Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. Het gaat hier om een deel van de geschieden

Mijn foto
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Als schrijver van dit blog ben ik maar een doorgeefluik. De informatie komt van foto's en brieven van Pieter Deys (1880-1945), de vader van Katy (1904-1977) Frits (1906-1949) en Adolf (1908-1940). Pieter was getrouwd met Sophia Draaijer (1872-1932). Frits trouwde met Els Nelson (1908-2004). Zij kregen 4 kinderen, mijn vader Henk (1932-2023), Willem (1934? als baby overleden), Bob (1935) en Els (1937).

maandag 23 januari 2023

1935 zonder maand (1 bis bis); la-di-da-da menschen

Natuurlijk is Pieter nog niet uitgeschreven. Het is interessant om te zien wat hij belangrijk vindt om over te dragen. 
'Welaan dan: 's morgens staan we op. Dat is heel eenvoudig gezegd, maar wat beteekent het eigenlijk? Nu moet je je niet voorstellen dat er ergens om 7 uur of 8 uur een groote alarmklok afloopt en alle menschen in het geheele land gelijktijdig opstaan. Verre van dat! Reeds dadelijk doet zich hier de noodzaak voor het menschendom in categorieën te verdeelen. Er zijn b.v. zeer rijke, minder rijke, bemiddelde, onbemiddelde, arme en straat-arme menschen. Er zijn vlijtige, luie, niets-meer-dan-hun-plicht-doende, zieke, oude, jonge, sleur, energieke en la-di-da-da menschen. Ook hebben wij in deze tijd een soort die niet zal kunnen, n.l. menschen die graag willen werken maar daarvoor niet in de gelegenheid worden gesteld.'
Hier schrijft Pieter op de verder lege linkerpagina in potlood bij:
'Onbetrouwbare opgave van slechts 16 landen eind 1934: 18.504.600 werklozen' En vervolgens:
'En verder alle variaties tusschen verstandig en olie-dom, tusschen zindelijk en vuil, enz. 
Nu kun je begrijpen dat uit de hier genoemde kwaliteiten verschillende combinaties zijn te maken. Men kan b.v. rijk zijn en lui, arm en vlijtig, onbemiddeld en plicht-sleurig, rijk en energiek, straatarm en vadsig, enz.
Behoor je nu tot de categorieën van zeer rijk tot bemiddeld dan màg je opstaan wanneer je wil, behoor je tot de drie laatsten, dan mòet je opstaan wanneer je nìet wil. Een straatarm mensch wordt bij het aanbreken van de dag door een politieagent onder een brug vandaan geschopt, van een bank, uit een tramhuisje of portiek verwijderd. Een arm mensch moet gaan bedelen of werk zoeken. Een werklooze moet gaan stempelen. De onbemiddelden moeten naar hun werk en moeten daar op een vastgesteld uur zijn. Menschen die in kantoren werken beginnen om 9 uur, in winkels om 8 uur, degenen die werkzaam zijn in de levensmiddelendistributie beginnen meestal eenige uren vroeger, evenals het tram- en treinpersoneel.'
En ook hier staat op de linkerpagina een aantekening: 'Hoe is bed en slaapgelegenheid?'
'In vele bedrijven hebben de organisaties der arbeiders een 8-urigen werkdag weten te bedingen. In mijn jeugd waren die tijden heel anders en waren dagen van 14 uren geen zeldzaamheden. Ook het kantoorpersoneel werd in die dagen zeer slecht gehandeld en avondwerk was ook daar meer regel dan uitzondering. 
Nu ben ik er in het geheel niet zeker van dat ik hier niet verschillende termen heb gebruikt waar je niets van snapt. Als jullie daar in mijn 65-jarig verschiet in een geordende staat leven, dan weet je niet eens wat de beteekenis is van de woorden arm en rijk op menschen toegepast. Wellicht weet je niet eens wat geld is.  Dat zou in 't geheel niet ommogelijk zijn, maar toch zou het me wel iets te ver voeren als ik dat allemaal haarfijn moest uitleggen. Toch dien ik er tot goed begrip van den geheelen samenhang wel iets van te zeggen. Ik wil daarbij een oud rijmpje aan de vergetelheid ontrukken:
Heb je geld dan kun je huizen bouwen;
Heb je 't niet, dan moet je steenen sjouwen.
Heb je geld dan doe je wonderen;
Heb je 't niet dan is 't donderen!
Geld is bij ons een ruilmiddel, zooals dat nu reeds gedurende eenige duizenden jaren bij de beschaafde volken in zwang is.
Goud is er de basis van maar dat blijft in de banken die met dien goudvoorraad als onderpand geld in papieren biljetjes uitgeven waarop zij erkennen 10, 20, 25, 50, 100 of meer guldens schuldig te zijn. Met die papiertjes betalen wij elkaar onderling. Er zijn menschen die probeeren om die z.g. bankbiljetten na te maken. Die noemen wij 'vlasche munters' en worden die menschen gepakt dan worden zij gestraft met eenige jaren vrijheidsberooving in een gebouw dat wij een gevangenis noemen. Voor kleinere bedragen gebruiken wij zilveren muntstukken en ook brons. De omgang met dat ruilmiddel karakteriseert de menschen in deze volgorde: verkwistend, royaal, normaal, zuinig, krenterig, gierig, vrekkig. De diensten die wij elkaar bewijzen worden vrij redeloos op 'n bepaalde waarde geschat en dan in dat ruilmiddel omgezet.'
Hier eindigt de brief. Ik denk dat er andere zaken voorgingen en dit project verder is blijven liggen. Maar het heeft de betachterkleinzoon dan misschien niet bereikt, het is toch nog jaren na de eeuwwisseling onder de ogen van verre familie gekomen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

1880-1945; Pieters cv 1893-1915

Het is weer eens tijd voor een update van de informatie rond Pieter Deys. Ik probeer zijn 'werkzame' leven op een rijtje te zetten e...