Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

vrijdag 2 september 2022

Augustus 1937 (2); razend-mesjogge-tureluursch

Daar is 'ie dan, tussen alle brieven die Pieter deze week binnen krijgt, stuurt Katy ook bericht 'met ingesloten Indische biref waarin het groote nieuws!'
'Esje, lieve kind, ALLE correspondentietekortkomingen zijn je onmiddelijk vergeven. Bij 'blijde boodschappen' passen geen verwijten. Nu je een wedloop met Prinses Juliana bent begonnen sta ik met vaderlijk welgevallen aan de kant van de renbaan. Het bericht bereikte me vandaag en eveneens kwam Nascimento eindelijk opdagen met 5 wissels, getekend door den Hr. Gonsalves, die loopen tot December. Ik ga nu Maandag naar de bank om te zien of ik ze daar kan verdisconteeren, in welk geval hij de kosten zal dragen. Ik heb nu tenminste papier in handen waarop bij eventueele wanbetaling verdere actie kan volgen. Bij het eerst incasso stap ik naar de lappieswinkel die ik reeds uitgezocht heb en zal er dan maar 'n metertje extra voor de huisjurk bijdoen - dat zal allicht genoeg zijn - zeg nou zelf.'
Els zal nog ruim drie maanden zwanger zijn van haar derde kind, mijn lieve tante Els, maar ze zullen vast niet geweten hebben dat er een meisje in aantocht was. Essie krijgt in verband met de zwangeschap wel 'schrijf-absolutie' van haar schoonvader.
Katy heeft het gelukkig druk, zo schrijft zij. Dat weerhoudt haar in ieder geval van piekeren over zichzelf, meent Pieter. 'En als je piekert kom je altijd de dingen tegen die je nu ánders zou hebben gedaan.'
'Je komeet heb ik niet kunnen vinden, Katy.* Ik heb met m'n kijker de Groote Beer afgezocht op 10 Aug en volgende dagen, maar heb 'm niet gezien. Ik dacht dadelijk al: ja, als dat beessie geen staart heeft, wat heel goed mogelijk is, dan zie ke er nix van P.D.! En zoo was het. Hij was zeker niet groot genoeg of niet voldoende onder den invloed van den stralendruk van onze zon om een staart te vormen. Nou, óf ik nog weet dat ik jullie uit je bedjes heb gehaald om de komeet van Halley te zien. JIj was toen al pl. m. 7 jaar Katy en Frits 5. Nou, ik dank niet dat jullie 'n nóg eens zullen zien. Resp. 93 en 91 halen jullie niet, dat weet ik wel zeker.'
Pieter schrijft een dag later dat hij zich niet zo goed voelt. Hij is 's nachts wakker geworden 'van een vochtige warmte, die me noopte 1.2.3. op te staan om m'n lakens etc. meteen in een kuip water te zetten. Je kan zoo'n kleine kinderen gebeurtenis moeilijk aan de waschvrouw meegeven.' Hij loopt helemaal leeg, ondanks het feit dat hij de hele dag nog niets gegeten heeft. 
Door deze 'stormen in de kanalen mijns ingewande' schiet de schrijverij niet op, maar 'naarmate ik er beter in kom, wil het me schijnen dat het geval wel wat interessanter voor den lezer begint te worden.' Pieter heeft nog wel problemen met de spelling en:
'De onbegrensde mogelijkheden van mijn terrein maken ook het kiezen van de juiste stof erg lastig en weet ik wel waar en hoe ik begonnen ben, maar heb ik nog geen flauw idee langs hoeveel gebeurtenissen ik aan het eind moet komen. Literaire waarde als zoodanig, d.w.z. mooi of verheven proza-waarde heeft mijn product niet. Waar ik naar tracht te boeien door de gebeurtenissen die elkaar opvolgen, door hier en daar informatief te zijn, door actualiteit en evtle toekomstmuziek. Denkelijk stuur ik Katy deze week het begin, om het geval zéér critisch door te nemen en te zeggen waar het vervelend is. Alle andere denkbare fouten mogen het aankleve, alleen mag het niet vervelen.'
Pieter moet tijdens zijn schrijven (aan het boek) steeds denken aan een Londense kennis van hem die 'de aanschaf verzorgde voor de gecombineerde film theaters van Zuid-Afrika.' Elke dag werden er films gekeurd, voordat ze in première gingen. Zo kreeg de man ook Tarzan voor ogen, maar daarvan meende hij 'dat het publiek een dergelijke klinklare onzin nooit zou slikken. Heeft die even van zijn directie op z'n hersens gehad omdat hij haar de premiere van die film had laten ontgaan!'
'Zoo denk ik nu ook over hetgeen ik nu zelf in elkaar zit te draaien. Hoe ouder men wordt, hoe bescheidener. Toen ik 23 was had ik de wijsheid in pacht; toen ik 33 was dacht ik dat ik de wereld kon hervormen en nu weet ik dat ik niets weet en dat 50% van de menschelijke activiteit larie is. Toch is het een goede inrichting op deze manier, want juist door het bovenmatig zelfvertrouwen van de jeugd gebeuren de dingen die men op latere leeftijd niet meer aan zou pakken, om welke redenen dan ook.'
Frits stuurt dagboeken en foto's en schrijft dat hij erg geniet van de twee boeken (penguins?) die hij recent heeft gelezen en die bij de assistent resident ook erg in de smaak vielen. Deze moet het Engels dus ook goed beheersen. Pieter is benieuwd hoe het daar staat met de Engelse lessen, ook bij Els. Hij schrijft aan Frits:
'Tegen dat deze brief aankomt zal de influenza wel weer over zijn en hoop ik dat je genoten zult hebben van je interessante inspectietocht langs de vuurtorens.'
Dat klinkt inderdaad interessant, maar meer komen we er niet over te weten. Met de brief zal Pieter een padvinderijblad meesturen en een nieuwe Portugese postzegel. 
Tenslotte alleen nog even dit:
'Ik heb m'n hoed moeten opzetten. Eén pestvlieg, waarschijnlijk door de ontluikende maneschijn aangetrokken is minstens 50 keer telkens weer op precies hetzelfde plekje op mijn kruin terug gekomen. Dat was om razend-mesjogge-tureluursch van te worden. Ik heb het loeder nagezeten met mijn Flit-spuit, maar hij is me op de verandah ontsnopen. Een spin krake zijn gebeente!'

* De komeet Finsler, vernoemd naar diens Zwitserse ontdekker, was een van de 6 kometen die in 1937 voor het eerst werden ontdekt. Op 8 of 9 augustus zou dit exemplaar het dichts bij de aarde voorbij trekken en bij helder weer zou hij zichtbaar zijn 'een gewone binocle is reeds een nuttig instrument' stond er in het Leidsch Dagblad, waarin wordt uitgelegd waar men zoeken moet, lees hier maar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...