Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

woensdag 11 januari 2023

April 1930 Sophie (1); dat akelige wijf

We schrijven 1930 en toch maak ik een uitstapje naar 1914 toen Els, mijn oma Es, op de Hollandsch-Indische School zat in Padang. Van haar vader, die hoofd van deze school was, kreeg Els zangles. Soms zong zij dan stiekem de tweede of derde stem. Pa liep dan tussen de banken door om uit te zoeken wie dat deed, maar als hij in de buurt kwam, zong Els weer gauw met de anderen mee. Zo heeft Pa nooit geweten wie er zo bijdehand was (en muzikaal!). Deze anekdote sluit mooi aan op iets dat Sophie in 1930 opschrijft.
Zij start 4 maanden voor het huwelijk van Els en Frits ook een soort dagboek, misschien wel om aan haar oudste zoon en aanstaande schoondochter te geven. Aan de binnenkant van het omslag staat 'April 1930' geschreven (en 'k.k. 68 cent'). Het begint als volgt:
'Jaren geleden werd er te Utrecht op den derden dag van Januari, het was Vrijdag, 's middags om 5 uur een kind geboren, een meisje, dat later zou leven onder de naam van Sophie Hendrieka. Zooals het met bijna alle kindern gaat groeide dit kind op, schreeuwde en volgens een oude baker zou zij zeker een goede stem krijgen. Totdat zij 9 maanden werd, was zij steeds in de nabijheid van haar voedster een nukkige ongetrouwde boerachtige vrouw, luisterende naar de naam van "Jaantje". De schrijfster kan zich nog goed herinneren , dat diezelfde "Jaantje", eens per jaar, als het Utrechtsche Kermis was, haar moeder kwam bezoeken en dan weer terug ging naar IJselstijn. de plaats waar ze woonde, beladen met pakjes, erg huilende, totdat zich het volgende jaar weer deze geschiedenis herhaalde. Eens, het kind was toen 9 à 10 geworden, stond deze "Jaantje" aan de school op het Oudkerkhof, tot groote ergenis van Sophietje, want de schoolmeisjes hadden erg schuin gekeken en haar gevraagd "of dit haar mamma" was. Diep verontwaardigd kwam Sophietje thuis en vertelde haar moeder, dat zij dat akelige wijf nooit meer wilde zien. Of dit heeft geholpen weet zij niet meer, maar wel weet ze dat "Jaantje" later in haar herinnering is weggevaagd.
Groote bizonderheden zijn er in haar jeugd niet gebeurd. Haar moeder was een lieve eenvoudige vrouw, aan haar werden de smarten van het leven niet gespaard, de kinderen die zij ter wereld bracht, gingen meestal na 2 à 3 weken weer heen. Zoodat het gezin niet grooter werd dan bestaande uit Vader, Moeder, Petronella en Sophietje. Tot op heden is Petronella haar eenige zuster gebleven, ook zij is wat men noemt de wereld ingegaan, heeft zich ook in de dienst van de menschheid gesteld en heeft zich in de latere jaren aan het onderwijs gegeven waar zijn nu nog te Durban in Zuid-Afrika werkzaam is. 
Reeds op driejarige leeftijd was Sophietje's haar grootste liefhebberij plaatjes zien en versjes opzeggen.
Gekleurde prentenboeken waar een groot bezit, dat boek werd opengelegd op tafel en staande op een stoof wees zij met haar linker wijsvinger aan waar de gedichtjes stonden, de versjes kende zij aleen van buiten, en familie of vrienden kregen den indruk dat dit kleine zwakke kind van drie jaar reeds kon lezen.
Een geschiedenis dat zij zich nog heel goed herinnert, hoorde zij haar Vader later vertellen. Zij was een[s] uit rijden geweest met een paar oude dames, naar de Wageningsche berg, zij hadden na een paar uur te hebben geloopen gaan rusten in het Hotel dat toen daar was gebouwd. Juffrouw Daadje [?], de jongste van de twee dames, zei: nu zijn we bovenop de Wageningsche berg, en Sophie met haar altijd vragende stem "woont hier nu Wagenschveld" later werd dit door de ouders van het kind als zeer opmerkzaam verteld.
Toen Sophietje 7 jaar was, ging zij naar de Fransche bewaarschool waar kinderen uit den goeden stand school gingen en in de hoogste klasse onderwijs werd gegeven, voorbereidend voor de groote school. De school behoorde aan de Fransche kerkelijke gemeente. Vooral werd daar aan kinderen boven de zes jaar goed zangonderwijs gegeven en Sophietje werd menigmaal gevraagd een versje alleen te zingen, omdat zijn zuiver zong en goed wijs kon houden. Vrijdagsmiddags werd besteed met zingen, in de hoogste klasse werd tweestemmig gezonden waar Sophietje dan met de juffrouw alleen tweede stem zong.
Toen het kind 8 jaar geworden was ging zij naar de groote school op het Oudkerkhof. Dit was een christelijke school gesticht door de Marnixstichting. De school of beter het terrein was in tweeën gesplitst, het eene gedeelte was alleen voor meisjes en het andere alleen voor jongens. Het meisjes gedeelte kreeg onderricht alleen van onderwijzeressen met een directrice aan het hoofd. Deze heette "Mejuffrouw Wafers Bettinck", een strenge lelijke vrouw, toén een vrouw van middelbare leeftijd, de meeste leerlingen zagen tegen haar op als een Godin, zij was heel geleerd en kwam in de verschillende klassen 's morgens het gebed doen. Heel veel gebruikte zij voor dit gebed, een psalm gezang "Open uwen mond" en nog zie ik haar voor mij met haar scheeve mond, wijd geopend sprekende dit gebed. Wij de kinderen moesten altijd naast de banken staan, handen gevouwen, en oogen gesloten, maar menigmaal zondigde ik, keek door een kiertje van mijn oogleden, glurende naar het gezicht van onze directrice dat voor mij een bespottelijke uitdrukking had.'
Wordt vervolgd. 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...