Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

woensdag 23 februari 2022

Maart 1936 (1 bis); kers-versch uit Neptunus

Het is een lange brief die Pieter aan zijn kinderen schrijft. Hij heeft veel over zijn nieuwe omgeving te vertellen. We lazen al over de vrouwen. Katy heeft gevraagd hoe de stad eruit ziet, maar daarop kan Pieter nog niet goed antwoorden. 
'Ik moet de stad eerst eens gaan bekijken van den anderen oever af, want als je er zelf in zit heb je alleen last van het klimmen, zonder het genoegen van het geheel te kunnen overzien.
Er is maar één groot plein, het Placa de Liberdade (De c van Placa is c-cedille, maar die heb ik niet op mijn machine) Daar staat de bank van Portugal, de Kamer van Koophandel en verscheidene groote handelsgebouwen. Daar komen verder nagenoeg alle trams op uit (zoowat 18 lijnen) en zijn er voorts enkele standbeelden. 
Breede straten zijn hier maar weinig en mooie magazijnen few and far between. Winkels plenty. Heerenkappers zooveels als sigarenwinkels bij ons. En overal schoenpoetsers. De mooiste geetalleerde zijn waar bronzen en kunstvoorwerpen worden tentoongesteld, maar de voorwerpen zijn zelf uit de Biedermeyer tijd, á la Dresdener en Meissner porceleinwerk. Diana gaat nog op jacht met een snoezig speertje in haar hand achter een teeder bevallige hinde volgens de sculptuur van den overleden heer Phidias. Modernisme geen klap. Alleen zag ik een modern slaapkamer ameublement om van te kwijlen - een prachtige houtsoort, mooie vormen in ornament. A.1.'
Hoe de welgestelden wonen, dat weet Pieter (nog) niet.

En dan heeft de echte Hollander het natuurlijk ook nog even over het weer.
'Als er geen wind op mijn ramen staat is het hier op het oogenblik nog net uit te houden, maar anders......Ik woon 60 stappen van mijn tramhalte af en als ik daar sta zie ik de uitmonding van de Douro in zee. Heb ik dus een Weste[n] wind dan heb ik 'm hier kers-versch uit Neptunus z'n koude vingers en doe dan m'n armzalige nergens passende luikjes dicht, dan giert de tocht nog harder om m'n ooren.'
Ondanks het slechte of koude weer, gaat Pieter er toch veel op uit. Hij loopt wel drie uur per dag en let dan vooral op de goedkope adressen ('Jan Hen kan les bij me komen nemen in deze situatie.')* Op deze dag wordt er voor het eerst, ter begroeting, een hoed voor hem afgenomen; het is de timmerman. 
'De eenige andere beleefde mannelijkheid, maar in casu wat al te opdringerig, was de liftjongen in mijn hotel. Gelukkig was mijn Fransch te beroerd voor zijn conversatie en mijn Portugeesch toenmaals heelemaal nihil.'
De koffieprijzen variëren enorm (8 tot 18 escudos per kilo) en de thee, die niet uit eigen koloniën komt is vrijwel onbetaalbaar, al weet Pieter niet precies hoe duur, want de rpijzen staan niet aangegeven. Maar in ieder geval kost een klein pakje Lipton's al 10 escudos. 
'Mijn eerste koffiezetterij was een paskwil. Ik had gemalen koffie én ik had een koffiepotje. Maar hoe maak je dan koffie? Ik had geen filter. Wel zat er ergens in een van mijn nog ongeopende boekenkisten zoo'n Belgisch filtertje voor 1 kopje, maar ik wist niet in welke kist. Nu had ik wel eens gehoord van koffie filtreren door een flanellen lap. Bon!....maar waar haal je díe zoo gauw vandaan? Toen zag ik een wollig soort pyamabroek voor me, schoon uit de wasch, waar ik geen jasje meer bij had. Schaar opgescharreld en 'n stuk pijp afgeknipt. Dat in de koffiepot met een elastiekje om de rand en klaar was Kees.'
Overigens rijden de trams elke 10 minuten en stap je voor in en ga je er achter weer uit, 'waarbij het publiek er op getraind is de deuren weer achter hun boeren-achterste te sluiten, zoodat de achtergebleven den niet wegwaaien van de tocht.'
Dat was het weer even. In de volgende brief zal Pieter verder vertellen en voor elk van zijn kinderen een persoonlijke boodschap toevoegen. 

* Jan Hen is de schertsende benaming voor een man die bij zijn vrouw onder de plak zit. Het is een sul. De naam stamt al uit de 17de eeuw en wordt ook door Wolff en Deken in hun werk gebruikt. Mogelijk is Hen een verbastering van een Hannes, een man van niks.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...