Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

zondag 31 oktober 2021

Eind november 1933; meer en minder

Langzamer-hand kabbelen de brieven door en weten we wel zo'n beetje wat we van Pieter verwachten kunnen, al blijven er uitzonder-ingen. 
Zo hebben we de hond. Die blijft aandacht vragen en wil spelen, net als een kind. Het typen wordt er niet makkelijker op. Maar qua 'zinnelijkheidspogingen' heeft hij het toch makkelijker gehad dan Frits en Els met hun HP.
'Wat jullie niet hebben kunnen doen was hier een probaat middel: in z'n nekvel nemen, met z'n neus er door heen en met een paar tikken op zijn bibs uitgeworpen in het rijk der buitenste duisternis.....aldaar zal weening zijn en knersing der tanden.'
Maar Pieter heeft ook wel door dat het dier bij hem niet op z'n plaats is, want er is overdag en soms ook nog 's avonds niemand in huis. 'Dan hokt dat lieve beest hier op een klein binnenplaatsje en moet zich vermaken met het omgooien van z'n waterbakje en met de bezem, die al heel wat haren bij dat spelletje heeft ingeboet.'
Dus gaat het beestje naar 'een van mijn weinige stinkrijke kennissen. Die heeft een landgoed in Rockanje met 20 HA bosch en duin.* Daar gaat hij nu met St. Nicolaas heen. Voor mijn part was ik 't zelf.'

Pieter ligt zijn kinderen over elkaar in, dat is niks nieuws. Ik weet niet of Katy en Frits zitten te wachten op het nieuws dat Daisy en Adolf hun eerste ruzie achter de rug hebben, maar het wordt wel even gemeld. 
'Katy doet alsmaar nieuwe ervaringen op met de privélevens van allerlei menschen in haar "Huis vol Menschen" en neemt snellelijk toe in wasdom van geest en gemoed voor God en de menschen. (Aldus de kleine Jezus in Lucas2).'

Er wordt weer een mopje neergepend, dat Pieter kennelijk toch de moeite van een extra postzegel waard vindt - al is ook deze best weer flauw; in mijn ogen. Maar oordeel zelf:
'Echtpaartje is begin October getrouwd. Baby treedt hoffelijk buigens binnen in begin Januari en zegt toen ie z'n vader zag: "Toch nog wat koud voor begin Juli."'
En dan opmerkingen over de schrijverij van de kinderen. 
Adolf heeft op een lang relaas van Pieter maar minimaal gereageerd en dat moet toch even opgemerkt worden. Dat hij net een aantal weken weg is geweest en orde op zaken moet stellen, een nieuwe plek en een nieuw huwelijk heeft, is natuurlijk te begrijpen. 
'Ergo: absolve te! Wel echter met een kleine vader-vriendelijke aansporing niet op den ingeslagen weg voort te gaan. Men went wel gauw aan alles, maar ouder-gewoonte (in dit geval in twee beteekenissen) ging ik vanmorgen toch eens even op de mat kijken om te zien of Ierland nog zijn eigen postzegels fabriceerde....Cold feet....het eenige resultaat.'
Even later schrijft Pieter nog dat hij wel de nodige verklaringen heeft voor de stilte van Dolfke, maar die geeft hij verder niet. Hij is, naast privénieuws, ook erg benieuwd of 
'mijn reclamefiguren nog op dat kleine tafeltje staan met een kans om verkocht te worden. Het meest zou mij verheugen te hooren dat je GELUKKIG bent m'n jongen - als dat zoo is mag je voor mijn part nog langer tijd niets van je laten hooren.'
Ook '
van de tleine Teetjest heb ik al in een poostje niets gehoord, maar die komt in elk geval morgen over acht dagen bij me logeeren en vieren we met z'n tweetjes 5 December. Dat kan gezellig worden. Diverse "oude koeden" zullen dan wel uit de sloot herrijzen. Maar vóór die tijd wil ik toch nog graag een briefje hebben.'
Vervolgens toch weer wat extra informatie, die ervoor zorgt - ik spreek  hier voor mezelf - dat het doorlopen van alle doorslagen interessant en spannend blijft.

Dan is er de winterse kou. Het wil maar niet warm worden in het kleine sousterrain. En Adolf heeft het probleem dat de huiskamer 'van 32ft lengte' te groot is om warm te stoken. Maar er zal weer verhuisd worden, ook niets nieuws, al brengt het natuurlijk veel verandering.

Zo geldt dat ook wat Bangkinang betreft, want wat lezen we:
'Incident van overplaatsing naar Bali heb ik zeer van genoten. Zeg, Frits, dat is een reuzenpluim in je k......ik bedoel op je hoed, dat de Resident in hoogst eigen persoon tegen je overplaatsing naar Bali heeft gesputterd.'Volgens de geleerden ben ik nu op een leeftijd dat men langzamerhand gaat krimpen, maar van dergelijke berichten groei ik weer eventjes, zoodat jullie me, bij verlofovereenkomst, waarschijnlijk nog net zoo lang zult vinden als toen je vertrok.'
Al is het dan een van de interessantste eilanden van de gordel van smaragd, het zou toch zonde zijn als Frits weer een nieuwe taal moest beginnen. 

En tot slot weer eens melding van de krappe financiële situatie, waardoor diverse zaken, 
'een partijtje clichés [...]en het verjaardagsboek van Esje', nog niet verzonden kunnen worden. 
Maar de optimist voegt eraan toe. 'Enfin, willen we hopen dat 't voor mij ook nog eens gaat daghen in het Oosten.'

* Het zou kunnen dat het hier het landgoed Oleartsduyn betreft, dat ik als enige grote buitenplaants in Rokanje vindt. De buitenplaats, als onderdeel van het landgoed, is in 1910 gebouwd in Nieuw-Historiserende stijl naar een ontwerp van J.W. Hanrath en in opdracht van James Smith, cargadoor. Vanaf 1933 tot aan de Tweede Wereldoorlog werd het permanent bewoond door Adriaan Pieter van Hoey Smith. Tuin- en parkaanleg waren naar een ontwerp van tuinarchitect L.A. Springer.
Geen slecht thuis voor een hondje, denk ik.
Het bedrijf Smith en van Ommeren (Smithom) vervoerde met stoomschepen vooral vracht tussen Rotterdam en London. 

zaterdag 30 oktober 2021

November 1933; nogmaals vervolg

Na de mop is Pieter nog niet uitgeschreven.
Hij moet nog even reageren op de vliegbrief met informatie over de verhuizing naar Bangkinang:
'met goddank de goede tijding van de bevorstehends promoosje plus auto. Jongen, hier heb je mijn allerhartelijkste poot. Proficiat! En Els, jij ook mijn beste wenschen als Controleursche. Het ga jullie goed kinderen. You are worth it [...] Dat is dus weer een heel nieuw stadium in jullie jonge leven, waarin jullie al zoo veel ervaring en zooveel kennis van de duizenden gecompliceerde karaktervormen des menschen hebben opgedaan. Als zelfstandig regeerder kan je niet meer stil blijven staan met je beoordeeling van karakters bij de uiterlijke demonstratie daarvan, maar heb je oorzaken en motieven trachten te doorgronden. A difficult job, but a most interesting one.'
Pieter klaagt nog wel over de schaarse regels die zijn schoondochter heeft toegevoegd. Het zijn er maar 5, maar worden dan toch 'juist als unikum daardoor des te meer gewaardeerd.'
Frits heeft bij zijn benoeming dus ook een auto van de zaak gekregen, maar al is het een Chevrolet
'nog al een betrouwbaar karretje' [...] 'je aanbod voor die 20ste hands auto, die al zooveel KM heeft afgehijgd, vind ik bijna edelemoedig-dom-vorstelijk. Die tweede hands wagens kosten een krats al zijn de omstandigheden van dien medemensch nu niet bijster aangenaam, toch wordt hij door het Gouvernement op de juiste wijze verzorgd en vind ik een paar honderd gulden medelijdengeld wel wat duur als gevoelsuiting.'
Het huis was waarschijnlijk groter dan dat in Solok en Frits maakt promotie, maar de verhuizing zal toch best lastig geweest zijn, plots meer dan 200 kilometer naar het noord-oosten van Solok (en een route waar je heden ten dage volgens Google met de auto al meer dan 6 uur mee zoet bent).

