Het is 1 september 1945 als Frits aan Els schrijft vanuit Baros, Kamp 5, Tjimahi. Dit kamp 5, ten zuiden van de spoorlijn bij de kampong Baros, stond ook bekend als het 6e Depot Bataljon Inheemse Militie of het Kale Koppenkamp (KKK). Het functioneerde, na in 1942 een krijgsgevangenkamp te zijn geweest, van 11 oktober 1943 tot 23 augustus 1945 als burgerkamp waarvan ongeveer de helft van de 3065 mannen voor hun internering een hoge/prominente bestuurlijke, professionele of geestelijke functie hadden vervuld. Net als joden en vrijmetselaars werden ze door de Japanners als 'slechte elementen' betiteld en mochten ze buiten het kamp niet werken. Vanaf 23 augustus tot 23 november was het een opvangkamp.
In de periode dat het een kamp voor opvang was, probeert Frits voor de zoveelste keer zijn vrouw te bereiken. De brief is bewaard gebleven.
'Heele verschrikkelijke allerliefste Sattiepattie Esje van mij,Om zooveel mogelijk kans te hebben dat ik je bereik, stuur ik met elke gelegenheid die zich voordoet een briefje mee. Allicht dat één ervan je bereikt. Daaruit zal je dan blijken dat ik het uitstekend maak. Ik ben wel vrij mager, maar niet heel erg; dat blijkt wel uit mijn gewicht, 59 kilo. Ook alle andere Djokja B.B'es zijn goed gezond, vooral Peet, Wim Schoevers, Kees Becht en Hagen Verhoeff.* Vertel het hun vrouwen maar als je daarmee samen zit. Van de heer Latte hoorde ik dat zijn vrouw schreef dat ze met jou samen zit. Volgens hem zat zijn vrouw in Ziekenzorg-Solo; volgens anderen kwam die serie briefkaarten (ik kreeg er toen ook een van jou, vermoedelijk van eind Juni) uit Banjoe-Biroe. Ik weet dus nu heelemaal niet waar je zit, maar probeer het nu maar via Semarang. Er gaan n.l. morgenochtend uit dit kamp 5 pastoors naar Semarang, bestemd voor de vrouwenkampen. Pastoor Kroese van Eeden heeft aangeboden voor mij een brief mee te nemen. Ik hoop dat hij succes heeft.Als je nog in een kamp zit en je kunt er blijven, zou ik je aanraden dat te doen. We krijgen allerlei verwarde berichten over Midden-Java en ik geloof dat je het beste doet met niet op drift te slaan, maar rustig te blijven waar je bent. Ik kan het van hieruit natuurlijk heelemaal niet beoordeelen. Zoo is bijvoorbeeld een belangrijk punt: Waar is Henk? Kun je bij hem komen? Hier lukt het wel om zoontjes uit andere kampen binnen te krijgen, dus misschien kan het bij jullie ook wel. Hoe dan ook, jullie zijn de laatste jaren (god, wat een tijd al hè) zoo gewend, om in allerlei aangelegenheden zelf te beslissen, dat het natuurlijk zuivere hoogmoed van mij zou zijn te denken dat ik van hier uit nog goede raad kan geven. Maar je begrijpt wel, Pattie, dat ik probeer je zoo goed mogelijk te raden, zoodat we straks zoo gauw mogelijk bij elkaar zijn.Wat zal dat heerlijk zijn, weer allemaal bij elkaar. En wat zullen we elkaar ontzettend veel te vertellen hebben. De verhalen die we hier van de vrouwenkampen horen doen je de haren te bergen rijzen. Nu hoop ik alleen maar dat de verhalen die de bezoeksters in dit kamp doen, de ergste zijn, de meest fel gekleurde en dat naar je eigen oordeel de werkelijke toestand niet zoo schril was. Hoe dan ook, je bent, al is maar 1/3 deel van de verhalen waar, door alles wat jullie hebben moeten meemaken zoo ontzettend in mijn achting gestegen (als dat nog mogelijk was) dat er geen plaats boven meer over is. Voor mij is het voortaan eerst: Esje, dan Sattie, dan Sattiepattie, dan Sattiepattie Esje en dan mijn allerliefste Sattie-Esje-Pattie. Dan komt er een heele poos niks en dan komt er weer Esje, Esje en nog een heeleboel Esje. De kinderen doen daarin natuurlijk ook een beetje mee, maar die hebben van de diepe ellende natuurlijk nog geen echt besef. Je merkt aan de ca. 150 jongens van 12 en 13 jaar die we nu al maanden in dit kamp hebben, dat ze er eigenlijk niets van merken. Ik hoop dan ook dat Henk er goed door heen rolt. De meeste jongens hier zijn goed bij-de-hand geworden en dat zou Henk misschien ook wel ten goede komen.Maar voor de vrouwen is het natuurlijk een uiterst zware tijd geweest. We hebben zelf ook ons deeltje gehad van pesterij, treiteren, mishandeling en onnoodige wreedheid. Maar men verwacht van mannen nu eenmaal dat ze dergelijke dingen beter zullen kunnen verdragen. Maar ik geloof dat over het algemeen de vrouwen het er heel wat beter hebben afgebracht wat betreft hun algemeene houding. De gedragingen en vooral de mentaliteit van vele mannen hier geeft je weinig hoop op de toekomst; maar daar staat tegenover dat de mensch als hij meent in levensgevaar te verkeren, andere normen aanlegt en dikwijls geen zenuwen meer heeft.'
* Peet = Peter Lycklama, een collega van Frits, getrouwd met Kitty van de Poel. Haar dochter Ellen was hartsvriendin van Elsje. Peter zou later burgemeester worden, net als Cees Becht. Het waren, tijdens hun internering, allemaal collega's van Frits. Wim Schoevers is 'natuurlijk' de vader van mijn oom Herry (man van Els). Kitty en Linie, de vrouw van Wim, trokken bij Els in, toen hun mannen gevangen werden gezet. Ze zouden ook samen met hun kinderen het kamp in gaan.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten