De onderwijzer die komt voor taalles, blijkt een klerk te zijn. Hij brengt de nodige problemen met zich mee. Taalkundig dan.
Een van de notities die Pieter maakt om niet te vergeten wat hij de lezers van zijn brieven wil vertellen over zijn nieuwe situatie is waarschijnlijk de observatie van het vervoer. Pieter heeft inmiddels slechts 10 fietsen geteld, maar dat is ook niet verwonderlijk, omdat ze eigenlijk alleen te gebruiken zijn 'op de weinige horizontale gedeelten'. Bovendien zullen de remmen wel als een gek slijten.
'Datzelfde euvel zal de tramritten hier betrekkelijk duur maken. In de eerste plaats moeten de kolen voor de centrale worden geimporteerd (en dan moet je nog zien hoe dat lossen hier gaat - per kuip van eenige H.L. kiept een lossende boot de kolen in een langszij liggende schuit en daaruit dragen vrouwen het mand-gewijs op hun hoofd aan land) en dan zal het heel wat stroom kosten om die volle trams al die steile straten op te krijgen, terwijl straat-af onherroepelijk veel slijtage aan wielen en remmen moet meebrengen.'
Gelukkig kosten de tochten buiten de stad 'n schimmetje' en dat bevalt Pieter wel, want hij wil de omliggende plaatsen eens gaan bezoeken en zo stof opdoen voor het schrijven van artikelen. 'Ik pak dan een of andere lijn bij de kop en zeg "Terminu" of "Terminha de linha"'
Dat deed hij ook zo op een zondag met lijn 10 waarin hij maar liefst drie kwartier kon reizen voor slechts 2 escudos.
'HET mooie stadsgedeelte heb ik echter nog niet kunnen ontdekken. Dan zie je weer 'n paar fatsoenlijke huizen, maar dan volgt weer een sliert vieze krotten - en de bewoners, nou, een Hollandsche tang zou ze zeker niet aanpakken. Ik begrijp die vrouwen hier niet. Je zou toch zeggen dat een vrouw er toch altijd wel iéts voor over heeft om er een beetje knap of aantrekkelijk uit te zien. Maar hier, de lagere bevolkingsklasse, geen snars, geen sikkepit. 'n Heele Sunlightzeepfabriek zou een dik jaar werk hebben voor de fabricatie van het materiaal om de bevolking van Portugal te wasschen. En de kleine kinderen.........laten we daar heelemaal het zwijgen maar toe doen. Ik heb gereden door ellelange straten, sommige met 2400 huisnummers en zelfs een met nummers tot in de 2700, maar ik heb nog geen enkele straat gezien waarvan je nu kan zeggen: dát is JE. Behalve dan natuurlijk de groote gebouwen in het centrum. Het is een ongelooflijke warboel en een smerige rotzooi. En wil ik best geloven dat regen en zon hier het noodige doen om de boel gauw af te takelen, maar 99% van de huizen ziet er uit of er in geen jaaaaren verf op gesmeerd is. Over stukkende ruiten schijnt men zich niet te bekommeren totdat ze allemáál er uit liggen en doordat dan bovendien nog bijna alle huizen in de stad van onder een winkel zijn, waarin bij de meesten de zindelijkheid ook ver is te zoeken, ziet ALLES er goedkoop, vies en vervallen uit - uitgenomen dan altijd eenige straten in het centrum. Men vertelt mij dat het aan de andere zijde van de rivier beter is. Dus dat zal ik op z'n tijd ook eens gaan onderzoeken.'
De volgende notitie was vast zoiets als: wetgeving, want we lezen vervolgens:
'Een aardige hulp voor de luciferfabrieken is hier de wetgeving op de "aanstekers". Op het gebruik binnenshuis kan natuurlijk niemand iets zeggen, maar gebruik je zoo'n ding op straat of in 'n café en een of andere ambtenaar krijgt het in z'n hoofd om naar je permit te vragen, dan ben je zuur als je die niet bij je hebt. De kosten van zoo'n permit zijn 30 Escudo per jaar en de boete op het gebruik maken zónder permit is 280 Es. Dat zou een wetgeving voor Paramaribo geweest zijn, waar onlangs de derde en laatste luciferfabriek failliet is gegaan. Is dit niet iets voor jou Frits, om aan de Indische regeering voor te stellen, zoomede die algemeene passen beweging. Dat geeft een heeleboel ambtenaren werk, plus de noodige fotografen en iedereen gevoelt zich iemand in zijn land. Misschien levert een goed beheer van zoo'n wetgeving nog wel een batig saldo op.'
De arme eenzame vader voelt zich nog steeds opgejaagd, terwijl dat nergens voor nodig is. Waarschijnlijk zijn het restverschijnselen van de jacht op het identiteitsbewijs. Met kalmte moet hij zichzelf toespreken en dan zeggen: 'waar maak je je eigenlijk druk om. Er is niemand die je spreken moet - er is niemand om te gaan zien - er is geen programma speciaal te beluisteren - je hoeft of gaat niet uit op bezoek - wat daas je nou eigenlijk?'
Gelukkig komen er plots veel brieven binnen, van de hele familie Chambers, van Roelofs, van PaMa en van Katy die ook post uit Indië doorstuurt. En zo gaan we alweer naar het einde van de maand.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten