Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

maandag 14 maart 2022

Aril 1936 (3); dat is dat dus.

Terwijl Frits onderweg is om de toestand na de aardverschuiving op te nemen, schrijft Els aan 'lieve allemaal'. Het is natuurlijk geen fijn vooruitzicht om mogelijk 3 maanden lang van de wereld afgesneden te zitten. 'Wat zeg je wel van zooiets! Ik heb nog wel gefoeterd dat we 12 en 13 April naar de races moesten (voel immers niets voor die hollende paarden en laat het gokken aan Fisje over want die moet met de andere heeren mee kunnen doen [...]) maar het uitje apprecieerde ik wèl en we waren al aan het uitkienen geslagen waar we nu weer onze tenten zouden opslaan [...] Veel trekken we ons er niet van aan, de races zullen zonder ons wel doorgaan en de familie Hazewinkelman zullen we ook nog wel eens zien.'

Er was sprake van een 'uiteterij' met nog andere mensen, maar als de weg echt zo kapot is, zal ook dat waarschijnlijk niet doorgaan. Maar belangrijkst is toch wel dat de postvoorziening in takt blijft. Er wordt met smart gewacht op bericht van Tony over eventuele aanstelling van Frits in Batavia. Ze hadden er zelfs op aangedrongen dat Tony een telegram zou sturen, als hij nieuws had, maar er is nog niets vernomen. Ook over de potentieel nieuwe standplaats Maninjau is nog geen uitsluitsel. 
'Dat wordt natuurlijk weer een overplaatsing met de meeste spoed. Aan een kant kun je de Resident geen ongelijk geven, die wil eerst wachten op wat er van verlof terug komt en welk lui ze hierheen zenden om dan de beste combinatie te maken. Intusschen is Fisje zoover datie eigenlijk liever naar Batavia gaat dan naar Maninjau, maar ja, we zijn wat laat samen op het idee gekomen. Fisje had er ook wel eens over gedacht maar zag geen kans om er te komen en toen ik de benoeming van die kennis van Tony en An zag, kwam ik plots op de gedachte. En dan wil de A.R. Schwenke ook nog.* Ik ben er allang achter dat je met een etentje allicht verder komt en nu kunnen we eens zien in hoeverre Tony ons helpen kan. Het heeft natuurlijk veel voordelen en we willen het desnoods zelf betalen, zouden hier vendutie houden en en hopen dat die met auto toch wel een fl 800.- zou opbrengen. Reken nu eens fl 300.- voor de overtocht, dan hou je nog fl 500.- over om je eenvoudig in te richten van venduties. Het spreekt vanzelf dat we dan zuinig moeten zijn, omdat de huishuur zooveel meer is, maar in December ontvangen we dan ook fl 50.- meer dus dat zou mooi kloppen. Een paviljoentje in de buurt van Tony en An, Fisje zou kunnen padvinderen, en wat voornamelijk een groot voordeel is, Fisje maakt ook Javapraktijk mee en maar 2 jaar, vindt hij het er verschrikkelijk, dan is dat maar voor 2 jaar en niet voor 6 jaar, wat het geval zou zijn als we er na ons verlof zouden geplaatst worden. Enfin we hebben 1% kans en daarom zetten we het maar uit ons hoofd. Daarom vnd ik het niet leuk als het niet mocht lukken en jullie schijven erover terug, dan word je aan iets minder plezierigs herinnerd. Morgen weten we zoowat hoe of wat, nog één nachtje slapen. Eind van de maand zullen we dus niet meer op bankinang zitten als we op Maninjau kunnen. Maar nu genoeg, ik maak me verder niet druk erover, Fisje helpt dan zoo fijn mee, dat ik nou nog niet aan inpakken en zoovoort wil beginnen te denken. Dat is dat dus.'
Els schrijft nog 2 vellen [niet in mijn papieren] over de kinderen en herinnert haar ouders eraan dat dat eigenlijk tevens haar dagboek over haar kroost is, dus wil ze die brieven uiteindelijk graag terug. 
'Van vader een oergezellige brief over zijn verblijf in Oporto, we hadden niet gedacht dat dat zoo'n groote stad was, maar die briefkaart van O geeft er ons een beeld van. Wat een moed om zoo groote schoonmaak te gaan houden, maar ik kan me zoo indenken dat je je niet thuisvoelt in zoo'n rommel. U kunt zich nu het plezierige gevoel eenigszins voorstellen van een Hollandsche huisvrouw na de beruchte (bij de mannen) groote schoonmaak. Eerlijk gezegd lijkt mij ook zooiets vreselijk, maar aan de andere kant, je neemt nog eens een nieuw gordijntje hier, een ander meubelstuk daar, ik weet lui die hun heele kamer veranderden door andere schikking en ik kan me dat best voorstellen, vooral lui die alsmaar op dezelfde plaats blijven wonen. Ik geloof niet dat ik dat zou kunnen. We komen met ons verlof vast een kijkje nemen, wat is dat nog geaccidenteerd!'

Teetjest heeft de negatieven teruggestuurd en was verguld met de beelden, dus komen er weer wat nieuwe mee, die Els weer beschrijft:
- 'Henkje met de beer (van Tante Leonie van Deursen toen hij 1 jaar werd) in een speelpakje waar ik een paar steekjes op geborduurde. De beer heeft een oude hanssop van Henkje aan. Let op de stevige benen van Henkje.'
- ' Lest best. Ma met kinders, is aardig geworden hè, al zeg ik het zelf. Ik heb een morgenjurkje aan, Henkje hetzelfde pakje als op die andere kiek en Bobbie in een hemdje, die ligt te coquetteren met z'n dikke armpjes. Fisje vond 'm zoo aardig datie 'm vergrootte. Bobbie ligt naar Henkje te kijken en daarom is het net ofie z'n oogjes dicht heeft. Is het geen lekkere dot en is het te begrijpen dat we zoo blij zijn met ons kereltje, een eenig vroolijk ventje.' 
 
* Ik vind G. Schwencke vanaf 17 juni 1936 als assistent resident van Bandoeng, en later als resident van Malang (van 1941 tot de japanse bezetting). Hierbij een tekst bij een wandeling door Bandoeng:De assistent-resident van Bandoeng, een Indische Nederlander die na zijn arrestatie in april werd vrijgelaten, stelde zich in verbinding met een naburige onderneming waar koffie en kinine was aangeplant en waar zich een melkerij bevond met ca. 300 koeien, en werd als beheerder aangesteld; twee ontslagen controleurs kon hij er tewerkstellen - korte tijd later werd hij door de Japanners benoemd tot Hoofd Pestbestrijding te Garoet tegen een toegezegd salaris van f 500 per maand. Hij hoopte dat salaris in de eerste plaatst te gebruiken voor steun aan de 'vele vrouwen van bestuursambtenaren die hier in Bandoeng waren gestrand en geen bron van inkomsten hadden', maar daar kwam niet veel van terecht: in plaats van f 500 werd hem per maand slechts f 200 uitbetaald (dit werd pas in augustus '43 het officiële maximum-salaris van allen die in loondienst waren).'  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...