Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

vrijdag 16 december 2022

Mei 1926 (1); om het gebeuren zelf

"is er überhaupt iets de moeite waard?"  vraagt Pieter zich af, met een dubbele onderstreping van het woord iets. Om te vervolgen: 
'En ook: kan ik de dingen zóó beschrijven dat het noteren ervan eenig nut zal afwerpen, voor wie dan ook?'
Wat moet ik zeggen overopa? Wat is nut? Ik weet het niet, maar ben blij met je vele woorden, inzichten en verzamelingen, en de open deur: als jij er niet was geweest....nou ja, dan zat jouw achterkleinkind nu niet achter haar computer jouw zinnenroerselen en meer over te typen. 
Het betreft in dit geval de aanzet voor een dagboek, begonnen halverwegen een 'breed folio' boekhoudboek met ruimte voor 'Debt' links en 'Credt' rechts. Je hebt het volgeplakt met krantenartikelen, postkaarten, bankbiljetten, kaarten, opmerkingen en nog meer. Om een voorbeeld te geven. Op een soort polemiek over wie het eerste de 'Dash to the North Pole' (krantenknipselkop) deed, schrijf je over de claim van 'Dr Cook': 'Deze Cook, ofschoon hij veel voor het Poolonderzoek deed, heeft hiermede zijn naam stinkende gemaakt. Cook heeft de Pool niet bereikt.' 
Nou ja, het geheel is een bron van informatie, van iemand die niet wist of hij een kring in een vijver zou maken. Wat mij betreft wel. 
Het dagboek begint op Hemelvaartsdag, 13-5-1926.

'Een dagboek? Ja en neen. Officieël het idee van iets taais. 'n Gezette taak (self-imposed) dag aan dag vol te houden, dat is zoo iets dat niet met ieder karakter overeenstemt. Het kan gebrek aan 'zelf-tucht zijn , maar toch zijn er ook veel redenen die mij reeds nu de zekerheid geven dat er nog al eens hiaten zullen zijn.
Wil men alles naar behooren doen en zijn tijd steeds nuttig besteden dan is een allereerste vereischte goede gezondheid, zonder lichamelijke stoornissen en daar ontbreekt het bij mij wel eens aan. Bovendien verlangt men na een zeer roezemoezige dagtaak wel eens naar rust of ontspanning en verder in aanmerking nemende dat vele avonden bezet zijn en ik op vrije avonden nog gaarne disponibel sta voor het gezin, dan koester ik geen al te groote verwachtingen van een geregeld bijgehouden dagboek. Begin je eenmaal aan zoo iets dan verdringen zich de gedachten, de een al harder dringend dan de ander, die zich allen de moeite waard vinden op papier te komen.

Op je 45e jaar een dagboek beginnen! Dat ik het niet veel eerder deed kwam door de gedachte dat ik al reeds zooveel verzuimd had te noteeren en het toch geen compleet afgerond geheel zou kunnen zijn. Dan weer dacht ik wel eens:" is er 'überhaupt' iets de moeite waard?" En ook:" kan ik de dingen zóó beschrijven dat het noteeren ervan eenig nut zal afwerpen, voor wie dan ook?"

Vroeger zou ik wellicht een dagboek begonnen zijn op verkeerden leest geschoeid. Als men jong is vindt men zaken of ervaringen belangrijk omdat men ze zelf ondergaat, ziet, meemaakt draagt of verdraagt. NU bezie ik ze neutraler - om het gebeuren zelf. 
Dagboeken kunnen waarde hebben. Zijn ze geschreven door iemand wiens invloed, geld of rang bijdraagt tot het modelleeren van de geschiedenis der menschheid, dan heeft zoo'n dagboek waarde omdat men daaruit dan de beweegredenen van het gebeuren kan putten. Nu ik, op het ogenblik althans, niet meer in zoo'n positie verkeer, kunnen deze aanteekeningen dus voorlopig alleen eenigszins interessant zijn voor kinderen en eventueele kleinkinderen en later misschien waarde krijgen als "curiosum", à la Samuel Pepy's Diary".*

En wat is er nu belangrijk en wat niet? Wat ik belangrijk vind behoeft dat nog lang niet altijd te zijn en zal het voor velen ook dikwijls niet de moeite van het opschrijven waar schijnen. Mijn eenige troost bij dit werk is dus deze ware Engelsche uitspraak: "The rubbish of one generation is the treasure of the next."

* Samuel Pepy (1633-1703) was een Engelse administrator bij de Royal Navy en zat ook in het parlement. Hij is vooral bekend geworden om zijn zeer gedetailleerde dagboek dat hij van 1660 tot 1669 bijhield. Hij moest het schrijven toen staken, omdat hij niet goed meer kon zien. Het werk werd pas in de negentiende eeuw uitgegeven, maar is een belangrijk document geworden van de Engelse Restauratie. Hier meer. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...