontzettend veel gebeurd. 
'Wat 'n schpanning, wat 'n schpanning! De hele dag staat de radio aan om De Uiver te kunnen volgen. 
'De Hollandsche jongens hebben toch maar weer eventjes de mooiste prestaties van de wedstrijd geleverd. Het grootste vliegtuig, beladen met passagiers en post, komt daar dood-lauw tweesies aan, of er geen vuiltje aan de lucht is. Bijna gewonnen van een speciaal daarvoor gebouwd race-vliegtuig.'t Was enorm. Je hebt nog nooit zoo'n enthousiasme gezien. In kroegen en theaters werd afgeroepen waar de Uiver was; verschillende firma's op Coolsingel en Blaak hadden landkaartjes met de vorderingen der mededingers er op. De Bijenkorf had er zelfs een groot etalage-raam aan gewijd.'
Op de foto staat het vliegtuig op Lombok (Rambang) na afloop van de race.
Frits schrijft zijn vader over filmtechniek naar aanleiding van de film The invisible man, die Pieter ook heeft gezien, maar niet zo goed vond als het boek dat hij in zijn jeugd las.* En daar hebben we een bruggetje naar de zoveelste Mae West mop.
'Mae West ontmoette die snuiter op een partijtje. Ze hadden gezellig kennis gemaakt en bij het afscheid zei Mae West:" U moet me eens spoedig komen bezoeken" Waarop de "I.M" antwoordde: "Toch leuk dat U niets gemerkt hebt, want ik ben vannacht nog bij u geweest".'
Het lijkt alweer enige tijd geleden, maar Els is nog eens teruggekomen op de verknipte 'kiekjesplakkerij'. 
'Nou, liefje, ik kan me je standpunt best begrijpen. Ik was vroeger ook zoo'n verzamelaar en 'n kiek was voor mij wat bedrukt of beschreven papier vroeger voor een Chinees was - heilig. Maar....jammer genoeg ben ik er dan niet meer om het te kunnen constateeren - als jij met god en met eere 53 jaar bent geworden, 35 keer verhuisd, je verzamelingen van waarde een paar keer gestolen zijn, wanneer je al je huisgoden, tot op het laatst zelfs huwelijkscadeaux die te groot waren om te versjouwen van het eene land naar het andere, een keer of 10 van de hand hebt gedaan, wanneer je "toekomst" achter je ligt, wanneer je ten slotte alleen overgebleven bent en liefst zonder eenig bezit dan contanten op een fiets zou kruipen en rondzwerven van dorp tot dorp, van stad tot stad en van land tot land, dan kun je je misschien min of meer mijn geestesgesteldheid begrijpen.'
Pieter heeft intussen de tijd genomen om het een en ander te lezen, waaronder het artikel De balans van een Utopie. Hierin worden de kosten en de slachtoffers van wet op het drankverbod in de Verenigste Staten op een rijtje gezet, waarna de schrijver eindigt met:
"Men kan samenvattend zeggen dat de prohibitie het Amerikaansche volk heeft vergiftigd, het tot misdaad heeft doen vervallen en geleid heeft tot zedenbederf in het openbare en in het particuliere leven. Zij was in één woord een nationale geesel."
Dan nog een stuk over de religieuze ontwikkeling in Nederland, waarin Pieter 
'met veel genoegen constateerde dat we hard achteruitgaan in het "gelooven". In 1909 waren er in Nederland 4,97% onkerkelijken; in 1920 7.77 en in 1930 reeds 14.42% of 1.1.44.393 personen. Hoera! Aan de verklaring van deze cijfers zit nog een boel vast, dat snappen jullie wel, maar inmiddels is 't toch lekker zoo.'**
'Verder las ik over het voor en tegen van Kinder-arbeid op Ceylon., Onnoodige operaties, Dieren als weerprofeten, De Hobo, Ijsbergen in den Oceaan, enz. enz. Bij de onnoodige operaties was het volgende opmerkelijk: Onlangs werd aan vier vooraanstaande geneesheeren de vraag voorgelegd (dit gebeurde in St. Louis) in welke mate het sterftecijfer in genoemde stad zou toenemen, afgezien van epidemieën, wanneer eens alle medici zouden sterven. Het antwoord luidde: 3 á 5%.'
En daar is weer een referentie aan KYBO, dat vast en zeker Keep your Bowels Open betekent, want Pieter lijdt aan pijn in de rug, ook 's nachts, bij de nierstreek, totdat hij vreselijk nodig naar de wc moet en daarna merkt dat de pijn is verdwenen. 
'Dus Katy, jij die én met pijn in je rug én met hardlijvigheid sukkelt - take the tip and KYBO!'
Dan nog even de stand. Pieter is terug naar 82 kilo, Els' gewicht neemt ook wat af en de hoop is dat Frits wat aankomt, nu hij drie glazen melk per dag drinkt. 

* De sciencefictionfilm The invisible man uit 1933 gaat over een wetenschapper die een middel heeft ontdekt dat mensen onzichtbaar maakt. De man is dat zelf ook. Een bijeffect is echter dat hij waanzinnig wordt en vreselijke terreurdaden begint te plegen, totdat hij door de politie wordt neergeschoten en, nog net voor zijn dood, weer zichtbaar wordt, zijn misdaden toegeeft en spijt betuigt. Deze film wordt als een van de grootste horrorfilms uit de dertiger jaren beschouwd.

** De ontkerkelijking is ondertussen verder doorgezet. In 2019 waren er maar liefst 54% ongelovigen in Nederland. Eén op de 5 mensen was toen rooms-katholiek, 15% protestant en 5% moslim. Bij de katholieken ging maar 14% regelmatig naar de kerk, terwijl dat bij de protestanten 50% was en bij de moslims 34%. 
Ik meen me te herinneren dat mijn opa (vader van mijn moeder) als een van zijn laatste boeken iets las over de mythe van het christendom. Dus ook aan die kant was er scepsis. 


donderdag 25 november 2021

November 1934 (1); 27 duizend goede wenschen

Het is een paar weken stil geweest van Pieters kant, en ook van zijn kinderen hoort hij een tijdje niets. Dus laten we oktober eindelijk achter ons.
Het is begin november. Pieter was door PaMa uitgenodigd om Frits' verjaardag te komen vieren in Den Haag, maar hij was verhinderd, dus gaat hij nu samen met Katy en wordt meteen de tweede verjaardag van Henkje erbij gepakt; en hoe!


Een paar opmerkingen over het bovenstaande:
Het feit dat de foto's uit Duitsland zijn bekeken, doet vermoeden dat pa en ma daar naar toe zijn geweest, misschien wel naar Wiesbaden. 

De koffie wordt vast gedronken in Grand Hotel Terminus. Het gebouw bestaat nog, maar het hotel sloot in 1974 de deuren, omdat het gewoonweg te duur in onderhoud was. Het werd belastingkantoor, maar dat is het inmiddels ook niet meer. Het pand is tegenwoordig een schim van zichzelf.

Fra Diavolo of The Devil's Brother is een film uit 1933 met Laurel en Hardy in de hoofdrollen. Het is een lange speelfilm, waarin Stanlio en Ollio worden ingelijfd in de bende van de Italiaanse leider Fra Diavolo. Er zit een heerlijke scene in waarbij de twee heren de slappe lach krijgen. Daar kun je als publiek niet zonder giechelen (of krom zitten) naar kijken.


Pieter raadt PaMa af om voor het verlof van Frits en Els nog naar Indië te gaan. Hij voegt daaraan toe: 'Jullie zouden een pracht-hotel daardoor misgeloopen zijn.'
Het verslag van het bezoek eindigt met 'Marie Trefson [waarbij Katy logeerde] is ook nog komen oploopen om 'n uur of 8 en wij gingen tegen half tien weer ten stationne. Moppen getapt, veel gelachen - echt gezellig uitje geweest.'


woensdag 24 november 2021

Oktober 1934 (8); Enfin

Het is een brief aan Piet en Jet, als begeleidend schrijven bij brieven uit Indië en toezending van 'de zwerver' (?). De brieven waren verzonden vanuit 'Wiesbaden via Koblenz, Assmannshausen, enz.' Els heeft wel vaker post naar Wiesbaden gezonden. Zit daar familie? Wie zijn Piet en Jet?
'Het heeft me wel even verwonderd dat ik hoegenaamd geen taal of teeken op mijn vorig briefje terug kreeg. Ik weet nu nóg niet of die tweede brief die Els naar Wiesbaden stuurde privé was. Ik stel even veel belang in de kinderen als wie ook al kan ik niet voor ze doen wat jullie doet.'
Nu valt bij mij het kwartje: Piet en Jet, dat zijn Pa en Ma. Pieter zegt waarschijnlijk geen Pieter tegen Pieter, maar Piet!*
'Ik zal het er nu maar op houden dat bedoeld schrijven NIET voor mij bestemd was en verder Schluss. Ik heb naar Wiesbaden geschreven en direct op ontvangst van jullie bericht naar Katy gescheven om de Indische brief door te zenden; dus van gebrek aan attentie ben ik niet te beschuldigen.
Enfin, bij de kinderen is alles goed. Dat is de hoofdzaak. Je schrijft dat het bij mij ook goed schijnt te gaan omdat het niet aan opgewektheid ontbreekt. Neen, juist niet. En onder goede omstandigheden is opgewektheid ook geen kunst. Neen, het gaat met mij miserabel beroerd op 't oogenblik en TOCH ben ik blijmoedig. Dát is de ware levenskunst! Wat kan me gebeuren? Ik ben alleen. 'n Boterham en 'n cigaret scharrel ik altijd nog wel bijelkaar. Nou menschen, het beste. Hartelijke groeten.'
Het zou natuurlijk zomaar kunnen dat de brief van Els inderdaad privé was en dat ze daarin melding maakt van het wrede lot van Willem. Misschien heeft ze er om een of andere reden voor gekozen dit niet aan haar schoonvader te vertellen, of moest zij gewoon haar hart luchten bij haar eigen ouders/familie en/of vrienden? 
Dan schrijft Pieter (Deijs dus) weer een 'sollicitatiebrief'. Wat hierin opvalt is dat hij, waarschijnlijk vanuit India, ook in Burma is geweest. 

Aan zijn kinderen schrijft Pieter hierover:
'Nieuws nihil. Ik heb eens een artikeltje geprobeerd voor The Daily Mail, maar aangezien dat blad reeds een correspondent in dit land heeft heb ik er niet veel verwachting van. Vandaag of morgen zal ik wel hooren dat het hun spijt, maar.......enz. De rest is net zoo.'
Dan is het nog mogelijk dat de Encyclopedia Britannica eindelijk verkocht kan worden. Laat Pieter nou recent een nieuwe cadeau hebben gekregen! Dit geschenk is weliswaar niet zo mooi als zijn origineel, dat in half leer is gebonden en hem 450 gulden heeft gekost (hij probeert het nu voor 150 te slijten). Maar ja, de editie van Pieter is inmiddels wel verouderd, want hij stamt uit 1926 en er is ondertussen een nieuwe druk verschenen. 
Het is waarschijnlijk nog een oud verjaarscadeau dat Pieter ooit uit Duitsland voor Frits heeft meegenomen: Meyers Konversations Lexicon.** Dat staat nog in Rotterdam en zal hij voor Frits bewaren, maar:
'Mocht ik vóór dien tijd heelemaal opbreken dan geef ik hem wel aan Katy in bewaring.'
En daar is 'ie:
'Voor deze week schei ik er weer mee uit. Het eenige spannende in de atmosfeer is de London-Melborne race. Morgen vertrekken ze en ik ben één bonk nieuwsgierigheid naar de prestaties van de twee Hollandsche mededingers.' 


* Pieter Cornelis Nelson (1868 - 1945)  was de vader van Els. Hij was onderwijzer (hoofdacte Frans) in Patih, op Java. Het schoolhoofd daar was Draaisma, de vader van Elly, die een goede vriendin van Els zou worden. Pieter werd overgeplaaatst naar Ngawi, waar Els geboren zou worden (in 1908). Pieter was getrouwd met Jenneke Anna Petronella Bouman.

** Dit lexicon van Joseph Meyer is de grootste voltooide Duitse encyclopedie van de 19de eeuw. Meyer had er van 1826 tot uiteindelijk 1855 voor nodig om de 46 delen samen te stellen en te publiceren. Hij noemde het zelf een 'geschikt instrument voor een algemene intellectuele emancipatie'. Hiernaast een pagina uit een van de delen. 


 

dinsdag 23 november 2021

Oktober 1934 (7); plaatjes kijken

Ja, Pieter schrijft veel in deze maand. Misschien mede omdat het land ook zo'n natte moesson heeft. "It's raining cats and dogs every day.'
Net als Els en Frits omschrijven. 
Over hun tocht naar Pakan Baroe doen ze beiden verslag, maar wij moeten daarnaar gissen. Pieter gaat op zoek naar het kennelijk voor hem aanbevolen boek Op zoek naar geluk. Er zijn helaas vooral recent veel boeken met die titel verschenen. Ik weet niet waarop Pieter hier doelt. Het zou een vertaling kunnen zijn van A life of one's own van Marion Milner, maar dat is een enorme gok!
Ondanks het slechte weer heeft Pieter zich vermaakt en ook foto's gekeken. Helaas kan ik die van Els niet terugvinden. Zij schrijft in het album met de bijgevoegde foto's nog wel dat de kuif (van Henkje) inmiddels is verdwenen: 'afgeschoren!' Ik denk dat Pieter in het (speelgoed)aapje een poes heeft gezien.

Onderstaand fragment begint met de tekst:
'Gisteren heb ik in m'n eentje, d.w.z. in het bijzijn van de werkster een plechtig zonnewendefeest gehouden. Het ritueel was als volgt:' 
en...verder, lees zelf maar:






















maandag 22 november 2021

Oktober 1934 (6); raadselen

Wie het weet mag het zeggen; ik weet niet waar het volgende aan refereert.
Het betreft een brief aan 'Den Hoogedelgestengen Heer Kolonel Gijsberti Hodenpijl'. Waarin Pieter meldt dat hij de eer heeft twee briefkaarten uit een serie van vierentwintig te sturen, die hem mogelijk zullen interesseren. Ze komen uit opgeruimde archieven van de firma Van Kempen (?) uit Voorschoten die Pieter heeft, omdat hij 'postzegelkundig verzamelde'. 
'De correspondentie loopt van 11 Februari 1879 tot denzelfden datum 1880 en toont aan dat de toenmalige Majoor Gijsberti Hodenpijl heel wat moeite heeft gehad om het geschenk van het leger aan Z.M. Willem III uit handen van de fabrikanten te krijgen.'
Pieter wil in verband met 'tijdsomstandigheden' van de curiosa af en wil daarom weten of het stel briefkaarten waarde heeft voor het familie-archief. Een offerte ontvangt hij graag. 
Het betreft duidelijk een historisch gegeven, maar ik kan hier zo gauw niets over vinden. 
Ik heb ook geen idee of er uitsluitsel volgt. 
De volgende dag stelt Pieter een brief op aan E.W. Ditchburn Esq. 32 Fairfield Road in New-Castle on Tyne. Deze brief (in het Engels) verklaart dat, omdat er geen antwoord is gekomen na diverse pogingen tot contact met Ditchburn, diens vrouw en zus, Mrs. Koek-Chamers heeft besloten de zaak nu in eigen hand te nemen. Mevrouw Koek neemt aan dat het verzoek tot terugbetaling Ditchburn mogelijk nooit bereikt heeft, omdat zij hun vriendschap nog steeds hoog acht, dus geen andere reden ziet. Ze begrijpt niet dat de manier waarop zij Ditchburn heeft geholpen toen hij dat nodig had, nu zij haar geld terugvraagt, met zulk verachtelijk gedrag wordt beantwoord. Ze vraagt immers niet om hulp, maar gewoon om terugbetaling. En dan nog, schiet ze erbij in, 'on account of the difference in exchange.'
Als Ditchburn geen gezichtsverlies vreest tegenover mevrouw Koek-Chambers, dan misschien toch wel tegenover de goegemeente, mocht er een rechtszaak van komen, dus dringt Pieter aan op betaling over 2 weken. 
'Three long years of friendly, nice, patient attempts have all failed to get a reply from you. So now let the judge see what he thinks of it.' 
Hier hebben we dus nog een raadsel.
Wie is Ditchburn en om wat voor lening (?) gaat het?
Mrs. Koek-Chambers is al ter sprake gekomen. Zij is de ex van George Chambers, Jacomijntje, Koekie, de vrouw waarmee Pieter en Adolf naar Brussel zijn geweest, die hij ooit toen zij griep had liefdevol heeft verzorgd en waar hij mogelijk een relatie mee heeft of heeft gehad. Hij heeft nooit echt over haar gescheven in de brieven die ik heb, gericht aan zijn kinderen. Ik heb geen idee hoe innig de twee met elkaar waren of zijn. En esq. Ditchburn is net zo'n enigma, helaas.
Wat is dat toch jammer, want wat zou het heerlijk zijn om te weten dat Koekie bij Pieter op schoot zit, terwijl hij een brief voor haar opstelt om haar te helpen met een oude kwestie. Hij doet het graag voor haar, want ze hebben het, na een moeilijke tijd, waarin hun liefde geheim moest blijven, nu toch best voor elkaar. Pieter houdt van zijn onafhankelijkheid, dus vindt het wel goed zo. Geen wurgend huwelijk meer, geen verplichtingen, maar wel liefde en warmte. 
Hoe was het echt? Geen idee.