Het klopt waarschijnlijk dat Adolf in Parijs was voor zijn huwelijksreis, want hij heeft een nieuw postadres in Dublin: 28 Longford Terrace Monkstown.*
Pieter wil ook nog wel wat schrijven aan zijn dochter, maar ziet haar in twee dagen en 'zal het nu maar bij dit velletje laten in het vooruitzicht van een spoedige blije ontmoeting.'

Na de doorslag van deze brief volgt er in de stapel een brief, met aangehecht twee ontvangstbewijzen, van de boekhouder van de loge Concord:

En kijk nou toch eens naar het adres. Weer een openbaring:
P. Deys Esq.,
c/o. Keuzenkamp's Advertentiebureau,
Schiekade 208
Rotterdam
Helaas kan ik op internet niets over dit bureau vinden, het pand bestaat ook niet meer. Maar we hebben hiermee wel meer zicht op de werkzaamheden. En op de verhoudingen? Het bureau staat dus op naam van Keuzenkamp, dus was Pieter een gelijkwaardig compagnon?
Helaas kan ik ook noch over T.K. Jeffkins noch over Eden iets vinden. 

*Het adres is op Google maps te vinden en het lijkt erop alsof het huis waarin Adolf woonde nog bestaat. Monkstown ligt wel vrij ver van het centrum van Dublin.



vrijdag 29 oktober 2021

Oktober/november 1933; vervolg vorige brief

Werd er aanvankelijk een huisdier geimpliceerd, waarvan we inmiddels weten dat het 'Spot' betreft, in het vorige schrijven zit ook wat verholen informatie, waarvan we maar weer moeten afwachten of het klopt en of we er ooit achter komen. 
Het feit dat Pieter het over een speelgenootje voor HP heeft, doet vermoeden dat Els weer in verwachting is. Mogelijk zijn ze daarom ook uit Solok vertrokken en hebben ze zich in Bangkinang gevestigd. Het huis lijkt in ieder geval groter dan het vorige, dus 'op de groei' voorbereid.
Dan is er nog het bericht dat Adolf in Parijs zit. Maar omdat Pieter ook meteen rept over diens huwelijk, zou het natuurlijk goed kunnen dat dit niet in verband met een nieuwe betrekking is, maar dat hij 'gewoon' op huwelijksreis is.
Nou, wat dat laatste betreft schept het vervolg van de brief enige duidelijkheid. Omdat het lint van de machine tijdens het schrijven afbrak, wordt er nog in het begin van november doorgeschreven aan hetzelfde epistel.
Pieter mijmert nog even door over het geluk. Hij heeft het daarover 'in de hoogste vorm' en hoop dat dat Adolf en Daisy ook ten deel zal vallen. 
'Dat geluk te bereiken is alleen mogelijk door jezelf te geven en kan alleen bestendigd worden wanneer dat geven van weerszijde gebeurd.' 
Om te illustreren dat de liefde niet van een kant kan komen, geeft Pieter een voorbeeld.
'De werkster dekt o.a. mijn tafel iedere dag nadat ze heeft schoongemaakt en volgens instructies alles op het gasfornuis heeft gezet wat ik meen noodig te hebben. Op zekeren dag had een vriendelijke gedachten mij een buitengewoon lekker kannetje soep thuis bezorgd. Maar hoe lekker die soep ook was........daar stond toen ik thuis kwam mijn tafel gedekt als gewoonlijk, maar in mijn soepbord lag een enkel rozenblaadje......'
Het is winter en Pieter heeft, door het vochtige huis nu 'al eenige weken lang een miserabele touch van 't spit.' Hij heeft nog drie maanden huur te gaan en weet niet waar hij daarna terecht zal komen. 'Voor mij part op Mahé, maar daar heb ik helaas geen centen voor.'*
Maar eerst gaat hij in ieder geval nog naar 'Kaatje' om samen de verjaardag van kleinzoon en neef te vieren. Ze heeft hem laten weten al dikkere kleding te dragen, in verband met de winterkou en 'dat je die mooie vulpenhouder hebt verloren, die ik nog betalen moet, ging me echt aan het hart. Enfin, no use crying over spilled milk. Je werk gaat fijn en jij bent tevreden - dat is hoofdzaak.' Hij meldt haar ook nog dat hij door drukte 'met een extra nummer van de Nieuwe Rotterdamsche Crt.' niet op haar kaart heeft geantwoord. 
Over een extra editie van de NRC eind 1933 kan ik helaas geen informatie vinden. Wel maakt hij nog melding van de gelukkige verkoop van 'twee stel van die reclame figuren [...] zodat ik met een gerust gemoed mijn treinkosten kan betalen voor a.s. Zondag en mijn dochter op bescheiden schaal kan trakteren.'
Adolf heeft een plattegrond van zijn nieuwe onderkomen gestuurd, waarop Pieter ziet dat hij niet van de woonkamer in de slaapkamer kan komen zonder door de gang te moeten lopen. 'Dat kan onder omstandigheden lastig worden - vooral als je ouder begint te worden en het koud is.........'Dit refereert aan een mop, die Pieter nog wel eens vertelt als Adolf hem nog niet kent. Maar hij is vast weer alleen voor mannen geschikt. Voordat Pieter echter de kans krijgt - hij schrijft dit overigens midden in de nacht ('het kan me niks verbataljonnen, laat of niet laat') - breekt dus helaas zijn typelint.
Er volgt er dan toch eentje, al is het inmiddels 4 dagen later.
'Gentleman had bought a pair of pants. Comes back next day and asks: "Are you the lady that sold me these pants?"
Yes, I hope there are no complaints.
Well all I want to ask is: have you ever been in Westminster Abbey?
Yes.
Have you seen the ball room there?
No, there is no ball room.
Well, that is my complaint.'


* Mahé is (inmiddels?) het grootste en dichtstbevolkte eiland van de Seychellen. Het is 154 vierkante kilometer en bevat onder ander de hoofdplaats Victoria. Het eiland werd voor het eerst bezocht door de Britten, in 1609, maar het duurt nog een tijdje tot het 'echt' ontdekt wordt. De naam, die het kreeg in 1774, verwijst naar de Franse admiraal en gouverneur Mahé de la Bourdonnais.

donderdag 28 oktober 2021

Eind oktober 1933; vaderlijk advies

Er was een brief geschreven, maar die bleek niet verstuurd. 'Kinderen jullie hebben een rare vader uitgekozen,' ontlokt dat aan Pieter. Maar hij heeft het dan ook druk en gaat gebukt onder zorgen, vooral financieel. 'Die godvergeetmesche belasting doet me absoluut nog eens de doodsteek aan. Het is hier hetzelfde lied als in andere landen; verminderd inkomen en vermeerdere lasten.'
Gelukkig heeft Pieter een metgezel in huis, die wel eerder opdook toen die op schoot kroop, maar niet verder werd benoemd. Nu wel.
'Mijn hond ("Spot") legt even vertrouwelijk zijn twee voorpoten op m'n knie, steekt zijn snuit onder m'n arm door, kijkt me trouwhartig aan alsof hij mij zijn medeleven in den toestand wil betuigen en krult zich weer lekker inmekaar op zijn kussen.'
De zalige zondag is weer aangebroken en die voelt toch als een bootreis waarbij je hebt geboekt en betaald en dan een tijd lang zijn er geen verplichtingen en is er niemand in de buurt om je lastig te vallen. 'Zoo'n oase in de zorgwoestijn is Zondag. Zoolang als ik dan nog maar een groote pot thee en een pakje cigaretten heb kan de buitenwereld mijn de spreekwoordelijke bout hachelen.'
Pieter heeft eerst heerlijk 'uitgemaft', om 10 uur heeft hij thee gezet, daarna een kadetje opgewarmd, die hij met Spot deelt en daarna duikt hij weer met een boek (en sigaret) 'een poosje naar kooi om mezelf ervan te overtuigen dat het nou waarachtig Zondag was en dat ik kon doen en laten wat ik wou, daarna een spelletje gepatienced en nu zit ik lekkertjes in mijn pyama aan jullie te tikken.'
Bij de kinders is het nodige veranderd. Adolf is getrouwd en zit in Parijs en Frits in Bangkinang.*
'Ik vind Pa-rijs een prettiger lettergreep dan Bang-kina-ng. Het eenige goede dat ik voor jullie in die twee plaatsen kan ontdekken is dat jullie er beide zijn met de vrouw waar je veel van houdt. Alleen te Parijs is voor een jongmensch niet zoo gevaarlijk als alleen te Bangkinang. Adolf is dus nu van leerling in de familiegroepeering gezel geworden, Frits hebbende reeds 1 1/2 meesterstuk geleverd.'

Pieter kan zich voorstellen dat Frits en Els graag zouden weten hoe er op het nieuws van hun verhuizing wordt gereageerd, maar dat weet hij van anderen niet.

'Voor mezelf kan ik niet anders zeggen dan dat ik het heel verstandig van jullie vind om terwijl je nog jong bent je nest zoo groot te maken als jullie dat wenscht en dan stop te zetten. Els is flink en gezond dus kan er tegen, HP. krijgt spoedig een speelmakkertje en wat nog meer zegt dan dit alles is dat jullie later nog jong zullen zijn met de kinderen. Zoodra als een stel levenslustigen kinderen stil moeten zijn omdat vader en moeder na het eten zit te knikkebollen en zich bij alles in acht moet nemen, niet met vader of moeder kunnen stoeien, niet met de ouders kunnen praten omdat die het begrip jeugd ontgroeid zijn, een te afstandsch ouderenpaar hebben om aan een spelletje of een pretje mee te doen - dan is 't mis. Dat is goed voor den een noch den ander.'
Het is mogelijk dat Pa en Ma het niet zo eens zijn met de verhuizing, maar daar laat Pieter zich verder niet over uit. Wel wil hij even ingaan op zijn grootvaderlijk gevoel.
'Ik ben blij met en voor jullie vind HP. allemachtig aardig opgroeien (dat lachende kiekje met zijn kop omhoog terwijl hij over de vloer kruipt hangt b.v. in de spiegl van mijn buffet).' 
Maar Pieter is nog niet in het stadium dat hij meer voor zijn kleinkinderen voelt dan voor zijn eigen kroost. Voorlopig staan de kinderen op nummer 1 en de kleinkinderen komen op 2. 
'Mocht zich later de gelegenheid voordoen dat ik met mijn kleinkinderen in nader en langdurig contact kom en ze zijn gehoorzaam, netjes, niet brutaal, en bezitten in 't kort de eigenschappen die jullie hebben, nou, dan weet ik wel vooruit dat ik allemachtig geinteresseerd zal zijn in mijn kleinkinderen en er best mee zal kunnen opschieten.'
Als ze in godsnaam maar gehoorzame kinderen worden, want dan heb je er tenminste tot 'de bakvischleeftijd' geen last van en weten kind en ouder waar ze aan toe zijn. Daarna zullen tact en een vriendschappelijke verhouding het weer beter doen dan gezag. En laat ze vooral niet aan de zorg van anderen over, want: 'Jodenkinderen en Indische kinderen die aan de baboes overgelaten worden zijn gewoonlijk het meest onuitstaanbare gebroed voor hun omgeving.'
En dan is het heel prettig om drie kinderen te krijgen, want dan ben je niet zo met de angst voor gezondheid 'en andere beslommeringen' bezig. De kinderen zijn samen gebaat bij kennis binnenshuis met een onderling verband en 'wil men zich als ouder met zijn kinderen bemoeien, vooral tot het eind van hun lagere school periode, dan is drie net genoeg.' Met nog meer kinderen wordt het financieel te belastend, dus adviseert vader: 'go on strike after No.3. De middelen zijn tegenwoordig bizonder goed, practisch, gezond en onschadelijk, zonder afbreuk te doen aan het samenleven.'
Mede in verband met de komende verjaardag van Henkje op 5 november volgen er dan alvast gelukwensen en loftuitingen.
'Ik - maar dat is wellicht bevooroordeeld - vind jullie een paar fijne kerels. Jullie banen voor jezelf een weg en dat doet mijn dochter ook prachtig, waar ik godsluizig trotsch op en blij mee ben en heb het volste vertrouwen dat jullie gedrieèn, elk naar aanleg en capaciteit het best zullen maken. Neen, de richting waarin mijn wenschen uitgaan is die voor jullie waarachtig geluk. GELUK met een hoofdletter. Geluk binnen in je, geluk in je huis - je THUIS - tevredenheid in de omgeving.'
 

* Els schrijft bij de foto van 'Ons huis in Bangkinang' in het fotoalbum het volgende:
'Helemaal links is de overloop naar de bijgebouwen, keuken, badkamer, WC, twee bergkamers en een bediendenkamer. Boven de rechter heg uit steekt een "Japanse pisang" of waaierpalm, waarvan de bladeren allemaal vlak naast elkaar staan. Het huis heeft een cementen vloer en is verder van hout. Het dak is van z.g. "sirappen" Dat zijn platte stukken hout die als dakpannen over elkaar heen gelegd worden. Rechts van het huis is nog net zo'n oprit als hier.'

woensdag 27 oktober 2021

Oktober 1933; verslag Ierland


Graag zou Pieter uitgebreid verslag doen van zijn vakantie bij Adolf in Ierland, maar enkele van zijn kinderen kennen het verhaal al - Dolfke was er zelf bij en Katy kreeg het mondeling te horen bij aankomst in Amsterdam. Maar een beetje meereizen kunnen we wel degelijk. Per stoomschip reist Pieter van Nederland naar 'het meest westerlijke eiland van Europa'. De kapitein is zo'n kletskous, dat het Pieter af en toe teveel wordt, maar hij heeft, net als op de terugreis, een eigen hut, dus dat is een meevaller.
'Zooals "De Schoolmeester" zong, was het weer op de oceaan ook bizonder mooi; al zag men er geen meisjes die werkten in het hooi.'*
De drie dagen aan boord zijn 'van zalig niets doen, eten, drinken, lezen, slapen, spelen, rooken, kijken en genieten.' Pieter zou het wel weten als hij 'stinkend rijk' zou zijn. Hij geniet van de zuidkust van Engeland, de door de zon beschenen krijtrotsen, Wight 'het groene juweel', Eddystone Lighthouse 'alleen temidden van de golven zeer eigenaardig en bezienswaardig, Land's End en de Scilly eilanden.'** En omdat er redelijk dicht langs de kust wordt gevaren, kan ook het vasteland van Ierland goed worden geobserveerd. 
Om 6 uur 's avonds komt Pieter in Dublin aan, 'waar ik Adolfs bijna ascetische gestalte, slank en een beetje bleek, reeds op de kade zag wandelen.'
Er wordt direkt bijgepraat. 'Wat Adolf betreft zij dan den volke kond gedaan dat het hem goed gaat', maar hij leidt wel een saai en ongezellig bestaan, dus het verwondert Pieter niet dat zijn zoon een metgezel heeft gezocht. We hebben al over Daisy gehoord, maar er is nog geen huwelijk voltrokken, al zijn de 'factoren voor zijn geluk aanwezig', zoals natuurlijk en allereerst een goed inkomen 'omdat je niet over liefde kan denken zoolang je maag rammelt of als je in de kou op een zolderkamertje zit.' En omdat vader echt vindt dat hij een 'leuke, fijne, prettige vent' als zoon heeft, is het bij ''n schat van een jongen dus aan de aanstaande wederhelft om met zulk materiaal een huishouding op touw te zetten waar niets aan mankeert.' Pieter is echt eerlijk in zijn beschijving van zijn zoon, zo zegt hij zelf, 'want had ik iets anders aangetroffen, dan zou ik het ook hebben gezegd' maar zijn zoon is in zijn werk vlug en goed, zijn omgang 'prettig en op den juisten toon', hij is niet snel zenuwachtig en 'is filosoof van geboorte'.
Pieter brengt, waarschijnlijk als Adolf aan het werk is, vanuit zijn ongezellige kosthuis bezoekjes aan musea, parken, tuinen en pleinen en samen gaan ze 's avonds naar de bios of biljarten. Op zaterdag stappen ze al vroeg in de bus voor een tocht via Limerick naar Cork en Queenstown, met een overnachting in Cork. De volgende dag rijden ze terug via Clonmel.
'We hebben een goede indruk opgedaan van het schaarsch bevolkte, mooie, heuvelachtige landschap. In sommige streken kan men spreken van bergen (4000 voet) De indruk van steden en dorpen is armelijk. Cork is me nog het best bevallen. Ook Belfast, maar dat ligt niet meer in de Iersche Vrijstaat. Maar in een land waar zoowat iedere vijfde persoon een monnik, priester of non is, is het begrijpelijk dat de bevolking op zware lasten zit. Al die kerken, inrichtingen en dikbuiken moeten onderhouden worden. De wegen zijn bizonder goed onderhouden en de bussen rijden met treinsnel- en regelmatigheid.'
Dublin is niks bijzonders, maar de noorderlijke punt van de baai waar Dublin aan ligt, 'Howe', is wel de moeite waard.*** Pieter en Adolf wandelen daar om een bergtop boven zee, tussen meeuwen en geiten. 
'Ons supper daarna in zoo'n country gelegenheid, was een gezicht voor de goden. Fried eggs en bacon, home made brown bread, marmalade, scones and butter, and a fine pot of tea. Mijn god, wat hebben we zitten schransen. Frits zijn holle maag mankeerde nog maar net aan het gezelschap. We would have eaten those people out of hearth and home.'
Na het weekend keert Pieter weer terug, via Belfast en vervolgens Fowey, waar het schip 'China clay' laadt.****
Eenmaal op Hollandse bodem volgt het reeds beschreven bezoek aan Katy. Vader is er intussen weer twee keer bij zijn dochter geweest en nog steeds erg onder de indruk.'Het is een drukke en een verbonden baan, maar tegelijkertijd ook een waar je dankbaarheid en voldoening van hebt. We hoeven geen weddenschap aan te gaan of Katy over een maand wel haar vaste aanstelling zal krijgen - for it is not sportsmanlike to bet on certainties.'
Dan breekt Pieter zijn schrijven af, want er dreigt een klant op te stappen en 'dat onheil moet zoo mogelijk worden voorkomen'. Gelukkig volgt er nog een hele stapel schrijverij.

* Pieter doelt hier op het lange gedicht De Schipbreuk van De Schoolmeester, pseudoniem voor Gerrit van de Linde (1808-1858). Deze dichter was in zijn tijd zeer populair, mede omdat er in zijn werk allemaal seksuele toespelingen zaten en hij verholen kritiek leverde op het gezag.

** De vuurtoren van Eddystone ligt 20 kilometer ten zuiden van Plymouth en wijst schepen en schippers op de gevaarlijke rotsformatie die niet altijd boven water uitsteekt. De toren is 49 meter hoog en heeft tegenwoordig een helicopterplatform op z'n kop. De ontstaansgeschiedenis is wel bijzonder, lees hier
Land's End is de uiterste punt van Cornwell en ook daar staat een soortgelijke solitaire vuurtoren op de Longships, waar het bemannen van de toren niet zonder risico was. Lees hier.
Even ten westen van Land's End bevinden zich de Scilly-eilanden; het bezoeken waard, mede omdat het deels een subtropisch klimaat heeft met bijzondere vegetatie.

*** Pieter schrijft Howe, maar hij bedoelt Howth. Dat wil zeggen: Howth is het dorp, een nederzetting die in de prehistorie al bestond - en veel legendes kent. Het dorp is onderdeel van Howth Head, de noordkant van Dublin Bay en Howth Caslte (op de ansichtkaar bovenaan dit stukje) is een van de oudste, bewoonde gebouwen van Ierland. 

**** De Chinese klei wordt gewonnen in Cornwell en getransporteerd via de Cornish China Clay Branches - met name een spoorwegsysteem. Ook nu nog wordt de klei verscheept. De foto van de kleihaven in Fowey is uit 1933. Ook dit plaatsje is de moeite van een bezoek waard. 

dinsdag 26 oktober 2021

September 1933; aldoende leert men

'Dag lieve kinders. Hoopies liefs, handen, pooten, stompen, zoenen, galore en piccanientjes daarvan voor HP van...' Zo eindigt de eerste brief van Pieter na zijn vakantie bij Adolf. Er is nog teveel te doen voor een uitgebreid verslag, maar er moet wel even geschreven worden 'om mud en meer loftuitingen en bedankjes uit te storten over Adolf voor de allergezelligste en prettige dagen die ik bij hem in Ierland als zijn gast heb gehad. Hij heeft voor zijn vader gezorgd als een vader voor zijn zoon. Ik ben teruggekomen als een goud haantje, verjongd, verfrischt, aufgeknapft, in 't kort: I had a jolly good time [...] En ik die nooit bij mijn kinderen te gast was, werd op de terugreis nog diner-gast bij m'n dochter, en Auntie. De tijd dat ik bij tante Nella te gast was is reeds jaren her. Dat was nog op 't Vreedenburg, bij de gezusters, in het jaar onzes Heeren 1902.'
De baan van Katy is heel fijn en 'salamandires, een gebouw om van te kwijlen.* Je houdt de indruk over van ruimte, gerief en marmer.'
Pieter keert weliswaar terug in een eenzaam huis, toch geeft het hem veel voldoening 'te weten dat al mijn kinderen het goed en naar hun zin hebben met een taak vóór zich die elk in eigen sfeer voldoening geeft.'
Frits schrijft in zijn brief, weer terug in Solok, dat hij een lastig onderhoud heeft gehad met de Assistent Resident. 'Tja, hij kan gelijk hebben', schijft Pieter,'Vooral ik, oud-Afrikaan, voel wel iets voor dat standpunt.'
Welk standpunt het betreft is mij niet bekend, maar het is in ieder geval zo dat Frits is beschuldigd van 'aanpappen'. Pieter weet niet in hoeverre dat klopt, 
'maar ik zou als buitenstaander geneigd zijn te zeggen dat hij eén groote factor uit 't oog heeft verloren en wel deze: Als men Minangkebausch spreekt zooals jij, dan gevoelen de menschen zich zonder meer al direct tot je aangetrokken en meer vertrouwd. Je behoeft dan nog in het geheel geen pogingen te doen tot "aanpappen" om al duidelijk op een geheel andere voet met menschen om te gaan. En dat die luitjes blij waren met iemand die ze zonder tolk konden benaderen of zonder eigen tong in vreemde begrippen te vedraaien hun belangen konden voorleggen, kan ik me levendig indenken. Het is dus weer een kwestie van tussen de klippen doorzeilen. Enfin, jochie, al doende leert men.'
Natuurlijk heeft Pieter iets ingezonden bij de Irish Tourist Association, maar hij heeft nog geen bericht terug ontvangen.
Dolf moet nog wel iets voor zijn vader regelen met Mr Childers, want:
'I am terrifically hard up. Deurwaarders en andere aasvogels op mijn verdiensten, belagen me in mijn droomen als groen-oogige, langzaam nader sluipende, beklauwde monsters.' 
 
* Hier meer over de prachtige ornamenten bij en aan de gebouwen van het Wilhelmina Gasthuis, door Hildo Krop. Hij heeft ook heel veel bruggen van schitterende beeldhouwwerken voorzien. 
Mogelijk heeft Pieter ook de bouw kunnen aanschouwen van de Chirurgische Kliniek die in 1932 en '33 op het terrein werd gebouwd naar een ontwerp van E.P. Messer in zakelijk expressionistische trant.

maandag 25 oktober 2021

31 augustus 1933; Koninginnedag

Vlak voor vertrek naar Dublin ('my peregrinnations to Erin'), schrijft Pieter nog aan zijn kinderen, helemaal in het Engels. Het kantoor is vroeg gesloten om de medewerkers een kans te geven 'in partaking in or looking at the silly antics of a half drunken multitude.' Er worden op straat oranje lintjes verkocht, voor 5 cent. 
Er is bericht uit Moearah Laboe, waar Frits echt zijn mannetje staat. Hij is zelfs gevraagd om aan te blijven als controleur, maar dat heeft hij geweigerd, 
'but anyhow it is an indication for the future showing that you are being appreciated - and as I said sometime ago: they will never succeed in keeping you down, whilst the experience you are going through to-day will be invaluable to you from a psychological point of view later on.'
Gelukkig hebben Frits en Els eindelijk het periodiek Het Kind ontvangen en vinden ze het zeer de moeite waard. Pieter is zelf ook een fan.* 'Brammetje' in de rubriek 'clubkroniek' leest hij altijd als eerste.
Maar er is ook wat te klagen, want Katy schrijft maar niet. 'Also very busy? That seems to be a female failing even of those who are out on holiday.'
En Adolf wil wel graag brieven ontvangen, maar een beetje terugschrijven, ho maar. 'Net als zijn 'queen of hearts' heeft hij het erg druk en komt hij met korte kattenbelletjes. Maar 'a letter bearing the stamp of a hasty scrawl, is really not a letter.' Als je dan toch niet schrijft om de ontvanger te plezieren, doe het dan helemaal niet. 'If it has to be taken merely as a matter of form, then a letter is a thing without soul. Now, inanimate things may be interesting, but they rarely touch the spot.'
Pieter verheugt zich enorm op zijn vakantie en is blij dat ook Dolfke erg in zijn sas is dat 'M'Pa was coming to O'Duffy-town.'
Daisy zit kennelijk in Vught en ook zij krijgt er een beetje van langs van Pieter, omdat ze pas heel laat op zijn schrijven reageert. Dus Pieter heeft besloten haar dan ook maar niet meer te schrijven, waardoor ze ook niet weet dat Pieter naar Ierland gaat en zo heeft hij niet geweten dat zij over 10 dagen weer 'intends to shake the Dutch dust off her feet.' Had hij dat geweten, dan hadden ze samen tot Londen kunnen reizen. 
'But why cry about spilt milk. The only pity is that the memory of the sprightly willow branch I welcomed to these shores will gradually fade, and by the time we meet again there will be some matronly looking person, who will have to be introduced to me all afresh.' 
Pieter heeft meegekregen dat The Irish Tourist Association honderd pond uitreikt voor de beste Ierse advertentieslagzin, of de beste 500 woorden over een Ierse vakantie. Het is een wedstrijd voor niet-Ieren. Pieter heeft er wel oren naar want: 'Good Lord, just fancy: PD square with his rates and taxes. That's where even MY powers of imagination fail.'
Ik ben benieuwd of het gaat lukken de prijs te winnen en zo schuldenvrij te geraken.


* Het Kind, veertiendaagsch blad voor ouders en opvoeders verscheen vanaf 1900 tot 1955. Het zou uiteindelijk een maandblad worden. Er stonden (natuurlijk) veel pedagogische adviezen in. Ik kan er helaas geen betere afbeelding van vinden.

zaterdag 23 oktober 2021

Eind augustus 1933; reisdocumenten

Pieter bedenkt zich overdag, bijvoorbeeld in de tram, vaak dingen die hij zijn kinderen wil schrijven, maar als hij dan achter zijn typemachine zit, 'zijn de resultaten bedroevend.' Maar hij hoopt op eigen verbetering, zeker nu Keuzenkamp van diens 17-daagse vakantie is teruggekeerd en 'vandaag vertrek mijn patient (Mevrouw Chamers) naar Engeland, die ik ook net precies 17 dagen heb opgepast', dus nu is er tijd voor schrijven. 
Ten eerste bedankt Pieter Katy voor haar briefkaart en haar enthousiaste verhalen die ze vertelde tijdens de visite 'toen wij allemaal eendrachtelijk vergaderd waren op de Conradkade., over de chaos waar ze in kwam en hoe ze langzamerhand portiers, werksters, and last but not least, de twee opzichteressen naar haar hand moest zetten. Ik heb me van binnen in 27 krommingen en sierlijke curven zitten lachen over de manier waarop ze dat stelletje onder den duin aan 't krijgen is.'
En nu komt er weer een klein aapje uit de mouw, want in zijn verslag over de dagen in Brussel schrijft Pieter dat 'we' een monument voor postduiven zagen en dat was tijdens de bustocht die hij maakt, terwijl Adolf dan tijdelijk afwezig is. 
Nu lees ik: 
'Alvorens echter die visite af te steken komen nu eerste mijn vacantiedagen aan de beurt. Behalve die 5 dagen Brussel met Adolf en Mrs. Chambers heb ik in 5 jaar geen vacantie gehad.' Dus ze waren er gedrieeën en dat verklaart mogelijk ook het feit dat Pieter aan Adolf min of meer vrijelijk over haar schrijft. 
Pieter heeft wat geld gespaard en wil nu 12 dagen de hort op. Hij zal de boot nemen en via de Noordzee, door het Kanaal en langs de zuidkust van Engeland naar Dublin varen, om daar 8 dagen bij Adolf te logeren. 
Zo zou hij ook wel naar Moeara Laboe willen, maar hij vreest daar dan maar twee familieleden aan te treffen, omdat Frits veel op tournee is, 'maar sakkers, je ziet dan ook wat en doet dosissen onschatbare ondervinding op.'
Inmiddels heeft in Nederland iedereen zich gebogen over de foto's van HP. 'Op de eene kiek leek hij op deze, op de andere op die, hier was zijn lip sprekend die z'n lip en daar.....enz. enz. Ik, stumper, die daar allemaal niets van zie heb alleen stilletjes inwendig zitten glunderen om het groote genoegen dat men er van had.'
Al heeft Pieter een paar dagen voor vertrek de tickets voor zijn overtocht in handen, wat hem zeer tevreden stemt, toch is het nog even spannend, want hij is zijn paspoort kwijt. 'Hoopies dingen overhoop gehaald die tegelijkertijd de opruiming ten goede kwamen, maar toch op 't laatst onrustig wordend vanwege het maar steeds niet vinden.'  
Een uitzending met Beethoven, over de radio, maakt het gemoed er niet beter op, een lunch met scrambled eggs en een kadetje geeft echter frisse moed.
'Met een stofdoek gewapend trok ik ten strijde tegen den chaos in mijn boekenkast [...] nu was dat nagenoeg mijn laatste hoop. Mismoedig was het beeld van den grijzenden jongeman die daar op z'n Mohammedaansch voor zijn rommelige kitabs zat. Troostend kwam mijn hompt zich nestelen in het prettig warme holletje van mijn gekruiste beenen en bekeek met mij, zijn kopje schuin en oogen vragend, de boekenkast.'
En dan ziet Pieter een rommelig hoekje waar iemand een stapeltje papieren neer heeft'gekwakt'. 
'Misschien ik zelf wel; maar ik verdenk de werkster. In arren moede haalde ik dat stapeltje in het volle daglicht, getemperd door het sappige, zachte groen van de eikenboom die mijn achtervensters beschaduwen. Eerst wat aardig reclame materiaal. Goed om mee te nemen voor Adolf. Aha....een blauw gebonden boekje......gauw kijken......snert excuse the word en vooral in dit geval....een maconniek rituaal Verder. Weer zoo iets.....Hoerah....houzee.......mijn paspoort. Thank god. Zoo zien we alweer bewaarheid~: Zoekt en gij zult vinden.'
Voor de liefhebber (en natuurlijk voor Adolf) hierbij het reisschema en de intenties: 
Er is een brief van Els en een van Frits, maar wat vreemd: de laatste bestaat uit twee lege velletjes. Maar als hij heel goed kijkt, ziet hij dat er toch iets op geschreven is. 
''t Is toch treurig gesteld met de Indische financiën. Ik schreef er nog bij aan PaMa dat een dergelijke bezuiniging op de kantoorbehoeften toch wel de spuigaten uitloopt. Als ik A-R was zou ik rapporten met een dergelijk lint getikt niet willen lezen. Maar omdat het letteren van mijn zoo waren heb ik er een vergrootglas bij gehaald, een lap wit papier er onder gelegd en heb toen moeizaam de NLsche berichten kunnen ontcijferen. Zeg Frits, je tikt Henkie's dagboek toch niet op die machine hoop ik, want dan kan je er over een poosje absoluut niets meer van lezen.'
Pieter juicht het toe dat Frits nu eens even eigen baas is, al is Moeara Laboe niet ideaal, laat staan de pasangrahan (het tijdelijke logeerverblijf), toch is het 
'allemachtig prettig om niemand naar de oogen te hoeven zien [...] En al heb ik 't op het oogenblik schraaltjes en al kon ik indertijd best opzchieten met Van der Veen ik zou voor geen f 8000 naar Voorwaatrs terug willen. Tida mao. Voor mij geen tredmolen. Wel waren mijn eerste jaren met P.K. méér dan een hel, maar dat was in elk geval een hel van gelijkwaardigheid van beweging en rechten. Enfin, dat leed is ook al een der velen die geleden zijn - also, schamm d'r über.'*

