Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

woensdag 11 augustus 2021

September 1930 (1); grootpriesteressen van Lucullus

September ’30. De maand zal de geschiedenis ingaan als zeer koud. Er wordt aan het eind in Winterwijk -2,5 graden gemeten. 

Niet iedereen ziet het, maar in Rotterdam, op het Sint Anthoniushofje aan de Warmoezierstraat, gaat het werk gewoon door. De vrouwen staan gebogen over de wastobbes en wringers. Het is best gezellig, maar de handen zijn rauw en rood.


Op 1 september is het kantoor van Pieter dicht, want het is een feestdag. Koningin Wilhelmina is op 31 augustus 50 geworden en dat wordt door het hele land groots gevierd. ‘Rotterdam doet zijn best met vlaggen optochten en verlichting, alsmede vuurwerk.’ Het is zo druk dat de familie in de menigte dreigt te worden platgedrukt. Diverse schepen zijn prachtig versierd en verlicht, als ook gebouwen en de Willemsbrug, die aan de kant van de riviermonding is verlicht met 3 oranje W’s en wit licht.

Maar eerst even over zondag de 31ste. Vrienden Piet en Jet (de ouders van Els) komen op bezoek en Katy staat ‘als grootpriesteressen van Lucullus met welgevallen neer te staren op het werk harer handen’. De sambalbak doet dienst als voorgerechtschaal met daarop uitjes, gerookte paling, makreel, tomaten en nog meer. Op een apart schaaltje liggen fijngesneden bietjes ‘wier rood als achtergrond diende voor het helle wit en geel van eieren in partjes.’ Er is ook soep met wel 13 ‘boeljhonblojes’. Daarna de heerlijk gebraden haantjes die Piet en Jet hebben meegebracht. Jet heeft ook voor de pudding gezorgd: een mengsel van bitterkoekjes, vla en ananas. En er is ook nog een ruime selectie vers fruit. Iedereen is achteraf als ‘Potje Rol’. Maar toch sleept men de lijven naar boven voor thee met koekjes. Het riante salaris van de koningin (f 1.800.000) en diverse politieke zaken worden besproken.

En dat alles nadat Adolf op zaterdag, samen met zijn tante Mien het nodige geld uit Pieters zak heeft geklopt door bij Loos roomijs te bestellen (Pieter neemt genoegen met een kwast). Er komt een Heilsoldaat aan het tafeltje en Adolf trekt tot ongenoegen van Pieter zijn portemonnee. Maar als er even later een ‘arme jongen […] schamel gekleed, met de lijnen van den honger diep in zijn gezichtje gegrift, die zijn marmotten liet zien’ aan tafel verschijnt, duikt Adolf diep weg achter zijn ‘roemer roomijs’. 

Poekie (die ook wel ‘de blasiens’ wordt genoemd) doet deze dagen gek, springt overal bovenop en krabt zich stuk ‘en moet volgens moeder weer afgemaakt worden’. Hij verbergt zich in de klimop. Misschien mist hij Frits en voelt hij het vertrek van Adolf aan. In april gaat hij nog op de foto met de drie kinderen (Frits, Katy en Adolf). Horizontaal in de armen van Frits lijkt het alsof het zwarte dier een wit shirtje om zijn lijf draagt (heeft ‘ie weer zitten krabben?). Op een andere kiek drukt Katy hem zonder die windsels tegen haar borst. Hij kijkt recht in de camera.


De post van augustus, een heel pakket, moet nu worden verzonden naar Genua, waar het schip de Johan van Oldenbarnevelt aan zal leggen en waar Frits en Els aan boord stappen. Vanuit deze havenplaats maakt Frits een foto van de hut waarin twee grote boeketten zijn geplaatst, verzorgd door pa en ma.



Zo’n reis op de Jacob van Oldenbarnevelt was natuurlijk een belevenis. Het passagiersschip had in mei 1930 zijn maiden voyage gemaakt, was dus gloednieuw en toen ook nog eens het grootste schip ooit in Nederland gebouwd. Het interieur van deze luxe oceaanstomer zat vol teak en marmer. Er konden 770 passagiers inschepen. De lijst met hun namen werd afgedrukt in de krant.

In 1963 brandde het schip af, waarbij 123 mensen omkwamen. In de tussentijd voer het lange tijd als troepenschip en werd het omgebouwd om landverhuizers naar Australië te vervoeren. Hiertoe werden de diverse klassen (4) tot 1 teruggebracht en het aantal passagiers verdubbelde. Daarna volgde nog een verbouwing en werd het een cruiseschip, met Griekse eigenaar en Southampton als thuishaven. Tijdens een reis net na een grondige onderhoudsperiode, ontstond er brand in de kapsalon. Dit werd uiteindelijk zijn ondergang; drie dagen na mijn geboorte.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...