zondag 21 november 2021

Oktober 1934 (5); zondagsrituelen

Er zijn al vijf bladen volgetypt in de eerste week van oktober. Nu is het de 7de en begint Pieter aan zijn tweede brief van de maand. Het is weer zondag, de winterijd is ingegaan en het is guur buiten, dus:
'Een behaaglijk, beschermd gevoel binnenshuis, vooral wanneer de elementen buiten ongunstig zijn, is begrijpelijk. Maar dat Zondagsgevoel is bovendien nog iets aparts. Ik heb weleens gedacht: dat komt niet doordat je niet behóéft te werken, want dikwijls doet men Zondags meer dan anders, maar de verklaring wil mij schijnen hierin te liggen dat men in de Zondagsrust ook voelt de rust van ons vijandig gezinde factoren. Zooals we zelf rusten op dien dag, rusten ook anderen; er wordt dus niets te onzen voordeele, maar waarschijnlijk ook niets te onzen nádeele ondergrond van een prettig Zondagsgevoel.'
Het is tijd voor de was, dus heeft Pieter de oven aangezet.
'Bij gebrek aan mandikamer doe ik 't dus op de manier dat een werkvrouw de trap doet. Ik zet een tijltje warm water in de gootsteen en ga met m'n voeten in een grootere tijl dito staan. Wat dus van de hooger gelegen treden afvalt komt op de lagere en zoo verloopt de reiniging zonder geplens en geflodder, m'n keuken blijft netjes en is in een oogwenk weer opgeredderd. Ik heb ondergoed met lange armen en lange broekspijpen voor den dag gehaald, want ik zag bont en blauw van de kou. Verder heb ik m'n heerlijke dikke witte wollen trui aangeschoten, zoodat ik 't zonder verdere bovenkleeding toch behaagelijk warm heb en prettig vrij in m'n bewegingen.' 
Dit alles heeft tot gevolg dat Pieter kan schrijven: 'Ook physiek voel ik me als een kip.'
En er is meer, ik neem het maar weer helemaal over, want het gaat tenslotte over mijn allerliefste vader:

Dan is er een berichtje aan Teetjest die het behoorlijk druk heeft.
'Ik ben benieuwd naar je vergadering met het bestuur en naar de verhouding met het jodin-bestuurslid. Als je van die arrogante typen tegen komt voel je willekeurig iets voor het Nazi-standpunt. Kom je weer eens gauw of schrijf je me wat? Hol nu eens even niet als een gehaaste kip rond, ga op je boerenkond zitten en schrijf eens kalm aan je vader.'
Het kwam al eerder ter sprake, maar ik heb het niet genoemd. Pieter heeft een artikel doorgestuurd over lepralijders in Indië. Dat werd niet goed ontvangen. Nu wordt erop teruggekomen en Pieter schrijft:
'Ja, kijk 's, in de eerste plaats geloof ik niet in struisvogelpolitiek, dus al steek je je kop in 't zand, die lepralijders zijn er tóch. Hadden jullie in Maastricht of Schiermonnikoog gewoond dan had ik dat blaadje NIET gestuurd, maar nu bestaat zelfs de mogelijkheid dat je overgeplaatst wordt naar een distrikt waar die lui worden verpleegd; jullie behoort te weten dat dit een Indisch vraagstuk is. Ik heb er zelf over zitten grieselen, maar het was allemachtig interessant en belangrijk.' 
Pieter vraagt zijn zoon nog naar een titel van een boek over sterrenkunde, omdat hij plannen heeft hier lezingen over te geven in de winter. Pieter heeft wel wat naslagwerken (onder andere Einstein en het Heelal en Het rijk der hemelen, beide van Charles Nordmann), maar die zijn verouderd. Er zijn inmiddels al weer nieuwe 'buitenplaneten' ontdekt.
Maar nu is er geen tijd meer om verder te schrijven. 
'O.a. is er morgenavond installatie van den nieuwen Voorz. Meester  in "Concord". Eddy Hart zal die eer genieten voor het komende loge-jaar.'
Eindelijk weer eens een maçonnieke referentie. Het was lang stil.
Dus voor nu:
'Dus kindertjes, tot volgende week. HP. 'n tsjioem ketjiel en voor jullie alle liefs.'

zaterdag 20 november 2021

Oktober 1934 (4); Willem

Er werd in de familie niet over gesproken, maar Els zou na Henk bevallen van een tweede zoon, Willem.* Hij werd geboren terwijl Frits op tournee was en had al direct blauwe nageltjes. Hij zou na zeventien dagen overlijden. De djongos (huisbediende) zou de dood constateren door een lucifer bij de mond van de baby te houden. Hij doofde niet; de kleine jongen was dood. Hij werd op het erf begraven (maar zou later, in Bangkinang, een heus graf krijgen). Het jochie had angina pectoris en zou, als ze elders hadden gewoond, nog wel geopereerd kunnen worden, maar het mocht niet zo zijn.
Toen Frits uiteindelijk weer thuis kwam, heeft hij Els uit het allerdiepste dal getrokken, maar toch: "Toen ben ik gaan snoepen," zou zij er later over schrijven.
Wanneer Willem precies geboren is, vertelt de historie niet, maar misschien hebben we hier een aanwijzing, want begin oktober 1934 schrijft Pieter:
'Ja, Esje, 78 kilo is wel wat zwaar voor jouw lengte. Daar zal je iets aan moeten doen. KYBO is een van de eerste vereischten.** Ik vond dat ik met 85 ook wat te zwaar werd. 80 mag ik wegen voor mijn lengte. Ik zag toen ergens 'laxeerende vermageringsthee'. Daarvan neem ik elken ochtend een goed half kopje en dat werkt wonderzacht, zonder pijn of opgeblazenheid en belet in elk geval een opeenhooping in of aanzetting van de darmen. Mocht je daar een proef mee willen nemen dan zal ik je zoo'n pakje sturen. Met 'n dubbeltje doe ik twee weken. Aangezien ik om bepaalde redenen alleen maar 's avonds naar de W.C. ga, neem ik het drankje 's morgens. Maar jij zou het 's morgens en 's avonds kunnen nemen en dát helpt. Nu moet ik eerdaags weer eens wegen om te kijken wat het heeft uitgewerkt.'
Het is toch best opmerkelijk dat Pieter kan klagen over het gebrek aan schrijverij van zijn zoon, terwijl deze kennelijk de moeite neemt om zijn vader nog iets toe te dichten, maar:
'Frits, als m'n dichtader wou vloeien dan zou ik je antwoorden op je meesterlijke persiflage van Kipling. Maar ik was TE ernstig gestemd to reply in the same vein. Maar wacht maar jochie, dat komt nog wel eens met interest terug. Intussen is het goed van maat, inhoud en rijm. M'n compliment.' 
Er volgt ook nog een reactie op informatie die Frits gestuurd heeft, maar daar kan ik geen wijs uit worden, daarom hierbij maar integraal: 

Een komisch einde van de brief is wel deze:
'Gisteravond had ik mijn benedenburen op visite. Toen Bombay ter sprake kwam vroeg de man of ik daar nog veel ruines had gezien uit 'de laatste dagen van Bombay'. Maar het bleek alras dat hij Pompei bedoelde.'


* Het is mogelijk dat Willem in februari 1934 is geboren, getuige deze foto met de datum 14 februari '34 achterop geschreven. 

** KYBO staat waarschijnlijk voor Keep Your Bowels Open. Het was kennelijk ook een koffiemerkt - wat niet zo gek is, maar omdat Pieter het over vermageringsthee heeft, zal hij dat hier niet hebben bedoeld.

vrijdag 19 november 2021

Oktober 1934 (3); intermezzo

Hier spreekt de blogger. Ik wil even de balans opmaken en moet daarbij allereerst denken aan mijn oma, Es, die mij altijd liet weten dat 'ik heb het te druk' geen excuus was om niet te schrijven, bellen of op bezoek te komen. Zou ze dat van haar schoonvader hebben overgenomen? In ieder geval heeft ze haar man, die het heel waarschijnlijk echt gewoon te druk had om aan zijn sociale verplichtingen te voldoen, hierin verdedigd. 
Maar dat terzijde. 
We beginnen Pieter Deijs zo langzamerhand te kennen, maar doorgronden zullen we hem waarschijnlijk nooit meer. Er blijven onbeantwoorde vragen, al worden er  misschien nog wat zaken duidelijk in de correspondentie die ik nog tot mijn beschikking heb; ik ben, qua jaargangen/doorslagen zo ongeveer op de helft.
Dus wat weten we tot nu toe?
Pieter Deijs is in 1880 geboren in Amsterdam. Op zijn twaalfde, in 1993,  vertrekt hij met of zonder (!) zijn ouders, broer Hendrik (1887) en zus Wilhelmina (1890) naar Zuid-Afrika. Daar is Pieter meteen zijn eigen boontjes gaan doppen, of hij nog contact met zijn familie had, is niet duidelijk. Hendrik overlijdt in 1903 in Johannesburg en Pieters moeder (Catharina) in dezelfde plaats in 1906. Wilhelmina sterft pas in 1971 (dit is tante Mien voor de familie). Wat Pieter in zijn jonge jaren allemaal uitspookt is niet duidelijk, maar hij is, naar verluidt, op een of andere manier betrokken bij de Tweede Boerenoorlog, brengt daar mogelijk verslag van uit (als journalist?). 
We weten niets over een opleiding, al laat hij zelf wel doorschemeren dat die schamel was. Hij kan zich waarschijnklijk met zijn Nederlands en mogelijk Afrikaans goed redden (gooit zich waarschijnlijk ook in de strijd voor behoud van deze taal/talen), maar leert zichzelf op zijn drieëntwintigste Engels door boeken te lezen. 
Pieter ontmoet zijn vrouw (Sophia Draaijer - 1872), volgens de overlevering, als zij, als operazangeres, een recital geeft en hij verliefd wordt op haar stem. Ze trouwen op 12 augustus 1903 in Kaapstad, met een simpele ceremonie en de zus van Sophie ('tante Nella') als getuige. Er zit ruim 8 jaar leeftijdsverschil tussen man en vrouw.
Een jaar na de trouwerij wordt Katy geboren, ook in Kaapstad. Maar dan verhuist het gezin naar India, wanneer en om welke reden is me (nog) niet bekend. Dit kan voor  een korte periode zijn geweest, maar in ieder geval wordt in 1906, in Calcutta,  Frits geboren. Mogelijk hadden Sophie en Pieter hier een rijk sociaal leven, want uit die tijd stammen een aantal geënsceneerde toneelfoto's (?) met een groot (internationaal) gezelschap. 

Dan gaat het gezin in ieder geval weer terug naar Zuid-Afrika, want daar wordt, in Johannesburg dit keer, twee jaar later Adolf geboren. 
Waarschijnlijk blijft het gezin in de Transvaal wonen, want Pieter wordt er politiek actief en treedt toe tot de Provinciale Raad, waarvan hij in 1913 voorzitter wordt. Het is heel goed mogelijk dat ze hier een goede tijd beleefden, want ze hadden in ieder geval personeel, getuige een prachtige foto van 'Charlie the houseboy' met zijn vrouw (?)  in 1913. 
We weten dat Pieter campagne voerde met de slogan:
'Vote for better Deys' (of was het Days?).


In 1916 is Pieter in Nederland voor een medische ingreep (?) , mogelijk is hij via Singapore gereisd, waar hij in augustus '15 in het Raffles wordt ontvangen. Maar als hij vanuit Nederland zijn carrière in de Transvaal weer wil oppakken, steekt waarschijnlijk de Eerste Wereldoorlog daar een stokje voor. Hij kan niet terug en zal zich uiteindelijk in Rotterdam vestigen. 
Ik weet niet of in 1916 het hele gezin dan ook in Nederland is of later nakomt. Pieter schrijft over deze periode alleen in de ik-vorm. 
Het is wel het jaar waarin hij zijn vrouw ontrouw is. Wat hij in 1934 aan zijn kinderen opbiecht. Hoe zullen die dat ervaren hebben? En wist Sophie ervan?
Over de jaren tussen '16 en '30 is (nog) vrij weinig bekend. In ieder geval is Pieter eind jaren '20 al compagnon van Keuzenkamp in diens reclamebureau. Althans...heeft Pieter zich ingekocht? Is hij werknemer? Het feit dat het bedrijf op naam van die Keuzenkamp staat, onthult hierover niets. De samenwerking wringt, maar er zijn ook goede momenten, zo hebben we inmiddels begrepen, maar als Pieter in 1934 vertrekt, is hij toch niet mild. 
Ondertussen kwakkelt Sophie met haar gezondheid. Ze leeft grotendeels haar eigen leven, met een eigen sociale entourage en de nodige medische hulp en medicijnen. Zij overlijdt in 1932. Frits is intussen, in 1930, getrouwd met Eliza Nelson (Els) en direkt naar Indië vertrokken.
Met zijn kinderen houdt Pieter contact, maar de toewijding wisselt, mogelijk naar gelang zijn luim. Vader is trots, maar ook kritisch, zeker als het contact in zijn ogen niet frequent of wederkerig genoeg is. De relatie met Katy is stroef en zou ik in het huidige jargon bijna als bipolair omschrijven. Frits leidt duidelijk een eigen leven en heeft een gezin gesticht. Omdat hij zo ver weg zit, is er uitsluitend schrijftelijk contact en dat komt de relatie niet ten goede. Inmiddels is de recent met Daisy gehuwde zoon Adolf, die in London woont, (even?) uit beeld.
Financieel is het sappelen, maar kan Pieter duidelijk genieten van kleine dingen. 
Het feit dat hij al dan niet actief lid is geweest van diverse Vrijmetselaarsloges, laat ik hier even buiten beschouwing. Maar het is een feit dat hij er waarschijnlijk vanaf zijn tijd in Zuid-Afrika tot 'heden' bij betrokken is geweest, al lees ik er steeds minder over in de brieven. Ik moet hier nog eens een goede tijdlijn van maken. 
Hoe gaat deze familiekroniek verder? We gaan het zien en weten natuurlijk al het nodige 'uit eigen ervaring'. Ik heb nog ongeveer een jaar aan 'eenzijdige' doorslagen te gaan, dan kan ik, tot in 1938 originele brieven van Frits en Els aan de doorslagen toevoegen. 
Wordt vervolgd.

donderdag 18 november 2021

Oktober 1934 (2); openbaringen

De brief wordt vervolgd, er is veel te schrijven, deels als reactie op alle post natuurlijk. Pieter uit zich eindelijk tevreden:
'Zooals het nu gaat vind ik het opperbest. Goede brieven, geregeld en met ontvangsterkenning van mijn geschrijf. Dat het zoo blijve. Een Afrikaansch spreekwoord zegt: "Kla'e helpt nie" Maar sedert ik gesputterd heb met zulke goede resultaten ben ik het met dat spreekwoord niet meer eens.'
Een tevreden vader komt ook weer met een blije mop. Wederom over Mae West. Vooruit dan maar:
'Op zekeren dag ontving zij het volgende schrijven: - Dear Miss West, Last night I dreamt about you, and as I am an officer and a gentleman, I enclose my cheque for $5,-. Yours sincerely John Smith.'

Er is ook minder goed nieuws, want de reactie van Den Winter is binnen. 
'Vanmiddag naar de post geweest. Alweer teleurstelling. De Ned. Z. Afr. Ver kan mijn foto's niet overnemen en wil niet aan propaganda. So that's that Balooriglijk ben ik toen 'Studio' binnengestapt voor twee kwartjes en heb daar geen spijt van gehad. Het motto van de film had kunnen zijn: 'Iedereen heeft behoefte aan 'n beetje liefde De titel was "La Maternelle". Biiiii------zonder goed. Wat zit daar een werk in. Wat 'n geduld! 't Is een psychologisch juweel. Je wordt geroerd tot in je allerbinnenste bij het zien van al die hulpbehoevendheid der kleinen ende zelfverloochening, de liefde en de tact der grooten - en ook dikwijls der kleintjes. Zoo af en toe moest ik mijn brillenglazen even afvegen. Naar ik uit de brieven bewerk hebben PAMa reeds over die film geschreven dus doe ik er verder het zwijgen toe.'*