En dan is er nog het nieuws dat Els aan een naaicursus is begonnen. Maar Pieter begrijpt niet waarom. 'Je werkt al zoo bijzonder mooi, kind. Je maakt je eigen jurken en wat dies meer zij. Dat vind ik al iets buitengewoons. Daarbij heb je smaak en slag van snit, dus liefje wat wil je nog meer?'
Maar dat Frits weer een studie heeft opgenomen, is te prijzen. 'Ik had al zoo lang niets meer over het Minangkebausch gehoord, niets meer van de verzameling plaatsnamen en derzelver oorsprong op de Westkust, dat ik den moed begon op te geven.'
Bijgevoegde advertentie bovenaan, komt uit de krant Voorwaarts, (mei 1931) en heeft waarschijnlijk niet echt iets met onze familie van doen. 

* Ybele Geert van der Veen (1884-1940), opgegroeid in een vooruitstrevend, vrijzinnig gezin, kwam in 1917 als redacteur bij Het Volk in Rotterdam. In 1920 werd vervolgens het dagblad Voorwaarts opgericht waarvan Ybele tot in 1937 hoofdredacteur werd. Toen de directeur ermee ophield, nam Van der Veen ook die functie over. Het blad was er in zijn ogen vooral voor 'de eenvoudige vrouw achter de wastobbe'. Het kreeg veel abonnees en ook veel adverteerders. Ybele gaf strak leiding, eiste veel van zijn medewerkers, maar ook van zichzelf. In 1928 trad hij in dienst van Het Volk. De laatste editie van Voorwaarts verscheen in 1945.  Hier meer over Van der Veen.

vrijdag 22 oktober 2021

Augsust 1933; na een lange stilte

'Here M'ba, speaking on a shortwave to his typewriter.'
Het bericht komt bijna 5 maanden na de vorige brief. Pieter rept wel over een maandenlange afwezigheid in brievenschrijven, maar zo lang? In ieder geval zijn er in de tussentijd bergen foto's van Henkje gemaakt, met vette lach, voor het eerst in de box, op 1e Paasdag enzovoort.
Pieter wil de wekelijkse routine echter wel weer oppakken, en dat is maar goed ook, want niet onterecht merkt hij op:
'The advantage of this kind of correspondence is that all hear something about each other which might otherwise have gone into oblivion.'
Allereerst moet Katy allerhartelijkst gefeliciteerd worden, nu zij 'Boss in her own house' is, 'Hear hear!". Katy is bevorderd tot directrice!
 'For the information of those who have not seen Katy for some time, I may say that she looks like "Hollandsch Welvaren" All her lines of demarcation have somewhat changed to more supple and extended roundings, just befitting her new position. Proficiat.'
We vernemen dat Els en Frits inmiddels in Moeara Laboe verblijven. Uit een bijschrift bij een foto van H.P. blijkt dit een waarneming voor een paar maanden te zijn. En Els schrijft erover.
'Els' description of life in the pasangrahan is quite interesting, but I am sure I wouldn't like it a bit. To have a Chinaman sleeping next door to me under the same roof would go against every bit of whiteman's colourfibre in my body. Me no like.'
En dan nieuws van Adolf en Daisy.
'In any case, everyone of you will be interested to know that I received this prospective daughter-in-law on the 16th of July.'
Hiervoor moest Pieter midden in de nacht opstaan, om om 8 uur de Batavier te zien aankomen. let wel: op zondagmorgen!*
Ik neem aan dat het de aankomst van Daisy is 'never realising what a little bundle of mischief I was importing into this peace loving country.'
Later op de dag wordt het gezelschap uitgebreid. 'Mrs. Chambers, a friend of mine, also appeared upon the scene, and before we saw Daisy off at the D.P. station, we were fast becoming a kind of mutual admiration society.'**
Pieter stuurt een kist of koffer ('case') naar Adolf, die Daisy dus duidelijk niet heeft vergezeld, maar nog in Dublin zit. Het pakket zal met Messrs. Hudig & Veder (een bedrijf dat nog steeds bestaat) worden verscheept en bevat 'a set of advertising figures for display in a Newspaper showroom of Hall, together with the bottle of "Fosco" you asked for.'***
Overigens schrijft Pieter ook nog een paar woorden aan Daisy, die zelf nooit meer meldt dan het allernoodzakelijkst.
"Daisy never writes more than is absolutely necessary, witty and snappy though it be, but even so, what little she writes is mostly the result of compulsion. And that is all I know against her - at least for the present. But just wait, my little girl, till I get my reports from Pinkerton's.'****

*De Batavier was een passagiersschip van de Batavierlijn.  Lees hier bijvoorbeeld over het verlengen van de schepen aan het begin van de twintigste eeuw.

* * Het station Delfste Poort werd geopend in 1847 ter voltooiing van de lijn Amsterdam-Rotterdam. Het ontwerp was van architect Outshoorn, in neotudorstijl, met drie riante bogen waar de stoomtrein onderdoor kon. Na vernietiging in 1940 werd in 1957 Rotterdam CS geopend, ten westen van D.P. station.

*** Fosco was een populaire, vloeibare chocoladesiroop, die kon worden aangelengd met spuitwater of melk. Lees meer hier.

**** Hier zou Pieter in de huidige tijd van een smiley emoticon achter hebben geplakt. Ik denk namelijk dat hij refereert aan Pinkerton National Detective Agency, gevestigd in Amerika (Pinkerton was Schots) en beroemd geworden door de claim dat het een aanslag op Lincoln had weten te verijdelen. Op de top van zijn roem, was het het grootste detectivebureau ter wereld. Nog een bijzonder detail is dat het vrouwen en minderheden in dienst had, in een tijd dat dat heel uitzonderlijk was. Het bedrijf bestaat nog steeds, maar is nu onderdeel van het Zweedse Securitas.

donderdag 21 oktober 2021

Februari 1933; kopzorgen

De brief begint met 'Dierbare dochter' en eindigt met 'Je liefhebbende' en dan waarschijnlijk ondertekening (met de hand) met 'Vader'. 
Maar voor de rest knarst het zand tussen de tanden. 
De inventarislijst blijkt inderdaad te maken te hebben met de afhandeling van de erfenis. Pieter heeft daartoe een notaris gevonden (Van Schouwen, al dertig jaar in het vak) die 'uit vriendschap' kosteloos zijn diensten heeft aangeboden. En nu begint Katy te muiten. Pieter heeft een eerdere brief verscheurd. 'Op deze herdenkingsdag wordt ie allicht zachter van toon.'Het is 17 februari, dus Sophie is precies een jaar geleden overleden. Een en ander moet afgehandeld worden. 'Er is niets dan veel schuld. Maar tegenover den notaris heb ik dat niet alles naar voren gebracht.'
Pieter stuurt die notaris namelijk een overzicht van zijn financiële toestand in februari 1932 en komt dan op een schuld van f 1838,79.

'Uit die zoogenaamd WARE toestand laat ik dan nog weg een post van f 3500,- die ik nog aan den Heer Van der Leeuw [?] heb te betalen.'*
Katy begrijpt het allemaal niet goed.
'Ja, wat kan ik er méér van zeggen dan ik reeds deed. Waarom de regeering een successiebelasting heeft ingesteld weet ik niet. En als er niets is om van te trekken dan moeten ze het ook weten. Vandaar formaliteitje dat volgens de wet door een notaris moet worden opgeknapt.'
En Katy is verbolgen over het feit dat Pieter de notaris heeft laten weten dat zijn dochter in het W.G. 'in de huishouding' werkte, waarop die notaris haar, in plaats van als adjunct opzichter heeft vermeld als huishoudster, maar Pieter ziet het probleem niet.
'Aangezien het echter een papier is dat op de Boompjes in een stoffig kantoor voor eeuwig wordt opgeborgen en niet aan de openbaarheid wordt prijsgegeven, heb ik op deze slak geen zout gelegd.'**
Katy hoeft het document niet voor Pieters plezier te tekenen, maar hij heeft wel een beetje haast, in verband met de belastingaangifte. Dus geeft Pieter een heuse routebeschrijving naar de notaris (wiens kantoor en waarschijnlijk ook woonhuis hierboven op de foto uit 1920 staat).
De lunchafspraak met zijn dochter moet Pieter afzeggen, wegens een bezoek aan Antwerpen, en dan komt het laatste stukje voor die afsluiting met 'Je liefhebbende':
'O ja, dit moet ik voor alle zekerheid nog even erbij zeggen, mocht jij op een boedelscheiding aandringen dan voeg ik de post die ik aan Van der Leeuw schuldig ben er bij in. Ik herzeg dus in 't kort - en beter kan ik het niet uitleggen - er is een formaliteit te vervullen, die ik zoo goed mogelijk heb behandeld. Doe nu dus maar naar goeddunken.'
Ondertussen schrijft Pieter ook aan de notaris hoe de vork in de steel zit en hij windt er geen doekjes om.
'Toen U zoo vriendelijk waart mij kosteloos te helpen aan het opstellen van het door de wet vereischte document, heeft er geen haar op mijn hoofd bij gedacht dat mijn dochter bezwaar zou maken tegen het plaatsen van hare handteekening onder die formaliteit.'
Opdat Pieter is 'gewapend tegen alle eventualiteiten', stuurt hij Van Schouwen het financiële plaatje, in de hoop dat deze nog eens aan de dochter wil uitleggen dat de zaak in orde is, als zij tekent, en dat er anders een boedelscheiding moet plaatsvinden. 
'Onder de tegenwoordige omstandigheden zal mijn inboelen de kosten van de schulden niet opbrengen, doch mocht zij daar op staan dan ben ik tot alles bereid. In dat geval moet mijn dochter een bontmantel, toiletkastje en sieraden die ik haar reeds zond, plus de muziek die hier voor haar ligt in den boedel terug geven.
Zij moet dus goed begrijpen hoe de toestand is. Ik ga mijn huis uit, alles wordt verkocht en we zijn nog niets verder - of ze teekent, ik blijf aansprakelijk voor de schulden en de zaak blijft zooals het is. In het eerste geval worden de schulden [die in werkelijkheid dus nog hoger zijn] toch niet gedekt en in het tweede geval heb ik kans dat ik tegen den tijd dat ik ten grave daal ook eens uit de schulden kom.'
 Het spijt Pieter wel deze zorgen te delen met de notaris, maar: 
'U hebt nu eenmaal A gezegd en wilt hoop ik wel zoo goed zijn om door het B van mijn misère ook heen te helpen. U begrijpt dat ik piëteitshalve de zaak heel eenvoudig bij U heb voorgesteld, nu ik echter verplicht ben geworden alles uit te rafelen zal aangehechte opsomming wel voldoende zijn.'
Wederom een vervelend akkefietje tussen vader en dochter dus.

* Op internet speurend vind ik Van der Leeuw in Rotterdam als Cees van der Leeuw (1890-1973) fabrikant en familie van de eigenaren van Ervend de Wed. J. van Nelle. Hij was theosoof en psychoanalyticus, zijn vader was een vennott van Van Nelle, groothandel in koffie, thee en tabak.
Cees en zijn broers stonden in Rotterdam bekend als 'de sierbengels' vanwege hun moderne en luxe levensstijl. Hij deed de studie psychiatrie echter pas in 1932, dus ik denk niet dat hij betrokken was bij de (geestelijke) zorg van Sophie. 

** Bij de bouw van 'de Waterstad' bij Rotterdam, kwam er in 1611 een drassig terrein braak te liggen dat werd bebouwd met scheepswerven en huizen. Over de hele lengte van de wal werd in 1615 een dubbele rij lindebomen aangepland, waardoor de buurt in de volksmond al snel tot 'De Boomptjens' werd gedoopt. Hier meer over deze plek.

 

woensdag 20 oktober 2021

Januari/februari 1933; familietrekken

In Indië wordt Stolk (?) overgeplaatst, waardoor Frits het extra druk zal krijgen en meer verantwoordelijkheid zal dragen.* Het feit dat Pa en Ma het jonge gezin af en toe wat toestoppen, daar is Pieter wel jaloers op. 'Als ik denk hoe moeder en ik 't begin van ons trouwen hadden. Laat staan ouders of schoonouders die schulden kwijtschelden, levensverz. helpen betalen, geld storten voor 'n kleinkind of voortdurend pakjes stuurden.' 
Het is maar boffen, ook met de kleine H.P. 
'Op wie die lijkt - dat is in 't begin allemaal gezwam in de ruimte [...] Ieder nieuw kind is de belichamelijkte eeuwigheid waarin alles van vorige geslachten wordt voortgeplant en op zijn beurt zal voortplanten. Dat ie nogal schreeuwerig is aangelegd is wel vervelend voor jullie, vooral 's nachts - maar dat zal nu met de maanden al wel gaan beteren. Drift heeft ie van niemand vreemd. Dat is vooral den Deijsen eigen. Hoe 't met de Nelsons staat weet ik niet, maar van onze kant is dat geen vreemde eigenschap. Mijn grootmoeder van vader's zijde was erg driftig. Mijn vader en oom dito. Ik vroeger ook. Maar dat kun je er gerust uit rammelen. Ik heb van jullie nooit drift verdragen en toen jullie dat leerden associeeeren met "pek-pek" was 't heel gauw uit. Vandaar dat jullie zulke voorbeeldige kinderen bent geworden.'
Een van de kinderen krijgt een hele eigen brief, geheel in het Engels. Adolf is kennelijk voor het bedrijf waarvoor hij werkt 6 weken op proef naar Dublin gestuurd. De periode is nog niet voorbij, maar Adolf lijkt graag een pond per week extra loon te willen hebben. Pieter vindt dit geen goed idee. Ten eerste moet het geld niet het doel zijn, bovendien is een pond geen echte blijk van waardering voor Adolfs werk en op weekbasis...dat zou betekenen dat hij ook zomaar met een week opzegtermijn zou kunnen worden ontslagen. Dat is geen goede zaak voor een getrouwd man (!). En Adolf is niet 'the only pebble on the beach', dus hij moet geen overhaaste dingen doen.
Pieter zal voor zijn zoon een voorbeeld opstellen dat hij kan gebruiken om uiteindelijk - Pieter denkt als er twee maanden in Dublin op zitten - aan de directie te rapporteren. 
Gelukkig is er een Londens berichtje geweest: 
'Deys is an unqualified succes.' Ja, dat is zeker "sakkers"! Himmelkreuzdonner wetternochamal is dàt wat! Santa Maria della porca....Jesulein süss....God zal me zeven schapen geven....Salamanders......dat is om eventjes iets verrekt fijn te knijpen of in elkaar te trappen. Hier geef me 'n poot! Fijn hoor kerel. That wipes out de 10-jarige.'
Ik weet niet wat er met dat laatste wordt bedoeld, maar ik geloof dat Adolf 10 jaar over zijn H.B.S heeft gedaan.
Mogelijk is Adolf met de kerstdagen teruggeweest in Londen, want Pieter is blij dat hij zo'n 'jolly good time' met tante Nella heeft, maar dat zij kritiek heeft op Daisy, vindt Pieter ongepast. Een goede huisvrouw is immers het belangrijkst. Zij bindt de man aan het huis, een plek om tot rust te komen, zonder vergaderingen, maar met smakelijke maaltijden, comfort en aandacht. Thuis waar de man zijn metgezel zonder klagen treft. En wie is tante Nella wel om kritiek te uiten. Adolf kent Daisy toch veel langer dan zij en 'I know her by experience IN THE HOUSE, which she does not know how to make a clean home [...]it makes me as mad as a hatter to hear unqualified persons criticise, especially now with all the attention I receive - and that not even regularly, as circumstances will not permit - I know what I have misses all the more.'
Adolf informeert naar de status van Pieter binnen de vrijmetselarij, dus we krijgen weer wat nieuwe informatie over hem:


* Ik vind op internet een vermelding van een 'memorie van overgave' van J.C. Stolk, controleur in Solok, maar dat is een rapport uit 1931. 

De afbeelding van Dublin bovenaan dit stukje is 'From the custom house steps' uit 1933 van Herry Kernoff.

dinsdag 19 oktober 2021

Januari 1933; hineininterpretieren

Bakken vol informatie zijn er te halen aan het begin van dit nieuwe jaar. Niet zozeer van Adolf, want die stelt zijn vader teleur, omdat vader op zondagmorgen zijn sloffen aanschoot en 'als een jeugdige gazelle' naar boven snelde, ook nog eens de kou in, om letterlijk in de kou te blijven staan, want er was geen brief 'tida ada'!
De jongste zoon zit in Ierland zonder zijn Daisy - dit is de eerste keer dat de toekomstige echtgenote van Adolf in de correspondentie wordt genoemd - en heeft alleen haar portret 'te beknuffelen'. Een foto van haar wil Pieter ook graag ontvangen om zijn geheugen op te frissen. Pieter heeft zijn zoons adres doorgegeven aan iemand in de loge (3 Kolommen), omdat er misschien iets met de 'Irish tweeds' gedaan kan worden. Dit leidt tot de nodige mopjes over de Scottish tweed en farts, maar ook de eerste vermelding van een 'nieuwe' dame in Pieters leven.
'Koekie also keeps smiling, niettegenstaande menig dramatisch intermezzo. Die zijn te veel en te ingewikkeld om zoo maar eens even te boekstaven. Dat we George op de hoogte hebben gebracht schreef ik je geloof ik reeds. Wel niet ten volle, maar toch voldoende. Dat heeft de gemakkelijkheid van den omgang natuurlijk geen goed gedaan, maar voortgaan op den ouden voet konden wij niet en toen heeft Koekie de knoop maar eens doorgehakt. Dat was al in November. En sedertdien zijn er al heel wat verwikkelingen geweest. Maar we zijn HAPPY in elkaars bezit en leven verder maar met den dag. Iedere nieuwe week vraag ik mezelf af wat dié daar brengen zal. Er gaan weinig dagen voorbij dat ik haar niet even zie, wat nu veel gemakkelijker gaat nu ze in de stad woont.'
Nu hebben we enkele 'who is who' raadselen gehad wat de diverse tantes betreft, maar hier hebben we een nieuwe aflevering van de Deijzensoap te pakken. En ik weet er inmiddels wat van, want Koekie is Jacomijntje Koek Gerritsdr (1896 - 1989) en niemand minder dan de ex van....George Malcolm Chamers! Het echtpaar (weet je nog van Heyplaat?) trouwde in 1919.* Of de scheiding vanwege Pieter was, vertelt de geschiedenis niet. Ik weet wel zo'n beetje wat de toekomst brengt, maar zover zijn we nu nog niet. 
Het is, in mijn ogen, opvallend dat Pieter deze informatie alleen met Adolf deelt. Ik heb geen idee of de andere kinderen van de relatie op de hoogte waren. 
De emoties schieten sowieso een beetje heen en weer. Het is een prachtige winterdag, 'droog-koud'. Pieter luistert naar de radio 'altijd nog maar even wonderlijk' voor hem. Hij luistert naar verschillende zenders. Vanuit Brussel klinkt leutige muziek en Londen speelt een populaire mars van Schumann. Een preek van een dominee houdt Pieter maar enkele minuten vol, dan wordt 'het gezwam' hem te gortig.  En hij hoort een 'R.K. zendeling over totemisme'. Ondertussen leest hij in de encyclopedie over de Seychellen en het is duidelijk dat het kriebelt.
'Het bevalt me hier niet langer. Ik ben op zoek naar een rustig eiland, in een goed klimaat, waar ik nog eenigszins nuttig kan zijn en dan kan Rotterdam mir gestohlen worden. Maar de Seychellen hebben ook al eens last gehad van overbevolking.'
Bovendien, al is de uit 54 eilanden bestaande groep onder Engels beheer, men spreekt 'daar nu een onrustbarend mengsel van een inlandsch patois vermengd met Fransch, Engelsch en de een of andere negertaal van Afrika's Oostkust. Hoe Polyglot ik ook van aanleg ben, is me dat toch een beetje TE erg.'

Pieter geniet van de beschrijvingen van 'de wakkermakerij en -houderij van den jongeling [...] En volgens Esje praat hij al. Enorm. Minagkb?'
Hij merkt nog even op dat hij niet kan schrijven over een baby en hij zou ook niet nog een baby willen hebben. Dan blijft er nog slechts een onderwerp over en dat is 'de misere. We glijden hoe langer hoe verder weg van het oud stelsel maar eer er een nieuw in werking is moeten millioenen menschen nog heel wat leed en ongemak ondervinden.'
Dat is een vooruitziende blik.
Bij de brieven zit ook een inventarislijst. Pieter had die al lang willen maken, maar kwam er niet toe, dus is blij dat Frits ernaar heeft gevraagd. Ik neem aan dat het spullen van Sophie betreft. Het kost een hele dag om alles na te zoeken, schoon te maken en te noteren. 'Ieder voorwerp zat aan honderd herinneringen vast.' Pieter merkt nog op:'Katy heeft alleen aan bontmantel en muziek reeds de meest geldelijke waarde, maar ik stel me voor dat die hierbij geen rol speelt.'
Ik geef de lijst hier integraal bij, voor de geïnteresseerden.



* Volgens een geneologiewebsite scheidde Jacomijnte en George in 1931, maar in april '32 gaat Pieter nog bij hen op bezoek in Heyplaat. Klopt de datum niet, zijn ze nog bij elkaar gebleven (voor de kinderen)? Ik weet het niet. 


1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...