Pieter reageert op een verslag van Frits, ik denk van een tournee.
'Je kota-inspectie zal wel een euwigdurende bron van ergenis blijven. Dat boete-systeeem is daarbij de eenige troost; die brengt dan tenminste nog iets in het laadje. Een Aziaat zindelijkheid in zijn omgeving bij te brengen lijkt mij een hoopeloze taak. Op hun lichaam, als er water in de buurt is, gaat het wel, maar overigens is 't allertreurigst. De Thibetanen op hun koude hoogvlakten hebben bij wijze van entree-laantje naar de deur van hun woning aan weerszijde een muurtje van bevroren strond (excuse the word) De inlanderwijken beginnen te stinken bij Constantinopel en gaan dan hoe langer hoe harder stinken hoe oosterlijker men komt. Als ik b.v. eens in 't donker neergezet zou kunnen worden in Bombay, Calcutta, Penang of Singapore, dan zou ik je aan de reuk kunnen zeggen waar ik was. En Batavia-benedenstad niet te vergeten. Wat 'n ongelooofelijke rotzooi. Daar ben ik in gribussen geweest met den Officier van Gezondheid waar nu nog m'n hart in m'n lijf van omdraait als ik er aan denk.'
Er is zowaar 'moppenwaardering' gekomen van Esje. Dus ook dat gaat als maar beter. 
'En nu ik heb gehoord dat er debiet voor is kunnen jullie van alle nieuwe die ik hoor ook zeker de toezending verwachten. Met tekst en uitleg er bij zou je uit de steeds wisselende moppenstroom de wereldgeschiedenis kunnen schrijven.' 
 
Pieter schrijft sowieso uitgebreid aan Els, maar weer in een hele ander toonaard.
'O ja, wat ik vragen wou Esje, als je de staaltjes stuurt van nieuwgemaakte jurken, of briefjes van mevrouwen ter inzage, doe ze dan s.v.p. in brieven die via postbus 277 gaan, dan krijgt Ma ze in elk geval.  Langs de andere weg krijg ik er niets van te zien.'
Gaat dit nou om Ma, of om Pieter? 
Hij weet niet goed of hij eerlijk reageren moet op het 'briefwisselingsonderwerp, waarin Esje mij speciaal bij de kop pakt.' Els vindt dat Pieter meer waardering moet opbrengen voor de brieven van Frits. 
Pieter besluit eerlijk te zijn en neemt zich voor als de Indiëgangers op verlof komen, om de briefwisseling er eens bij te pakken en min of meer te turven hoeveel hij heeft geschreven 'sedert ik bij dien pestsalamander van 'n Keuzenkamp vandaan ben' en hoeveel er geantwoord is. Esje schrijft vooral dat ze de brieven van haar ouders nog moet beantwoorden en Pieter begrijpt dat dat voorgaat, omdat die lui zo goed en zorgzaam voor hun dochter en schoonzoon zijn en nou eenmaal altijd voorrang krijgen van hun dochter. Het lijkt erop alsof Esje het antwoorden van vaders brieven vooral aan Frits overlaat, tenzij er iets te bedanken is, zoals toezending van postzegels of kranten. 
'Maar wat krijg ik dan van Frits? Ook geen bliksem. Haal de correspondentie er maar bij.'
Nee, Frits antwoordt meestal helemaal niet, of alleen door te schrijven dat hij nog antwoorden zal. Pa denkt dat Frits zijn werk als excuus gebruikt om niet te schrijven, dit hebben we eerder gehoord, ook dat Pieter dat nooit gezegd of geschreven heeft, alleen heeft hij om een wat hoffelijker houding gevraagd. verder spreekt hij altijd zijn lof uit als dat aan de orde is.
Ook Adolf hult zich in stilzwijgen. 
'Ik ben gaan denken misschien is het omdat ik niets omhanden en geen kapitaal heb dat men langzamerhand de ouwe maar gaat doodzwijgen. Adolf is waarschijnlijk de belichaming van oude rijmpje:
Eer brengt een oud'echtpaar met zorg tien kind'ren groot
Dan dat tien kinderen hen redden uit den nood.'
Pieter schrijft eerlijk over zijn omstandigheden, maar dat is niet om de hand bij zijn kinderen op te houden. 
'Tegen dat het zóóver is verruil ik het laatste dat ik bezit voor een fiets en trek ik het Zuiden in. Honger is altijd nog beter te verdragen in de warmte dan in de kou. Mocht Adolf dus nog met iemand van jullie in correspondentie blijven dan kan je zijn hart in dat opzicht geruststellen.'
Er lijkt geen duidelijke reden te zijn waarom Adolf niet schrijft, maar Pieter zit er echt op te wachten, ook vanuit Indië.
'Godsjeeses, iederéén heeft behoefte aan een sprankje liefde - en kan het dan niet zijn dat een beetje waardering en kan dat zelfs niet, dan aan een beetje attentie. M'n god, dat kost jullie toch nix! Ik ben daar altijd rijkelijk vrijgevig mee geweest, zelfs in omstandigheden dat een andere vent allang het huis was uitgeloopen.  Juist omdát ik daar zoo'n behoefte aan had en het nooit kreeg ben ik na een opgebroken huwelijkstrouw van 13 jaar eindelijk van de rails gegeleden toen ik het wél vond. En dat nôg niet eens op eigen initiatief. En met dit kleine stukje biecht eindig ik deze controverse.'

* La Maternelle (Engelse titel: Children of Montmartre) uit 1932 is van Jean Benoit-Lévy en Marie Epstein. Het verhaal gaat over een jonge vrouw, Rose, die op een school vopor arme kinderen werkt en daar een verlaten kindje adopteerd. Zij wordt door een arts ten huwelijk gevraagd, maar Rose voelt zich verraden en probeert zelfmnoord te plegen. 




woensdag 17 november 2021

Oktober 1934 (1); over eten

Een dag nadat Den Winter zijn brief aan Pieter schreef, heeft deze die vast nog niet ontvangen. Want 'De oude heer is weer in zijn hum'. Hij heeft dan ook maar liefst 2 brieven uit Indië ontvangen, waarop hij natuurlijk reageert. De ene brief is eerst naar Pa en Ma gegaan en heeft Pieter dus via Den Haag bereikt, de andere is naar Rotterdam gestuurd om vervolgens weer naar Pa en Ma door te brieven.
'Wetende dat Esje zich voor allerlei kostjes en toebereidingen interesseert (pracht eigenschap) heb ik een afschrift voor jullie getikt van een dokters voorschrift in de rauwkost-branche. Dit is afkomstig van de bekende vrouwenarts Dr. Van Veen te Haarlem - nog een oude jeugdkennis van moeder geweest.'
En er wordt meer over eten gecorrespondeerd, want Els stuurt 'de eenzame oude heer' een recept voor groenteverwerking. Waarop Pieter weer schrijft dat hij net een nieuw gerecht heeft gemaakt door nu eens geen balletjes van gehakt te maken, maar dat heeft 'gekookt met uien en 'n stukje boter, zoodat ik jus en vlees in een soort soepje had.' Aan het restje voegde hij de volgende dag 4 tomaten, een fijngesneden appel en wat rijst toe.
'Nou, als je ooit iets smakelijks hebt geproefd dan was het dát. Die appel gaf er een geur aan die zeer appetijtelijk werkte.' Pieter heeft schik in het koken, maar doet er recent niet zoveel meer aan, omdat hij het in zijn nieuwe omgeving zo naar zijn zin heeft dat hij aan het sorteren, opruimen en catalogiseren is geslagen. Bovendien is hij druk 'met de verkoop van alles dat los en vast zit.'
Het ontbijt slaat hij over en bij de lunch eet hij twee sneetjes brood en de werkster die twee keer per week komt schilt dan aardappels en maakt wat groente schoon. Het vlees maakt hij altijd voor twee dagen klaar en dan blijven er voor de andere dagen tomaten, rijst of kliekjes over. Het eten in je eentje is sowieso niet erg aantrekkelijk. Het is vergelijkbaar met het bezoek aan museum of een vreemde stad. 'Je wilt iemand hebben om tegen te praten en te vertellen hoe mooi, hoe lekker, hoe prachtig of hoe smakelijk je dit of dat vind.'
Van Adolf heeft Pieter ooit een leesstandaard gekregen die nu goede diensten doet. 'Dat ding staat achter m'n bar en terwijl ik lees stel ik aan eten geen andere eisch dan dat het voldoende gaar is om het naar binnen te werken.'
Het brengt Pieter vervolgens op een aantal (actuele) mopjes. Eén met betrekking op de grote borsten van Mae West en de ander die slaat op het huwelijk van de Engelse prins George met prinses Marina van Griekenland. Deze grap is speciaal voor Frits, opdat hij zijn Engels kan bijhouden.
'"Why is Prince George like a candle?"
"Because he dips his wick in grease!" (Greece)'
En dan is er nog een Mae West mop, iets met een bustehouders als hangmat, die Frits van zijn vader als beloning krijgt, voor 'zijn prestaties inzake de bekorting van den weg naar Rokan'.*
Maar vader zou vader niet zijn, om er dan toch bij zijn zoon, als doctorandus in de letteren, even op te wijzen dat het weliswaar aandoenlijk is om het over de fuistjes van Henkje te hebben, 
'maar mocht je dat woord eens in officieele rapporten te pas komen dan is het toch maar beter er een v van te maken [...] Die Maleische klant 'ntoh' voor toch vind ik verbazend leuk. Z'n spraakvorderingen schijnen de laatste weken hard op te schieten. "Tisties" bizonder vermakelijk. Gek dat zoo'n kind er niet aan denkt van te voren te waarschuwen maar wel als 't gebeurd is. Ik zou dat hersenprocesje wel eens willen volgen.'

'Toebereidselen voor vliegfeest te P.B. genoteerd,' schrijft Pieter. Wat hij daarmee bedoelt is me een raadsel, maar als ik aanneem dat P.B. voor Pekanbaru (Pakan Baroe) staat, dan zou de hier opgenomen foto daar wel eens mee te maken kunnen hebben. Hij is van het vliegveld van Pakan Baroe, met Frits, Els en Henk vrijwel in het midden. Misschien komen we er nog meer van te weten. Stel nou toch dat het een feest was om de Melborne race te vieren.** Wie weet.

* Rokan is een rivier in Riau, die uitmondt in de Straat Malakka. Dit kan een belangrijke vaarverbinding zijn geweest, want deze 'straat' is inmiddels economisch gezien een van de belangrijkste vaarroutes van de wereld.

** De Melborne race is waarschijnlijk een initiatief geweest van de burgemeester van Melborne die het 100-jarig bestaan van de staat Victoria wilde vieren. Het is de langste race ooit in de luchtvaart gehouden. Het idee erachter was tevens om de banden tussen Europa en Australië te versterken. Van 20 oktober tot 23 oktober 1934 werd er door 63 deelnemers gevlogen van Suffolk naar Melborne. Meer info zie hier, maar wat ik al wel even verklap is de De Uiver hierbij heel goed scoorde en dat de race een opsteker was voor de burgerluchtvaart.


1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...